Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 juni 2015,
- de brief van 25 juni 2015 van [eiser] met producties,
- de brief van 29 juni 2015 van [gedaagde] met producties,
- de mondelinge behandeling van 2 juli 2015, waarbij [gedaagde] een reconventionele vordering heeft ingesteld waarvan de voorzieningenrechter heeft aangegeven daarop bij vonnis te beslissen,
- de pleitnota van [eiser].
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Spoedeisendheid
€ 2.000,00 en het beslagen bedrag in totaal (ING en PSC) was op de datum van behandeling in kort geding circa € 15.000,00. Hoewel volgens [gedaagde] nog geen opgave van PSC is ontvangen, heeft hij de door [eiser] genoemde maandelijkse (omzet)bedragen als zodanig niet betwist.