4.3Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat verdachte van het onder 1 tenlastegelegde feit vrijgesproken moet worden. De wetgever heeft bedoeld artikel 248c van het Wetboek van Strafrecht van toepassing te laten zijn op iemand die opzettelijk aanwezig is bij het plegen van ontuchtige handelingen door een minderjarige, dan wel op iemand die aanwezig is bij het vertonen van afbeeldingen van dergelijke handelingen in een daarvoor bestemde gelegenheid. Uit de toelichting bij dit artikel blijkt dat het artikel slaat op het bijwonen van (en dus lijfelijk aanwezig zijn bij) een vertoning van een kinderpornofilm of een erotische show waarin kinderen optreden. De wetgever heeft bij het opstellen van dit artikel dan ook specifiek de klant voor ogen gehad. Een dergelijke situatie doet zich in dit geval niet voor. Hoewel verdachte lijfelijk aanwezig is geweest bij het plegen van ontuchtige handelingen door een minderjarige, was zij op dat moment geen klant. Artikel 248c van het Wetboek van Strafrecht is dan ook niet van toepassing.
Feit 3
Verklaringen slachtoffers
Verklaringen slachtoffer [slachtoffer 1]
(hierna: [slachtoffer 1]), geboren op [geboortedatum 2], heeft verklaard dat in januari 2014 voor het eerst ter sprake kwam dat je seks kon hebben voor geld. [medeverdachte 2] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 2]) zei dat hij meisjes voor hem liet werken. Deze meisjes hadden seks met klanten voor geld in de woning van [medeverdachte 4] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 4]). [medeverdachte 2] zei daarnaast dat meisjes die dit werk ook wilden doen, zich bij hem konden melden. [medeverdachte 2] vroeg aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2]) of zij dit werk ook eens wilden proberen. [medeverdachte 2] zei dat het goed geld verdienen was en dat je beter bij hem kon werken, dan voor € 3,00 ergens anders. Toen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan [medeverdachte 2] lieten weten dat zij dit wel eens wilden proberen, stuurde [medeverdachte 2] hen een berichtje dat ze daarvoor naar het huis van [medeverdachte 4] moesten komen.
[medeverdachte 4] heeft foto’s van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gemaakt. Ook heeft [medeverdachte 4] foto’s gemaakt van [slachtoffer 1] op bed en van [slachtoffer 1] en [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte) onder de douche. Er werden van [slachtoffer 1] advertenties op erotische internetsites (onder andere Speurders.nl) gezet. De prijzen voor de seks waren door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] al bepaald voordat [slachtoffer 1] met het werk begon. Eén uur met haar kostte € 150,00, een half uur kostte meestal tussen de € 100,00 en € 120,00 en een kwartier kostte € 75,00. Pijpen kostte € 50,00 extra. [medeverdachte 4] maakte de advertenties en stuurde e-mails.
De klanten bereikten [slachtoffer 1] via de chat of op de mail. Als de klant een keer eerder was geweest, belden ze ook wel eens op voor een nieuwe afspraak. [slachtoffer 1] zat in het huis van [medeverdachte 4] en hoorde daar wanneer ze een klant had. Als er een klant kwam, dan ging [slachtoffer 1] zelf naar beneden om de deur te openen. Daarna nam ze de klant mee naar de slaapkamer. De klant betaalde bij binnenkomst het geld aan [slachtoffer 1]. [slachtoffer 1] moest vervolgens het geld op de gang op de grond leggen. Het was de afspraak dat [medeverdachte 2] dit geld pakte. [medeverdachte 2] pakte ook het geld van [slachtoffer 2]. Als de klant weg was kreeg [slachtoffer 1] de helft van het geld van [medeverdachte 2]. Het overige geld werd verdeeld tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4]. [medeverdachte 2] heeft tegen [slachtoffer 1] gezegd dat [slachtoffer 1] extra betaling moest vragen als ze wat “extra’s” deed. [medeverdachte 2] wilde dan wel de helft van die extra betalingen hebben. [slachtoffer 1] vond dat ze te weinig geld kreeg, omdat een groot deel naar [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] ging.
[slachtoffer 1] heeft eenmaal een triootje gedaan met [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte). Dit gebeurde in de woonkamer van een klant. [medeverdachte 4] had [slachtoffer 1] en [verdachte] bij die klant afgezet. Na afloop heeft de klant [slachtoffer 1] en [verdachte] weer teruggebracht naar de woning van [medeverdachte 4]. Voor dit trio betaalde de klant € 300,00. [medeverdachte 4] had dit geld aan [medeverdachte 2] gegeven. [medeverdachte 2] heeft vervolgens het geld verdeeld. [slachtoffer 1] en [verdachte] kregen voor het triootje ieder € 75,00. [slachtoffer 1] zag [verdachte] als een collega.
Toen [medeverdachte 4] paranoia werd en met [medeverdachte 2] ook nog ruzie kreeg over geld, heeft [medeverdachte 2] besloten dat ze op een andere plek gingen werken. Dit was het huis van [medeverdachte 3]. Bij [medeverdachte 3] moesten er nieuwe afspraken gemaakt worden over de prijzen. [slachtoffer 1] ontving toen echter ook de helft van wat de klant betaalde. De andere helft was voor [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]. [medeverdachte 3] kreeg echter bijna nooit iets, omdat [medeverdachte 2] het in zijn eigen zak stak.
[medeverdachte 2] was altijd aanwezig als [slachtoffer 1] een klant had. Hij liet zich echter niet zien aan de klanten. In de woning van [medeverdachte 4] ging hij in de woonkamer zitten en in de woning van [medeverdachte 3] ging hij op het balkon staan.
[slachtoffer 1] is gestopt met de prostitutiewerkzaamheden voor carnaval 2014.
Verklaringen slachtoffer [slachtoffer 2]
(hierna: [slachtoffer 2]), geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 2], heeft verklaard dat zij werkzaam is geweest in de prostitutie. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij hiervoor gebruik konden maken van een kamer in het huis van [medeverdachte 4] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 4]). [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte) en [slachtoffer 1] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1]) werkten hier ook. In het huis van [medeverdachte 4] regelden [medeverdachte 2] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 2]) en [medeverdachte 4] de klanten: zij regelden de advertenties en zorgden ervoor dat het contact met klanten tot stand kwam. Op internet was al aangeven hoeveel het kostte.
[slachtoffer 2] heeft ongeveer een maand in het huis van [medeverdachte 4] gewerkt. Op een gegeven moment kregen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] ruzie. [medeverdachte 2] heeft toen geregeld dat ze een kamer konden gebruiken in het huis van [medeverdachte 3]. [verdachte], [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] werkten daar op dezelfde manier als in het huis van [medeverdachte 4]. [slachtoffer 2] heeft iets langer dan een maand in het huis van [medeverdachte 3] gewerkt. Uiteindelijk zijn ze ook daar weggegaan, omdat [medeverdachte 2] een kamer in het huis van [getuige] in Heerlen had gevonden. In die woning werkten [verdachte] en [slachtoffer 2] op dezelfde manier als eerder. [slachtoffer 1] was hier niet meer bij.
In het huis van [medeverdachte 4] nam [slachtoffer 2] soms de telefoon op. Meestal wilde [slachtoffer 1] de telefoon opnemen. Ook nam [verdachte] de telefoon wel eens op. Bij het huis aan de [adres 2] nam [medeverdachte 3] altijd op. In het volgende huis namen [slachtoffer 2] en [verdachte] om de beurt op. Van [medeverdachte 4] moesten de meisjes altijd de telefoon opnemen. [medeverdachte 2] heeft ook een paar keer de telefoon opgenomen, maar dan kwamen de klanten niet.
Als er een klant belde, vroeg de klant waar hij heen moest komen. Er werd dan gezegd dat de klant naar de straat moest komen en dat het huisnummer werd gegeven als de klant daarna terug zou bellen. Als klanten naar de prijzen vroegen, zeiden ze dat ze dat zouden bespreken als ze bij het huis zouden zijn. Dit in verband met de politie. Bij [medeverdachte 4] maakten [slachtoffer 1] en [verdachte] de deur open. [slachtoffer 2] heeft dit maar één keer gedaan, omdat ze dit eng vond. Als er een klant kwam die wilde kiezen, stonden ze op een rijtje. Toen er in het huis van [medeverdachte 3] werd gewerkt, kon [medeverdachte 3] ook gekozen worden. [medeverdachte 3] deed het werk zelf ook.
Van het geld dat [slachtoffer 2] van de klant ontving, gaf ze de helft aan [medeverdachte 4] of [medeverdachte 2]. [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] verdeelden het geld onderling. De andere helft hield [slachtoffer 2] zelf. Toen [slachtoffer 2] in het huis van [medeverdachte 3] werkte gaf zij het geld aan [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] verdeelde het geld met [medeverdachte 3].
[medeverdachte 4] zei altijd dat de meisjes een korset en hakken aan moesten doen, omdat dit er beter uitzag. [slachtoffer 2] had geen korset. Zij droeg een topje, waarbij een stuk van haar buik te zien was, en een kort broekje. [slachtoffer 1] droeg een rood korset. Toen ze in het huis van [medeverdachte 3] werkten, zei [medeverdachte 3] dat ze normale kleren aan moesten doen, in plaats van een korset. De condooms werden door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] geregeld.
[slachtoffer 2] heeft een trio met [verdachte] gedaan. Ze vond het prettiger om met haar te werken, dan alleen. Dit trio speelde zich af in het huis van [medeverdachte 4]. Deze klant hebben [slachtoffer 2] en [verdachte] samen afgetrokken. [slachtoffer 2] zag [verdachte] meer als collega, dan als haar baas.
Verklaringen verdachte en medeverdachten
Verklaring verdachte
Verdachte (hierna: [verdachte]) heeft verklaard dat [medeverdachte 2] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 2]) en [medeverdachte 4] aan haar hadden gevraagd of zij in de prostitutie wilde werken. [medeverdachte 2] regelde de kamers waarin gewerkt kon worden. Toen er gewerkt werd in het huis van [medeverdachte 4] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 4]), maakte [medeverdachte 4] de afspraken met de klanten. De klanten namen via e-mail of telefoon contact met hem op. [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] waren echter van mening dat het beter was als een vrouw de telefoon opnam. Toen [slachtoffer 2] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 2]) in het huis van [medeverdachte 4] kwam werken, namen [verdachte] en [slachtoffer 2] de telefoon op. Ze moesten dan hun naam zeggen, vragen voor wie de klant belde en wat de klant wilde. Als er klanten langskwamen, moest [verdachte] ze beneden ontvangen. Soms bracht [medeverdachte 4] de meisjes naar het huis van een klant. [medeverdachte 4] zorgde dan voor het vervoer.
Voor advertenties werden er foto’s gemaakt van [slachtoffer 1] en [verdachte]. Eén foto werd gemaakt terwijl [verdachte] en [slachtoffer 1] onder de douche in het huis van [medeverdachte 4] stonden, daarnaast werd er een foto gemaakt van [slachtoffer 1] en [verdachte] terwijl zij op bed lagen.
Verder heeft [verdachte] verklaard dat zij een trio met [slachtoffer 2] en een klant heeft gehad in de woning van [medeverdachte 4]. Op dat moment was zowel [medeverdachte 2] als [medeverdachte 4] in de woning aanwezig. [medeverdachte 2] heeft achteraf het geld verdeeld tussen [slachtoffer 2], [verdachte], [medeverdachte 4] en zichzelf. De afspraak met de klant was door [medeverdachte 4] gemaakt. Ook heeft [verdachte] een triootje gehad met [slachtoffer 1] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1]) in het huis van [medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 3]).
[verdachte] heeft tevens verklaard dat zij [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] zag als haar collega’s.
Verklaringen medeverdachte [medeverdachte 3]
Medeverdachte [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3]) heeft verklaard dat [medeverdachte 2] haar heeft gevraagd of zij haar huis, aan de [adres 2], ter beschikking wilde stellen voor meisjes. [medeverdachte 2] had een locatie nodig. [medeverdachte 2] vertelde aan [medeverdachte 3] dat hij meisjes had en vroeg aan haar of zij nog mannen kende die langs wilden komen. Deze meisjes zouden in de woning van [medeverdachte 3] klanten ontvangen om seks te hebben tegen betaling. [medeverdachte 3] heeft toen haar huis aan [medeverdachte 2] verhuurd. Zij wilde hier maximaal € 200,00 voor hebben.
De afspraken met klanten werden ofwel in de slaapkamer gemaakt met het desbetreffende meisje, ofwel aan de telefoon. In de eerste weken nam [medeverdachte 3] de telefoon op als er een klant belde. Uiteindelijk heeft een van de andere meisjes dat van haar overgenomen. [medeverdachte 2] nam ook wel eens de telefoon op. [medeverdachte 3] had met [medeverdachte 2] afgesproken dat zij de advertenties zou regelen. [medeverdachte 3] heeft advertenties gemaakt voor zowel [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], als voor [verdachte]. Ze plaatste deze advertenties op Seksjobs.nl. Er stonden toen al advertenties op Speurders.nl. [medeverdachte 3] heeft de advertenties op Speurders.nl wel aangepast. [medeverdachte 3] moest de e-mail en de advertenties in de gaten houden. Op enig moment heeft [medeverdachte 3] het telefoonnummer:
[telefoonnummer] bij de advertenties gezet. [medeverdachte 2] had tegen [medeverdachte 3] gezegd dat ze eerst moest mailen, maar daar ging te veel tijd in zitten. Met haar telefoon, type Samsung S3, heeft [medeverdachte 3] foto’s gemaakt van de meisjes. [verdachte], [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] wilden deze foto’s zien. [medeverdachte 3] heeft deze foto’s vervolgens naar hun telefoons gestuurd.
Verklaringen getuige [getuige]
Getuige [getuige], woonachtig aan de [adres 3], heeft verklaard dat hij in een persoonlijk gesprek door [medeverdachte 2] was gevraagd of [medeverdachte 2] zijn slaapkamer mocht gebruiken. De slaapkamer werd in ongeveer een week klaar gemaakt voor de prostitutie. [medeverdachte 2] zei dat de verhuisdozen uit de slaapkamer weg moesten, omdat dit niet mooi zou staan. Ook kwam [medeverdachte 2] kijken welke lampen, kussens en dekbedden er nodig waren. Vanaf 11 maart 2014 zijn de meisjes vanuit de woning van [getuige] gaan werken. [medeverdachte 2] regelde de contacten en de spullen die de meisjes nodig hadden om te werken vanuit de woning. Op 27 maart 2014 werd [getuige] door [medeverdachte 2] gebeld dat er iets was gebeurd met de politie en dat ze moesten stoppen. [getuige] moest van [medeverdachte 2] alle dingen, zoals dekbedden, kussens, flessen olie en condooms, weggooien.
Advertenties en IP-adressen
Op 19 maart 2014 werd door gebruiker [werknaam 1] een account aangemaakt. Op 20 maart 2014 werden zowel een advertentie (met nummer [advertentienummer]), als drie foto’s geplaatst vanaf het
IP-adres [IP-adres] Bij de foto-upload stond als tekst: “Foto’s werk [slachtoffer 2]”. In de advertentie stond de volgende tekst: “Geile meid net 18 spaart voor haar rijbewijs. Naam: [werknaam 1]. Plaats: Heerlen. Provincie: Limburg (NL). hoi ik ben [werknaam 1]. Ik ben net 18 jaar woon samen met mijn vriendin [werknaam 2] in heerlen wij delen een etage en nog veel meer !! !!!!! zin in een seks date neem contact met ons op geile kusjes xxx”. Na onderzoek bleek het IP-adres [IP-adres] gekoppeld te zijn aan [getuige], [adres 3].
Verdachte heeft verklaard dat haar werknaam ‘[werknaam 2]’ was. Tevens heeft zij verklaard dat de werknaam van [slachtoffer 2] ‘[werknaam 1]’ was. Bij de politie is [slachtoffer 1] geconfronteerd met voornoemde advertentie (nummer [advertentienummer]). [slachtoffer 1] heeft daarbij het bovenste meisje op de foto herkend als [slachtoffer 2]. Het andere meisje heeft zij als [verdachte] herkend.
Sms-verkeer
Tijdens de doorzoeking van de woning van medeverdachte [medeverdachte 2], was [medeverdachte 2] in het bezit van een mobiele telefoon (type Samsung). Deze mobiele telefoon is in beslag genomen. Van deze mobiele telefoon werd een extractierapport opgemaakt. Uit dit rapport blijkt dat vanaf deze mobiele telefoon op 7 maart 2014 (onder andere) de volgende sms-berichten zijn verzonden: “Zij is er mee gestopt heb wel andere dames voor jou. Laat me maar weten. Braziliaanse echt lekker en een Russische meid heb ik nu hier allebei 18. [adres 2] in heerlen als je daar bnt krijg je huisnr door. Ja wt wil je half uur of uurtje. 1 uur 150 euro half uur 100 euro vluggertje 60 eur. Tegenover de kerk bij [naam]. Sms me als je daar bnt.”
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank leidt uit het dossier af dat de slachtoffers door medeverdachte [medeverdachte 2] zijn gevraagd of zij prostitutiewerkzaamheden wilden verrichten. Ook verdachte is door medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] gevraagd of zij werkzaam wilde zijn in de prostitutie. Zij heeft dezelfde prostitutiewerkzaamheden verricht als de slachtoffers. Verdachte heeft eenmaal met [slachtoffer 1], en eenmaal met [slachtoffer 2] een trio (met een klant) gehad. De slachtoffers zagen verdachte als een collega.
Verdachte moest (evenals de slachtoffers) een deel van haar verdiensten afstaan aan haar medeverdachten. Medeverdachte [medeverdachte 2] verdeelde het geld tussen haar en haar medeverdachten. Verdachte kreeg dan (als zij alleen had gewerkt) de helft van wat zij oorspronkelijk had verdiend. Tevens moest zij, net als de slachtoffers, de telefoon opnemen, de deur openen voor klanten, werden er advertenties voor haar gemaakt en werden er foto’s van haar genomen. De afspraken met klanten werden voor zowel de slachtoffers, als voor verdachte, door haar medeverdachten geregeld.
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier niet af te leiden is dat verdachte een zelfstandig handelende figuur is geweest, zoals bij medeplegen (of plegen) wel is vereist. Er volgt nergens uit het dossier dat verdachte verantwoordelijk is geweest voor het werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen van de slachtoffers met het oogmerk van seksuele uitbuiting, dan wel hen ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen voor prostitutiediensten. Derhalve is verdachte niet aan te merken als medepleger of als pleger van het tenlastegelegde onder A.
Opzettelijk voordeel getrokken uit seksuele handelingen van slachtoffers?
Uit het dossier volgt dat verdachte met zowel [slachtoffer 1] als met [slachtoffer 2] een trio met een klant heeft gehad. Het geld dat [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en verdachte hiermee verdienden werd door medeverdachte [medeverdachte 2] verdeeld. Verdachte en de beide slachtoffers kregen telkens 25% van de opbrengsten hiervan.
De rechtbank dient de vraag te vraag te beantwoorden of het feit dat verdachte geld ontvangen heeft voor deze trio’s te zien is als opzettelijk voordeel trekken uit de seksuele handelingen van de slachtoffers.
De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend. De tenlastelegging spreekt van het opzettelijk voordeel trekken
uit handelingen van anderen, te weten [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1]. In casu is hier geen sprake van. Immers heeft verdachte voor haar eigen aandeel in het trio 25% van de opbrengst ontvangen. Zij heeft hierbij nooit gedeeld in de opbrengsten die voortkwamen uit de handelingen van de slachtoffers. Derhalve is verdachte niet aan te merken als medepleger of als pleger van het tenlastegelegde onder B.
Gelet op het voorgaande, kan naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 3 tenlastegelegde.