In deze zaak heeft de besloten vennootschap ACCON AVM GROEP B.V. (hierna: ACCON) Trapps B.V. (hierna: Trapps) gedagvaard wegens onbetaalde facturen voor verleende accountancy- en adviesdiensten. ACCON heeft Trapps bij dagvaarding van 9 februari 2015 in rechte betrokken, waarbij zij vorderde dat Trapps zou worden veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 4.193,41, inclusief wettelijke rente en proceskosten. Trapps heeft de vordering betwist en verweerd dat ACCON onverantwoord gefactureerd heeft en dat zij niet wilde wachten op de uitkomst van een nadere toetsing van de uitgevoerde werkzaamheden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Trapps twee van de drie facturen onbetaald heeft gelaten, ondanks dat ACCON herhaaldelijk betalingsherinneringen heeft gestuurd. De rechter oordeelt dat Trapps niet tijdig heeft gereageerd op de facturen en dat haar verweer onvoldoende onderbouwd is. De rechter wijst erop dat het ontbreken van een schriftelijke opdracht of bevestiging van de mondelinge opdrachten de bewijspositie van ACCON verzwakt, maar dat dit niet betekent dat er geen vorderingen zijn ontstaan.
De rechter concludeert dat de hoofdsom van € 3.588,86 toewijsbaar is, met wettelijke rente vanaf 24 februari 2015. De proceskosten worden gecompenseerd, omdat de rechter van mening is dat er in feite rauwelijks gedagvaard is. Het vonnis wordt uitvoerbaar verklaard bij voorraad, en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.