3.3Het oordeel van de rechtbank
In de strafzaak met parketnummer 03/659012-15:
Op 14 januari 2015 kregen verbalisanten via de meldkamer de opdracht te rijden naar de [Pleegplaats]. Aldaar zou een verwarde vrouw hebben aangebeld. Ter plaatse troffen verbalisanten in de woonkamer een gedeeltelijk naakte vrouw aan, naar later blijkt [Slachtoffer].Zij verklaarde dat zij op 14 januari 2015 werkzaam was als (straat)prostituee. Zij was in Venlo in de auto van de voor haar bekende klant genaamd [Verdachte] gestapt en met hem naar [Pleegplaats] gereden. [Verdachte] stopte de auto op een zandpaadje. [Slachtoffer] moest uitstappen en om de auto lopen. Vervolgens werd [Slachtoffer] bedreigd met een wapen. Ook schoot [Verdachte] twee keer met het wapen. [Verdachte] zei tegen haar dat ze zich moest uitkleden en de kleding in de kofferbak moest leggen.Hij zei: “Als je je nu niet uittrekt dan gebeurt er iets” en “Als je het nu niet doet, dan neem ik jou van iemand weg.”
[Slachtoffer] kleedde zich uit. [Verdachte] zei: “Als je leven je lief is dan moet je nu over de akker gaan rennen” en “Je krijgt een kilometer voorsprong voordat ik achter je aankom en je afmaak. Die paar keer dat ik in de lucht geschoten heb was om jou bang te maken, maar die laatste kogel is om jou af te maken.”Ook zei [Verdachte]: “Deze kogel die ik nu heb is een echte, en die is voor jou. Ik stop hem nu in het magazijn. Ik kom je achterna en dan maak ik je af.” [Slachtoffer] is door de akkers weggerend.
Verdachte heeft verklaard dat [Slachtoffer] die avond in Venlo bij hem in de auto stapte. Hij vond dit vreemd, aangezien [Slachtoffer] hem al twee keer in de maling had genomen. Verdachte dacht op dat moment: “Nu zit je in de val.” Verdachte reed eerst naar zijn woning om een vuurwapen te pakken. Hij stopte het wapen in zijn jaszak. Hij wilde [Slachtoffer] hiermee flink laten schrikken.Hij reed vervolgens naar een zandweg in het veld bij [Pleegplaats]. Daar stapten [Slachtoffer] en verdachte uit de auto.Verdachte pakte zijn vuurwapen en schoot vervolgens twee of drie keer in de lucht. Op die manier wilde hij [Slachtoffer] dwingen zich uit te kleden. Hij wilde wraak op haar nemen. [Slachtoffer] moest zich uitkleden bij wijze van straf en vernedering. De kleding van [Slachtoffer] werd in de auto gelegd en toen is verdachte weggereden. Hij liet [Slachtoffer] naakt achter.
De rechtbank stelt op basis van de verklaringen van [Slachtoffer] en verdachte vast dat verdachte [Slachtoffer] heeft meegenomen naar een verlaten plek, om haar daar vervolgens te dwingen zich uit te kleden. Hierbij heeft hij gebruik gemaakt van een vuurwapen en heeft hij dreigende woorden uitgesproken.
Onder feit 1 primair is aan verdachte ten laste gelegd dat hij [Slachtoffer] heeft geprobeerd te verkrachten. [Slachtoffer] heeft namelijk in haar tweede verklaring verklaard dat verdachte bij het zandpaadje zijn geslachtsdeel heeft ontbloot en [Slachtoffer] hoofd naar zijn geslachtsdeel heeft geduwd. [Slachtoffer] heeft hier in eerste instantie niet over verklaard. Ook blijkt niet uit de verklaringen van [Getuige 1] en [Getuige 2] dat [Slachtoffer] hierover iets heeft gezegd toen zij die avond naakt voor de deur van de woning van [Getuige 1] stond. Verdachte heeft altijd ontkend dat dit zou zijn voorgevallen. De rechtbank kan dan ook niet vaststellen dat verdachte heeft geprobeerd [Slachtoffer] te verkrachten. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van feit 1 primair.
Onder feit 1 subsidiair in de strafzaak met parketnummer 03/659012-15 is ten laste gelegd dat verdachte [Slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen dan wel het dulden van ontuchtige handelingen. Onder ontuchtige handelingen moeten worden verstaan handelingen van seksuele aard die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm. Hiervan kan ook sprake zijn indien er geen contact in de zin van lichamelijke aanrakingen heeft plaatsgevonden
(HR 30 november 2004, NJ 2005, 184). De gedragingen dienen naar het oordeel van de rechtbank wel een seksuele lading te hebben om als ontuchtige handelingen te kunnen worden gekwalificeerd. Het enkele feit dat handelingen in strijd met de sociaal-ethische norm zijn, is niet voldoende.
Verdachte heeft van meet af aan verklaard dat hij geen seksuele motieven had. Hij was enkel uit op wraak en vernedering van [Slachtoffer], die hem immers eerder in de maling had genomen. Voor zover verdachte met [Slachtoffer] over seks heeft gesproken, was dit enkel - zo begrijpt de rechtbank althans - om haar vanuit Venlo mee te lokken naar een afgelegen plek en daar wraak te nemen. De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen dat verdachte enig seksueel motief had bij zijn handelen. Hoewel het iemand zich laten uitkleden en ’s avonds laat naakt achterlaten op een verlaten zandpad zonder meer sociaal-ethisch onacceptabel is, is het niet een handeling die zonder meer seksueel geladen is.
Naar het oordeel van de rechtbank is er dan ook geen sprake van ontuchtige handelingen.
Dat [Slachtoffer] dit wellicht anders heeft ervaren, en dat zij ter plekke vreesde dat zij door verdachte zou worden verkracht, maakt dit niet anders. Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van feit 1 subsidiair.
Onder feit 2 in de strafzaak met parketnummer 03/659012-15 is de bedreiging van [Slachtoffer] ten laste gelegd. Gelet op de verklaringen van [Slachtoffer] en verdachte stelt de rechtbank vast dat verdachte meermalen met een vuurwapen heeft geschoten en meermalen dreigende woorden heeft gesproken tegen [Slachtoffer]. Gelet op de aard van de bedreigingen en de omstandigheden waaronder een en ander heeft plaatsgevonden, konden deze bedreigingen bij [Slachtoffer] de vrees opwekken dat zij het leven zou laten. De rechtbank acht feit 2 dan ook bewezen.
In de strafzaak met parketnummer 03/702639-15:
Evenals de officier van justitie en de raadsman acht de rechtbank het tenlastegelegde bewezen, op grond van:
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 januari 2015, p. 66 en 67;
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 januari 2015, p. 102, 103 en 104;
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 9 juni 2015 afgelegd.