ECLI:NL:RBLIM:2015:5005

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 juni 2015
Publicatiedatum
15 juni 2015
Zaaknummer
03/700076-15
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor reversal fraude door manipulatie van geldautomaat

In de strafzaak tegen de verdachte, die op 21 februari 2015 in Heerlen een geldautomaat van de ING bank heeft gemanipuleerd, heeft de rechtbank Limburg op 10 juni 2015 uitspraak gedaan. De verdachte en zijn medeverdachte werden beschuldigd van diefstal door middel van braak en een valse sleutel. De rechtbank oordeelde dat de modus operandi, bekend als 'reversal fraude', wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte had een flexibele metalen strip, ook wel 'claw fork' genoemd, gebruikt om de gelduitgifte van de geldautomaat te manipuleren, waardoor hij en zijn mededader geld konden stelen zonder dat dit van hun rekening werd afgeschreven.

Tijdens de zitting op 27 mei 2015 heeft de verdachte een bekennende verklaring afgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een ander geld heeft weggenomen uit de geldautomaat, waarbij de verdachte gebruik maakte van braak en een valse sleutel. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de schade die is veroorzaakt door de manipulatie van de geldautomaat in overweging genomen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 9 maanden geëist, maar de rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf van 6 maanden op, met aftrek van voorarrest.

De benadeelde partij, ING bank N.V., had een schadevergoeding van €18.440,00 gevorderd, maar de rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering vanwege ontbrekende informatie in het voegingformulier. De rechtbank heeft ook beslist dat de inbeslaggenomen voorwerpen, waaronder de bankpas en de schroevendraaier, verbeurd verklaard moeten worden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank Limburg, waarbij de rechters L. Feuth, V.P. van Deventer en J.H.M. Engels betrokken waren.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/700076-15
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 10 juni 2015
in de strafzaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
thans gedetineerd in P.I. Zuid Oost, HvB Roermond te Roermond.
Raadsman is mr. M.M.J.P. Penners, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 27 mei 2015, waarbij de officier van justitie, de raadsman en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte al dan niet samen met een ander of anderen geld heeft gestolen uit een geldautomaat van de ING bank door middel van braak, verbreking en/of een valse sleutel (primair) dan wel een poging daartoe (subsidiair).

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het primair ten laste gelegde zal worden bewezenverklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangegeven dat zij zich voor wat betreft de bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde wenst te refereren aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd tijdens de zitting op 27 mei 2015;
- de aangifte van [naam aangever] namens de ING bank [2] d.d. 23 februari 2015.
De modus operandi die is toegepast wordt interbancair ook wel “reversal fraude” genoemd. Met een betaalmiddel wordt een kleine transactie van €10,00 gedaan op een geldautomaat. Bij het uitgeven van het geldbiljet opent de geldautomaat de gelduitgifteklep en plaatst de fraudeur een “claw fork” tussen de transportbanden van de geldautomaat. Nadat de “claw fork” is geplaatst, en het geldbiljet van €10,00 is uitgenomen, sluit de gelduitgifteklep normaal. Vervolgens wordt een grote transactie gestart. De geldautomaat doet een autorisatie om dit bedrag op te nemen uit de kluis en af te schrijven van de rekening van de fraudeur. De geldautomaat haalt de geldbiljetten op uit de kluis en zal deze via de transportband proberen uit te geven. De geldbiljetten kunnen echter niet worden uitgegeven omdat deze blijven steken in de “claw fork”. De geldautomaat zal proberen de geldbiljetten terug te halen. De “claw fork” voorkomt dit echter ook. De geldautomaat zal vaststellen dat het geld niet is gepresenteerd aan de klant en zal de autorisatie, en daarmee de belasting van de bijbehorende rekening, terugdraaien. Het op te nemen bedrag wordt daardoor niet afgeschreven van de rekening van de fraudeur. De fraudeur forceert vervolgens de gelduitgifteklep en neemt de “claw fork”, voorzien van de geldbiljetten, uit de geldautomaat. De bij de verdachten aangetroffen metalen strip wordt interbancair een “claw fork” genoemd.
In het bijzonder is de rechtbank van oordeel dat sprake is van “braak” omdat de dader de afsluitklep van de geldautomaat heeft geforceerd teneinde de claw fork met het geld uit de automaat te nemen. De rechtbank is van oordeel dat tevens sprake is van een “valse sleutel”. Immers bewerkstelligt de dader met de claw fork eerst dat het geld ten onrechte niet wordt gepresenteerd, waarna de automaat – onder annulering van de afschrijving – tracht het geld terug te nemen. Dit laatste wordt door de claw fork verhinderd. Vervolgens maakt de claw fork het de dader mogelijk het geld wederrechtelijk uit de automaat te nemen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
op 21 februari 2015 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldautomaat van de ING bank heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan ING bank Nederland, waarbij verdachte en zijn mededader het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en een valse sleutel door een flexibele metalen strip in de gelduitgifte-opening/gleuf van een geldautomaat van de ING bank te plaatsen en door met behulp van een flexibele metalen strip en een schroevendraaier de gelduitgifte-opening/gleuf van een geldautomaat te manipuleren.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en een valse sleutel.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de tijd van 9 maanden, met aftrek ex artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de eis van de officier van justitie zich niet verhoudt tot de ernst van het feit en de eerder aan verdachte opgelegde straffen in soortgelijke zaken. De verdediging is van mening dat de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden als uitgangspunt dient te nemen en verwijst daarbij naar de uitspraken van de rechtbank Limburg op 2 februari 2015 [3] . Verdachte heeft uit zichzelf een bekennende verklaring afgelegd, hetgeen meegenomen dient te worden bij de bepaling van de strafmaat. De verdediging acht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf passend, waarbij de duur van het onvoorwaardelijke deel gelijk dient te zijn aan het aantal dagen dat verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft, samen met zijn mededader, een geldautomaat gemanipuleerd met het doel de ING bank te bestelen.
“Reversal fraude” is een ernstig en hoogst hinderlijk misdrijf, waarmee op sluwe wijze geld wordt gestolen. Verdachte is, samen met zijn mededader, planmatig en berekenend te werk gegaan en zij hebben hierdoor niet alleen financiële schade toegebracht, maar ook materiële schade door handelingen te verrichten waardoor de apparatuur is uitgevallen.
In het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) is geen oriëntatiepunt vastgesteld voor het bestraffen van “reversal fraude”. De rechtbank is al met al van oordeel dat de ernst van het bewezenverklaarde feit en de schade dermate groot is, dat zonder meer een onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet worden opgelegd. Bij het bepalen van de hoogte van die gevangenisstraf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij het wel door het LOVS vastgestelde oriëntatiepunt voor het geld opnemen met een valse bankpas met geskimde gegevens (het zogenaamde skimmen), te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden.
De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij zo heeft gehandeld. Temeer nu het niet de eerste keer is dat hij veroordeeld is voor vermogensdelicten en dat hij het feit samen met een ander heeft gepleegd. Het dossier bevat bovendien aanwijzingen dat verdachte eerder geldautomaten heeft gemanipuleerd. De rechtbank zal daar dan ook ten nadele van verdachte rekening mee houden.
Alles afwegende, acht de rechtbank het passend en geboden dat aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van voorarrest, wordt opgelegd.

7.De benadeelde partij

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij
ING bank N.V., per adres [adres], vordert een schadevergoeding van €18.440,00.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van oordeel dat de volmacht aan alle juridische eisen voldoet en dat de vordering tot een bedrag van €1.000,00 toegewezen kan worden.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen omdat uit de stukken niet blijkt dat de personen die de volmacht hebben ondertekend ook bevoegd zijn deze volmacht te verlenen. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot een bedrag van €1.000,00 kan worden toegewezen, zijnde het bedrag dat op 21 februari 2015 van de ING bank is gestolen.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
ING bank N.V.heeft een vordering benadeelde partij ingediend met betrekking tot de geleden materiële schade.
De benadeelde partij voornoemd heeft de materiële schade op een bedrag van €18.440,00 gesteld, en wil die schade vergoed krijgen.
De rechtbank heeft geconstateerd dat bij het voegingformulier essentiële informatie ontbreekt ten behoeve van de ontvankelijkheid van de vordering. Bij het voegingsformulier is een volmacht gevoegd, welke vermeldt dat [naam aangever] gemachtigd is om namens de ING bank een vordering in te dienen. Echter blijkt uit de stukken niet dat deze machtiging rechtmatig is afgegeven. De rechtbank is van oordeel dat aanhouding van de zaak teneinde deze bevoegdheid te laten vaststellen een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert en zal gelet daarop de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering verklaren.
Aangezien de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering zal worden verklaard, zal zij worden veroordeeld in de kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt. De rechtbank zal deze kosten vaststellen op nihil.

8.Het beslag

De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen bankpas ([nr]), schroevendraaier ([nr]) en aluminium strip ([nr]) dienen te worden verbeurdverklaard, nu met behulp van deze voorwerpen het bewezen geachte is begaan. Voorts is er bij verdachte een bedrag van €780,00 inbeslaggenomen. De rechtbank acht bewezen dat in totaal een bedrag van €1.000,00 is weggenomen van de ING bank en dat dit bedrag gelijk onder de verdachte en zijn mededader is verdeeld. Verdachte heeft derhalve een bedrag van €500,00 uit diefstal afkomstig in zijn bezit gehad. De rechtbank is van oordeel dat dit bedrag teruggegeven dient te worden aan de rechthebbende, te weten de ING bank N.V. Het overige bedrag, zijnde €280,00 en de IPhone ([nr]) kunnen teruggegeven worden aan verdachte.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 10, 27, 33, 33a, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij
- verklaart de benadeelde partij
ING bank N.V., per adres [adres],
niet-ontvankelijkin haar vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij ING bank N.V. in de kosten van het geding door de verdachte ten behoeve van zijn verdediging tegen de vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Beslag
- verklaart verbeurd de volgende inbeslaggenomen voorwerpen:
  • bankpas Western Union ([nr]);
  • schroevendraaier ([nr]);
  • gereedschap, aluminium strip ([nr]);
- gelast de teruggave aan ING bank N.V. van:
€500,00;
- gelast de teruggave aan verdachte van:
  • IPhone ([nr]);
  • €280,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Feuth, voorzitter, mr. V.P. van Deventer en
mr. J.H.M. Engels, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Geene, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 10 juni 2015.
Buiten staat
Mr. V.P. van Deventer en mr. J.H.M. Engels zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
De verdachte staat na wijziging van de tenlastelegging terecht ter zake dat:
hij op 21 februari 2015 in de gemeente Heerlen, althans in het arrondissement Limburg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een of meer geldautoma(a)t(en) van de ING bank en of andere banken heeft weggenomen een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan ING bank Nederland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of ene valse sleutel te weten door een flexibele (metalen) strip voor/tegen/in de gelduitgifte-opening/gleuf van een geldautomaat van de ING bank en/of een andere bank te plaatsen en/of door met behulp van een flexibele (metalen) strip en/of een schroevendraaier de gelduitgifte-opening/gleuf van een geldautomaat te manipuleren;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 21 februari 2015 in de gemeente Heerlen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een geldautomaat van de ING bank, weg te nemen een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de ING bank, in elk geval een ander of anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereikt te brengen door middel van braak, verbreking en/of een valse sleutel, met voornoemd opzet doende is geweest om een flexibele (metalen) strip voor/tegen/in de gelduitgifte-opening/gleuf van een geldautomaat van de ING bank te plaatsen en/of door met behulp van een flexibele (metalen) strip en/of een schroevendraaier de gelduitgifte-opening/gleuf van een geldautomaat te manipuleren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid.
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/700076-15
Proces-verbaal van de openbare zitting van 10 juni 2015 in de zaak tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
thans gedetineerd in P.I. Zuid Oost, HvB Roermond te Roermond.
Raadsman is mr. M.M.J.P. Penners, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
, griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is wel in de zittingzaal aanwezig.
Als verdachte is aanwezig een persoon die blijk geeft niet de Nederlandse, doch wel de Roemeense taal te verstaan. Het onderzoek vindt daarom plaats met bijstand van een persoon, die opgeeft te zijn _____________________________, tolk in laatstgemelde taal.
De tolk legt, alvorens met de vertaalwerkzaamheden aan te vangen, in handen van de voorzitter op de bij de wet voorgeschreven wijze de eed/belofte af de taak als tolk naar geweten te zullen vervullen.
Of: De tolk is opgenomen in het Register beëdigde tolken en vertalers, op grond van de Wet beëdigde tolken en vertalers.
Al hetgeen ter terechtzitting is gesproken, is door de tolk vertaald.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen veertien dagen hoger beroep kan instellen.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de rechter en de griffier.

Voetnoten

1.De vindplaatsvermeldingen, voorkomend in de hierna opgenomen bewijsmiddelen, verwijzen naar de voor eensluidend afschrift gewaarmerkte kopie van het in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde verbalisanten van de politie-eenheid Limburg, districtsrecherche Parkstad, opgemaakte proces-verbaal, genummerd 2015033434 d.d. 27 maart 2015, pagina 1 tot en met 149, en de als bijlagen daarbij gevoegde schriftelijke bescheiden, welke alle wettige bewijsmiddelen zijn als bedoeld in artikel 344, eerste lid jo artikel 339, eerste lid onder 5º van het Wetboek van Strafvordering.
2.Proces-verbaal van aangifte d.d. 23 februari 2015, dossierpagina 65.