Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
1 september 1996 is [eiseres] krachtens arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij Licom in dienst getreden, onder toepasselijkheid van de CAO Licom.
- U krijgt een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht aangeboden
- De arbeidsovereenkomst gaat met terugwerkende kracht in
- Bij gebleken geschiktheid en indien dit bedrijfseconomisch mogelijk is, zal na ommekomst van het jaar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd worden aangeboden.
- Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing.
- U wordt benoemd in de functie van
- In deze functie bent u werkzaam bij
- (…)
- Uw bruto maandsalaris bedraagt
- (…)
- Er wordt bij het toepassen van de arbeidsvoorwaarden zoveel als mogelijk aansluiting gezocht bij de zogenaamde CAR-UWO van de gemeente Heerlen (“Collectieve Arbeidsvoorwaarden- regeling Uitwerkingsovereenkomst”, in de volksmond “cao voor gemeenteambtenaren”) door middel van analoge toepassing van deze regeling. Dit betekent dat wij de CAR-UWO van de gemeente Heerlen volgen, maar dat u geen ambtelijke aanstelling krijgt.
- (…)
3.Het geschil
19 oktober 2013 is voortgezet op basis van de gedane toezegging, dan wel uit dien hoofde Groen OZL te veroordelen om aan [eiseres] binnen 24 uur na het in dezen te wijzen vonnis een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te bieden conform de voorwaarden zoals dat eerst ook het geval was, op basis van de gedane toezeggingen;
16 april 2014 (dag der dagvaarding) tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanig percentage c.q. bedrag dat de kantonrechter in goede justitie vermag te bepalen;
LJNBV9603,
JAR2012/150, Van Tuinen / Taxicentrale L. Wolters, hierna wederom aan te duiden als “Van Tuinen-arrest”) en het bepaalde in artikel 7:668a BW – dat er sprake is van opvolgend werkgeverschap. Dit brengt volgens [eiseres] mee dat de arbeidsovereenkomst die zij op 19 oktober 2012 met Groen OZL is aangegaan, als voor onbepaalde tijd aangegaan heeft te gelden.
Groen OZL is volgens [eiseres] dan ook niet gerechtigd om het werknemersdeel aan pensioenpremie in mindering te brengen. De grondslagen van de overige vorderingen (die [eiseres] zowel primair, subsidiair en meer subsidiair jegens Groen OZL heeft ingesteld) vloeien reeds uit die vorderingen zelf voort, zodat die hier geen nadere toelichting behoeven.
4.De beoordeling
Anticiperen op Wet werk en zekerheid (Wwz)
15 oktober 2012 was dat aan 65 mensen de juiste “mindset” voor een functie binnen WOZL althans Groen OZL werd toegedicht. Alhoewel Groen OZL stelt dat er – nadat op 18 oktober 2012 bekend werd dat het in dienst nemen van 115 cao-medewerkers een harde eis van de curatoren van Licom was – een knip moet worden gemaakt waardoor de selectie weer op “nul” begon, overtuigt die door Groen OZL gestelde knip de kantonrechter geenszins. Immers, vaststaat dat er reeds in september 2012 een crisisteam was opgericht, dat werd bemenst door ambtenaren van in de WOZL deelnemende gemeenten. In dat crisisteam zaten in ieder geval dhr. [naam lid crisisteam 1], dhr. [naam lid crisisteam 2], dhr. [naam lid crisisteam 3] en mevr. [naam lid crisisteam 4] van de gemeente Heerlen, dhr. [naam lid crisisteam 5] van de gemeente Landgraaf en mevr. [naam lid crisisteam 6] van de gemeente Brunssum. Ook dhr. [naam bestuurssecretaris WOZL] (bestuurssecretaris WOZL) maakte deel uit van het crisisteam. Tussen partijen staat vast dat van de leden van dit crisisteam, dhr. [naam lid crisisteam 2] en dhr. [naam lid crisisteam 3] vanaf het eerste selectiegesprek van 15 oktober 2012 bij de selectie van de nieuwe medewerkers voor WOZL althans Groen OZL betrokken waren. Ook staat vast dat dhr. [naam lid crisisteam 2] en dhr. [naam lid crisisteam 3] bij dit eerste selectiegesprek ondersteuning kregen van dhr. [naam voorzitter wsw-cliëntenraad 1] en dhr. [naam voorzitter wsw-cliëntenraad 2] (beiden voorzitter van een wsw-cliëntenraad). Achterliggende gedachte was dat de heren [naam voorzitter wsw-cliëntenraad 1] en [naam voorzitter wsw-cliëntenraad 2] vanwege het vervullen van die voorzittersrollen die gewenste ondersteuning bij de selectie konden bieden. Verder staat vast dat dhr. [naam werknemer Licom 1] (partijen twisten over zijn exacte functie binnen Licom, maar vaststaat dat hij een goed beeld had van de cao-medewerkers) op 17 oktober 2012 aan het team van deze vier personen is toegevoegd. Partijen zijn het erover eens dat [naam werknemer Licom 1], juist vanwege het goede beeld dat hij van de cao-medewerkers van Licom had, aan het team werd toegevoegd. Vanaf 18 oktober 2012 sloten ook dhr. [naam lid crisisteam 5] en mevrouw [naam lid crisisteam 6] bij het team aan. Het team dat volgens Groen OZL met de “definitieve selectiemethodiek” op 18 oktober 2012 tot 115 namen kwam (toen duidelijk werd dat 115 een harde eis van de curatoren was), bestond dus uit de teamleden [naam lid crisisteam 1], [naam lid crisisteam 2], [naam voorzitter wsw-cliëntenraad 1] en [naam voorzitter wsw-cliëntenraad 2], te weten dezelfde personen die reeds op 15 oktober 2012 65 cao-medewerkers van Licom geschikt hadden bevonden (de juiste “mindset” hadden toegedicht) voor een functie binnen WOZL althans Groen OZL. De selectieresultaten van dit team, waarvan het aantal leden steeds werd uitgebreid, kunnen zonder meer aan WOZL althans Groen OZL worden toegerekend. Doelstelling van het team was immers om voor WOZL althans Groen OZL geschikte medewerkers te selecteren uit de groep van voorheen voor Licom werkzame cao-medewerkers. Aldus moet ten aanzien van de 65 medewerkers die op 15 oktober 2012 de juiste “mindset” werd toegedicht, worden geoordeeld dat er zodanige banden tussen WOZL althans Groen OZL en Licom bestonden, dat het door de laatste op grond van haar ervaringen met die 65 werknemers verkregen inzicht in hun hoedanigheden en geschiktheid in redelijkheid ook aan WOZL althans Groen OZL moet worden toegerekend. Kort gezegd: voor deze groep van 65 werknemers is aan het banden-criterium uit het Van Tuinen-arrest voldaan.
Groen OZL geselecteerd op basis van functienoodzakelijkheid, in het licht van de wens de overgang te maken naar mensontwikkeling.
WOZL werden overgenomen (met uitzondering van de hierna te bespreken werknemers [naam werknemer Licom 2], [naam werknemer Licom 3], [naam werknemer Licom 4] en [naam werknemer Licom 5]).
kunneninzien. Daarom moet worden geoordeeld dat tussen WOZL althans Groen OZL en Licom zodanige banden bestonden, dat het door Licom verkregen inzicht in de hoedanigheden en geschiktheid van de Licom-werknemers in redelijkheid ook moet worden toegerekend aan WOZL althans Groen OZL nu WOZL althans Groen OZL de mogelijkheid heeft gehad om het hier bedoelde inzicht per individuele cao-werknemer (onder wie ook de 16 “opplussers”) te verkrijgen. Samengevat: ook ten aanzien van de werknemers die niet behoorden tot de 65 werknemers met de gebleken juiste “mindset”, is aan het banden-criterium van het Van Tuinen-arrest voldaan.
€ 1.938,20 bruto (zonder 8% vakantiebijslag en overige emolumenten) bedroeg. Groen OZL zal worden veroordeeld tot betaling van dit bruto maandloon aan [eiseres] vanaf 19 oktober 2013 tot en met heden. Groen OZL heeft niet aangevoerd dat [eiseres] over de periode dat zij een Ziektewet-uitkering ontving, geen aanspraak kan maken op volledige doorbetaling van het loon. Ten overvloede: Wat hier ook van zij, ervan uitgaande dat [eiseres] een Ziektewet-uitkering heeft gehad, zal dit natuurlijk wel in mindering komen op gemelde loondoorbetalingsverplichting en de daarbij geldende wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente.
NJ2007/101 – geen grond voor (overeenkomstige) toepassing van artikel 7:680a BW op een geval als het onderhavige, waarin in geschil is of een arbeidsovereenkomst van rechtswege is afgelopen.
- explootkosten en verschotten: € 100,33
- salaris gemachtigde: €
1.050,00(3,5 x € 300,00)
5.De beslissing
18 oktober 2013 is blijven voortbestaan;
€ 1.000,00 voor elke dag of gedeelte van een dag dat aan deze veroordeling niet wordt voldaan, tot een maximaal te verbeuren bedrag van € 25.000,00;
- € 100,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot aan de dag der algehele voldoening;