ECLI:NL:RBLIM:2015:6095

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
17 juli 2015
Publicatiedatum
17 juli 2015
Zaaknummer
03/702552-15
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens en munitie

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 17 juli 2015, stond de verdachte terecht voor het onbevoegd voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 3 juli 2015, waar de officier van justitie, de raadsman en de verdachte hun standpunten presenteerden. De tenlastelegging omvatte twee feiten: het voorhanden hebben van een pistool met bijbehorende munitie en het voorhanden hebben van vier veerdrukwapens. De rechtbank oordeelde dat het eerste feit wettig en overtuigend bewezen was, terwijl de verdachte voor het tweede feit werd vrijgesproken, omdat niet kon worden uitgesloten dat de veerdrukwapens aan een ander toebehoorden.

De rechtbank baseerde haar oordeel op verschillende bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte en proces-verbaal van de politie. De verdachte had een pistool van het merk Beretta, model PX4 Storm, en munitie van het kaliber 9 mm Luger voorhanden gehad. De rechtbank oordeelde dat het onbevoegd voorhanden hebben van een vuurwapen een ernstige inbreuk op de rechtsorde vormt, wat een strenge straf rechtvaardigt. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vijf maanden geëist, maar de rechtbank legde een gevangenisstraf van drie maanden op, met aftrek van het voorarrest.

Daarnaast besloot de rechtbank de inbeslaggenomen wapens en munitie onttrekken aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. De rechtbank verwierp het verweer van de raadsman dat twee van de veerdrukwapens niet voor afdreiging geschikt waren, en verklaarde de verdachte strafbaar op basis van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet wapens en munitie.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/702552-15
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 17 juli 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres].
Raadsman is mr. A.A.Th.X. Vonken, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 3 juli 2015, waarbij de officier van justitie, de raadsman en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1: een pistool, een patroonmagazijn en 69 kogelpatronen voorhanden heeft gehad;
Feit 2: vier veerdrukwapens voorhanden heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

1.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 tenlastegelegde feit heeft begaan.
De officier van justitie heeft verzocht verdachte vrij te spreken van het onder 2 tenlastegelegde feit, nu niet valt uit te sluiten dat de veerdrukwapens aan een ander dan verdachte toebehoren.
1.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde primair vrijspraak bepleit, nu niet valt uit te sluiten dat de veerdrukwapens aan een ander dan verdachte toebehoren. Subsidiair heeft de verdediging verzocht verdachte partieel vrij te spreken van het voorhanden hebben van twee van de veerdrukwapens, nu deze wapens - in de ogen van de raadsman - niet geschikt zijn voor afdreiging.
Ten aanzien van feit 1 heeft de verdediging geen opmerkingen gemaakt met betrekking tot de bewezenverklaring.
1.3.
Het oordeel van de rechtbank [1]
Feit 1:
De rechtbank acht het onder 1 tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting
d.d. 3 juli 2015;
- het proces-verbaal onderzoek met speurhond naar explosieven, vuurwapens en munitie ten behoeve van forensische opsporing d.d. 11 februari 2015, als weergegeven op pagina’s 56 tot en met 58;
- de kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94 Sv) d.d. 3 februari 2015, als weergegeven op pagina’s 59 tot en met 61 van de doornummering;
- de kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94 Sv) d.d. 6 februari 2015, als weergegeven op pagina’s 62 en 63 van de doornummering;
- het proces-verbaal d.d. 3 februari 2015, als weergegeven op pagina’s 67 tot en met 69 van de doornummering;
- het proces-verbaal d.d. 11 februari 2015, als weergegeven op pagina 83 van de doornummering.
Feit 2
Met de officier van justitie en de raadsman, is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 2 tenlastegelegde feit, nu niet kan worden uitgesloten dat de aangetroffen veerdrukwapens aan een ander dan verdachte toebehoren.
1.4.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte:
1.
op 3 februari 2015 in de gemeente Sittard-Geleen, een wapen van categorie III en munitie van categorie III, te weten:
- een pistool met patroonmagazijn, merk Beretta, model PX4 Storm, kaliber 9 mm Luger en
- een patroonmagazijn (passend in hiervoor genoemd pistool, merk Beretta) en
- 26 kogelpatronen, kaliber 9 mm Luger en
- 43 kogelpatronen, kaliber 9 mm Luger,
voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
ten aanzien van feit 1:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De straf

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht aan verdachte een taakstraf op te leggen.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft een vuurwapen (pistool), met bijbehorende munitie, voorhanden gehad. Het wapen bewaarde verdachte onder zijn matras. Het onbevoegd voorhanden hebben van een vuurwapen is maatschappelijk onaanvaardbaar vanwege de grote dreiging die daarvan uitgaat voor anderen. Dergelijke wapens kunnen gebruikt worden voor allerlei (levens)bedreigende activiteiten. Het voorhanden hebben daarvan vormt een ernstige inbreuk op de rechtsorde. Daarom moet streng worden opgetreden tegen het onbevoegd voorhanden hebben van een vuurwapen. Daar komt nog bij dat het wapen binnen handbereik van verdachte lag. Verdachte kon dan ook een vuurwapen direct ter hand nemen, hetgeen een levensgevaarlijke situatie oplevert.
Voor het bezit van een pistool wordt, overeenkomstig de oriëntatiepunten van het LOVS, doorgaans een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden opgelegd. De rechtbank ziet geen aanleiding om daar in de onderhavige strafzaak van af te wijken en zal verdachte daartoe dan ook veroordelen, met aftrek van het voorarrest. Voor het opleggen van een andere strafmodaliteit zoals bepleit door de raadsman, ziet de rechtbank gelet op de ernst van het bewezenverklaarde feit geen aanleiding.

7.Het beslag

De rechtbank zal de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven, wapens en munitie onttrekken aan het verkeer, nu het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
De raadsman heeft betoogd dat twee van de inbeslaggenomen veerdrukwapens niet voor afdreiging geschikt zijn en derhalve aan verdachte dienen te worden teruggegeven. De rechtbank verwerpt dit verweer van de raadsman, nu uit het proces-verbaal met betrekking tot het onderzoek aan de veerdrukwapens afdoende blijkt dat deze wapens voor afdreiging geschikt zijn.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36b, 36c, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het onder 2 tenlastegelegde feit;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf van 3 maanden;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- onttrekt aan het verkeer de volgende in beslag genomen voorwerpen:
1 1.00 STK Wapen
BERETTA PX4 storm
552050
2 26.00 STK Munitie
LUGER 9 mm
552055
3 1.00 STK Patroonhouder
552064
4 1.00 STK Patroonhouder
552066
5 43.00 STK Munitie
LUGER GECO
553958
6 1.00 STK Imitatiewapen
553881
7 1.00 STK Imitatiewapen
WALTHER G3/P99
553887
8 1.00 STK Imitatiewapen
DOUBLE EAGLE M85
553891
9 1.00 STK Imitatiewapen
6mm Rb
553895.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.A.M. de Loo, voorzitter, mr. H.H. Dethmers en
mr. J.M.G. Gunsing, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.F. Driessen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 17 juli 2015.
Buiten staat
Mr. H.H. Dethmers en mr. J.M.G. Gunsing zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 3 februari 2015 in de gemeente Sittard-Geleen, een of meer wapens van categorie III en/of munitie van categorie III, te weten:
- een pistool met patroonmagazijn, merk Beretta, model PX4 Storm, kaliber 9 mm Luger en/of
- een patroonmagazijn (passend in hiervoor genoemd pistool, merk Beretta) en/of
- 26 kogelpatronen, kaliber 9 mm Luger en/of
- 43 kogelpatronen, kaliber 9 mm Luger,
voorhanden heeft gehad;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
2.
hij op of omstreeks 3 februari 2015 in de gemeente Sittard-Geleen, (een) wapen(s) van categorie I onder 7°, te weten:
- een veerdrukwapen (in de vorm van een pistool, gelijkend op een pistool, merk Sig sauer) en/of
- een veerdrukwapen (in de vorm van een pistool, gelijkend op een pistool, merk Walther P99AS) en/of
- een veerdrukwapen (in de vorm van een machinegeweer, gelijkend op een automatisch vuurwapen) en/of
- een elektrisch veerdrukwapen (in de vorm van een machinegeweer), zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s) en/of met (een) voor ontploffing bestemde voorwerp(en) voorhanden heeft gehad;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.

Voetnoten

1.De vindplaatsvermeldingen, voorkomend in de hierna opgenomen bewijsmiddelen en de motivering van de bewezenverklaring, verwijzen naar de doorlopende paginanummering in de voor eensluidend afschrift gewaarmerkte kopie van het in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde verbalisanten van de politie Eenheid Limburg opgemaakte proces-verbaal, genummerd PL 2300 2014043034 d.d. 12 maart 2015 en de als bijlagen daarbij gevoegde schriftelijke bescheiden, welke alle wettige bewijsmiddelen zijn als bedoeld in artikel 344, eerste lid jo artikel 339, eerste lid onder 5º van het Wetboek van Strafvordering.