3.1.[eiseres] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. inzake de vordering tot wedertewerkstelling c.a.:
1. gedaagden zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk te bevelen dat zij eiseres (in de persoon van de heer [B]) binnen 24 uur na betekening van het te dezen te wijzen vonnis in staat zullen stellen haar werkzaamheden als accountant binnen de maatschap [gedaagde sub 2] Accountants en Belastingadviseurs te kantoor Ubachsberg/Voerendaal te hervatten, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 voor elke dag of een deel van een dag dat gedaagden vanaf 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis hiermee in gebreke blijven althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te vermenen en te bepalen bedrag, voor iedere dag of gedeelte van een dag dat gedaagden in gebreke blijven aan de veroordeling te voldoen;
2. gedaagden zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis voormelde werkhervatting door eiseres binnen de organisatie schriftelijk (per e-mail) aan alle medewerkers van de maatschap bekend te maken, zulks onder vermelding dat de op non-actiefstelling op last van de voorzieningenrechter te Roermond per direct wordt herroepen, zulks op verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 2.500,00 voor het geval dat gedaagden het hiervoor genoemde bevel niet binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis opvolgen, te vermeerderen met een dwangsom van € 1.000,00 per dag of een deel van een dag dat gedaagden nalaten het genoemde bevel op te volgen, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te vermenen en te bepalen bedrag, voor iedere dag of gedeelte van een dag dat gedaagden in gebreke blijven aan de veroordeling te voldoen;
3. gedaagden, ieder hoofdelijk, des de een betaald hebbende de anderen zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling aan eiseres van het met eiseres overeengekomen bedrag inhoudende de maandelijkse ondernemersbeloning/het winstaandeel ter hoogte van € 6.677,- vanaf de maand mei 2015, te vermeerderen met alle emolumenten (waaronder gebruikelijke onkostenvergoedingen en scholingskosten) en telkens uiterlijk te voldoen op de laatste dag van iedere maand tot de dag dat de maatschap met eiseres rechtsgeldig geëindigd zal zijn;
4. gedaagden zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk te bevelen dat zij eiseres binnen 24 uur na de betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis in staat stellen en blijven stellen om toegang te verkrijgen tot haar zakelijke e-mailaccount van de maatschap, het computernetwerk van de maatschap, het boekhoudprogramma en de boekhouding (waaronder meest recente jaarrekening) van de maatschap, alsmede haar toegang te verschaffen en te blijven verschaffen tot alle kantoorfaciliteiten van de maatschap zowel digitaal als analoog ter volledige vervulling van haar functie als accountant en kantoorleider van kantoor van de maatschap te Ubachsberg/Voerendaal, zulks op verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 2.500,00 voor het geval dat gedaagden het hiervoor genoemde bevel niet binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis opvolgen, te vermeerderen met een dwangsom van € 1.000,00 per dag of een deel van een dag dat gedaagden nalaten het genoemde bevel op te volgen, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te vermenen en te bepalen bedrag, voor iedere dag of gedeelte van een dag dat gedaagden in gebreke blijven aan de veroordeling te voldoen;
II. inzake de vordering tot dooronderhandelen:
1. gedaagden zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis voortvarend door te onderhandelen met eiseres om een overeenkomst van opdracht met eiseres overeen te komen, zulks naar het model van de in juni 2014 door de maatschap met [A] Holding BV gesloten opdrachtovereenkomst, en van welke overeenkomst van opdracht tenminste onderdeel is dat eiseres tot ten minste 31 december 2017 vanuit de kantoorruimte van de maatschap te Ubachsberg/Voerendaal en met gebruikmaking van de aldaar aanwezige voorzieningen zelfstandig betaalde diensten mag verrichten voor ten minste de in het lichaam van deze dagvaarding genoemde relaties, kortweg aangeduid als [C] Advocaten ([C]), [D] Adviesgroep en de persoonlijke- en familierelaties van [eiseres] (weergegeven in productie 96), en dat gedaagden tevens worden veroordeeld om die onderhandelingen niet voortijdig zonder rechtens acceptabele reden af te breken waardoor geen overeenkomst wordt gesloten, zulks op straffe van een dwangsom van € 100.000,00 voor het ten onrechte afbreken van die onderhandelingen en een dwangsom van € 7.500,00 voor iedere twee dagen die de maatschap tijdens die onderhandelingen neemt om niet voortvarend door te onderhandelen, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te vermenen en te bepalen bedrag, voor iedere dag of gedeelte van een dag dat gedaagden in gebreke blijven aan de veroordeling te voldoen;
III. inzake de geldvorderingen:
1. gedaagden, ieder hoofdelijk, des de een betaald hebbende de anderen zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling aan eiseres, binnen twee dagen na de betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, de bedragen in hoofdsom van € 1.829,00 en van € 8.310,72 te vermeerderen met:
a. de gemaakte en aldus verschuldigde buitengerechtelijke incassokosten ad € 875,- en
b. de over € 1.829,00 verschuldigde wettelijke handelsrente dan wel wettelijke rente
i. vanaf de datum van eerste aanmaning (12 december 2014) tot aan de dag der algehele voldoening, dan wel subsidiair
ii. vanaf de dag van dagvaarding tot op het moment van algehele voldoening;
c. de over € 8.310,72 verschuldigde wettelijke handelsrente dan wel wettelijke rente
iii. vanaf de data van verzuim tot aan de dag der algehele voldoening, dan wel subsidiair
iv. vanaf de dag van dagvaarding tot op het moment van algehele voldoening;
2. gedaagden, ieder hoofdelijk, des de een betaald hebbende de anderen zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling aan eiseres binnen twee dagen na de betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis een voorschot op de door eiseres geleden schade ter hoogte van € 20.510,05 (inzake de kosten juridische bijstand) en € 25.000,- (inzake de schending van eer en goede naam);
IV. kosten van het geding:
gedaagden, ieder hoofdelijk, des de een betaald hebbende de anderen zijn bevrijd, te veroordelen in de kosten van het geding alsmede in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf twee weken nadat het veroordelende vonnis is gewezen tot de dag der algehele voldoening.