In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 24 juni 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, Office Depot B.V. [eiser] vorderde betaling van niet vergoede reiskosten, die volgens hem in strijd waren met de bepalingen van de toepasselijke CAO voor de Boekhandel en Kantoorvakhandel. De werknemer was sinds 1 juli 2008 in dienst bij Office Depot en had recht op een reiskostenvergoeding die in de CAO was vastgelegd. De werkgever had echter een afwijkende regeling in het personeelshandboek opgenomen, die volgens [eiser] niet voldeed aan de CAO-bepalingen.
De kantonrechter oordeelde dat de werkgever niet mocht afwijken van de CAO-bepalingen, aangezien artikel 12 lid 1 van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt dat een beding dat in strijd is met een collectieve arbeidsovereenkomst nietig is. De kantonrechter concludeerde dat Office Depot de reiskostenvergoeding niet correct had toegepast en dat de werknemer recht had op het fiscaal onbelast te vergoeden bedrag per kilometer, dat in de CAO was vastgesteld. De kantonrechter wees de vordering van [eiser] toe en veroordeelde Office Depot tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.
De uitspraak benadrukt het belang van de naleving van CAO-bepalingen door werkgevers en bevestigt dat afwijkende afspraken in arbeidsovereenkomsten nietig zijn indien deze in strijd zijn met de geldende CAO. Dit vonnis heeft implicaties voor de rechtspositie van werknemers en de verplichtingen van werkgevers met betrekking tot arbeidsvoorwaarden en vergoedingen.