Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
1 juli 1996 is [eiser] krachtens arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij Licom in dienst getreden, onder toepasselijkheid van de CAO Licom.
- U krijgt een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht aangeboden
- De arbeidsovereenkomst gaat met terugwerkende kracht in
- Bij gebleken geschiktheid en indien dit bedrijfseconomisch mogelijk is, zal na ommekomst van het jaar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd worden aangeboden.
- Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing.
- U wordt benoemd in de functie van
- In deze functie bent u werkzaam bij
- (…)
- Uw bruto maandsalaris bedraagt
- (…)
- Er wordt bij het toepassen van de arbeidsvoorwaarden zoveel als mogelijk aansluiting gezocht bij de zogenaamde CAR-UWO van de gemeente Heerlen (“Collectieve Arbeidsvoorwaarden- regeling Uitwerkingsovereenkomst”, in de volksmond “cao voor gemeenteambtenaren”) door middel van analoge toepassing van deze regeling. Dit betekent dat wij de CAR-UWO van de gemeente Heerlen volgen, maar dat u geen ambtelijke aanstelling krijgt.
- (…)
3.Het geschil
17 april 2014 (dag der dagvaarding) tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanig percentage c.q. bedrag dat de kantonrechter in goede justitie vermag te bepalen;
LJNBV9603,
JAR2012/150, Van Tuinen / Taxicentrale L. Wolters, hierna wederom aan te duiden als “Van Tuinen-arrest”) en bepaalde inin 7:668a BW – dat er :BW tersprake is van opvolgend werkgeverschap. Dit brengt[eiser] Janssen mee dat de arbeidsovereenkomst die hij op 199oktober 2012 met Beschut OZL is aangegaan, als voor onbepaalde tijd heeft tegelden.
4.De beoordeling
Anticiperen op Wet werk en zekerheid (Wwz)
15 oktober 2012 was dat aan 65 mensen de juiste “mindset” voor een functie binnen WOZL althans Beschut OZL werd toegedicht. Alhoewel Beschut OZL stelt dat er – nadat op 18 oktober 2012 bekend werd dat het in dienst nemen van 115 cao-medewerkers een harde eis van de curatoren van Licom was – een knip moet worden gemaakt waardoor de selectie weer op “nul” begon, overtuigt die door Beschut OZL gestelde knip de kantonrechter geenszins. Immers, vaststaat dat er reeds in september 2012 een crisisteam was opgericht, dat werd bemenst door ambtenaren van in de WOZL deelnemende gemeenten. In dat crisisteam zaten in ieder geval dhr. Van den Ham, dhr. Pletzers, dhr. Hildebrand en mevr. Coninx van de gemeente Heerlen, dhr. Breed van de gemeente Landgraaf en mevr. Lamberts van de gemeente Brunssum. Ook dhr. F. Dijk (bestuurssecretaris WOZL) maakte deel uit van het crisisteam. Tussen partijen staat vast dat van de leden van dit crisisteam, dhr. Pletzers en dhr. Hildebrand vanaf het eerste selectiegesprek van 15 oktober 2012 bij de selectie van de nieuwe medewerkers voor WOZL althans Beschut OZL betrokken waren. Ook staat vast dat dhr. Pletzers en dhr. Hildebrand bij dit eerste selectiegesprek ondersteuning kregen van dhr. Schins en dhr. Extra (beiden voorzitter van een wsw-cliëntenraad[naam lid crisisteam 1]gedachte was dat[naam lid crisisteam 2]de heren Schins[naam lid crisisteam 3]en Extra vanwege [naam lid crisisteam 4] vervullen van die voorzittersrollen die gewenste [naam lid crisisteam 5] bij de selectie konden bieden. Verder [naam lid crisisteam 6] vast dat dhr. Robroek (partijen twisten [naam bestuurssecretaris WOZL]exacte functie binnen Licom, maar vaststaat dat hij een goed beeld had van de cao-medewerkers) op 17 oktober 2012 aan het [naam lid crisisteam 2] van deze vier[naam lid crisisteam 3]personen is toegevoegd. Partijen zijn het erover eens dat Robroek, juist vanwege het goede beeld dat hij van de cao-medewerkers van Licom had, aan het team [naam lid crisisteam 2] toegevoegd. Vanaf [naam lid crisisteam 3] oktober 2012 sloten ook dhr. Breed en mevrouw [naam voorzitter wsw-cliëntenraad 1] bij het team[naam voorzitter wsw-cliëntenraad 2]aan. Het team dat volgens Beschut OZL met de “definitieve selectiemethodiek” op 18[naam voorzitter wsw-cliëntenraad 1]oktober 2012[naam voorzitter wsw-cliëntenraad 2]tot 115 namen kwam (toen duidelijk werd dat 115 een harde eis van de curatoren was), bestond dus uit [naam werknemer Licom 1] teamleden Van den Ham, Pletzers, Schins en Extra, te weten dezelfde personen die reeds op 15 oktober 2012 65 cao-medewerkers van Licom geschikt hadden bevonden (de juiste “mindset” hadden toegedicht) voor een functie binnen WOZL althans Beschut[naam werknemer Licom 1]OZL. De selectieresultaten van dit team, waarvan het aantal leden steeds werd uitgebreid, kunnen zonder meer aan WOZL althans Beschut OZL worden toegerekend. Doelstelling van het team[naam lid crisisteam 5]was immers om[naam lid crisisteam 6]voor WOZL althans Beschut OZL geschikte medewerkers te selecteren uit de groep van voorheen voor Licom werkzame cao-medewerkers. Aldus moet ten aanzien van de 65 medewerkers die op 15 oktober 2012 de juiste “mindset” werd toegedicht, worden geoordeeld dat er[naam lid crisisteam 1]tussen [naam lid crisisteam 2] althans[naam voorzitter wsw-cliëntenraad 1]Beschut OZL[naam voorzitter wsw-cliëntenraad 2]en Licom bestonden, dat het door de laatste op grond van haar ervaringen met die 65 werknemers verkregen inzicht in hun hoedanigheden en geschiktheid in redelijkheid ook aan WOZL althans Beschut OZL moet worden toegerekend. Kort gezegd: voor deze groep van 65 werknemers is aan het banden-criterium uit het Van Tuinen-arrest voldaan.
Beschut OZL geselecteerd op basis van functienoodzakelijkheid, in het licht van de wens de overgang te maken naar mensontwikkeling.
WOZL werden overgenomen (met uitzondering van de hierna te bespreken werknemers Savelkoul, Janssen, Ferfers en Smits).
kunneninzien. Daarom moet worden geoordeeld dat tussen[naam voorzitter wsw-cliëntenraad 1]WOZL althans Beschut OZL en Licom zodanige banden bestonden, dat het door Licom verkregen inzicht in de hoedanigheden en geschiktheid van de Licom-werknemers in redelijkheid ook moet worden toegerekend aan WOZL althans Beschut OZL nu WOZL althans Beschut OZL de mogelijkheid heeft gehad om het hier bedoelde inzicht per individuele cao-werknemer (onder wie ook de 16 “opplussers”) te verkrijgen. Samengevat: ook ten aanzien van de werknemers die niet behoorden tot de 65 werknemers met de gebleken juiste “mindset”, is aan het banden-criterium van het Van Tuinen-arrest voldaan.
ssen, hetgeen niet door W.G. Janssen, de eisende partij in deze procedure, is[naam werknemer Licom 2]weersproken)[naam werknemer Licom 3]als [naam werknemer Licom 4] werker [naam werknemer Licom 5] Licom werkzaam waren en dat WOZL ervoor had gekozen om de afdeling waarbinnen zij werkten niet over te nemen. In ieder geval staat vast dat de hier bedoelde bedrijfsmaatschappelijk werker Janssen [naam lid crisisteam 2] dezelfde persoon is als W.G. Janssen die in deze procedure eisende partij is. Voor de conclusie dat sprake is van opvolgend werkgeverschap, is toerekening van het door de opgevolgde werkgever op grond van zijn ervaringen met de werknemer verkregen inzicht niet vereist, wanneer de nieuwe werkgever dat inzicht zelf[naam werknemer Licom 2]langs andere[naam werknemer Licom 3]weg heeft verkregen (aldus ook de[naam werknemer Licom 3]Raad in het Van [eiser]De kantonrechter laat de vraag of er sprake is van zodanige banden tussen de nieuwe en de vorige werkgever dat het door de vorige werkgever op grond van zijn ervaringen met de werknemer verkregen inzicht in diens hoedanigheden en geschiktheid in redelijkheid moet worden toegerekend[naam werknemer Licom 3]aan de nieuwe werkgever, voor [eiser] WOZL heeft namelijk onweersproken gesteld dat de positieve invloed van de maatschappelijk werkers Savelkoul, Janssen en Ferfers tijdens de aulabijeenkomst aan Pletzers duidelijk was geworden. Op grond daarvan is de kantonrechter van oordeel dat dat WOZL langs andere weg (namelijk in ieder geval op die aulabijeenkomst waarbij een delegatie van WOZL aanwezig was) zelf inzicht heeft verkregen in de hoedanigheden en geschiktheid van voornoemde drie maatschappelijk werkers. Daarmee staat ten aanzien van – voor zover thans van belang – Ferfers vast dat ook aan de tweede voorwaarde van het Van Tuinen-arrest is voldaan, zodat de voorwaarden van het Van Tuinen-arrest zijn vervuld.
NJ2007/101 – geen grond voor (overeenkomstige) toepassing van artikel 7:680a BW op een geval als het onderhavige, waarin in geschil is of [eiser]rechtswege is afgelopen. Het beroep op matiging van de loonvordering op grond van het bepaalde in artikel 7:680a BW kan mitsdien niet slagen. Niet is komen vast te staan dat Beschut OZL bevoegd is om tot verrekening van het in dit vonnis aan W.G. Janssen toegekende achterstallige loon over te gaan, zodat hetgeen daaromtrent door Beschut OZL is aangevoerd geen verdere bespreking behoeft. De maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW is over dit achterstallige loon toewijsbaar, nu niet om matiging daarvan is verzocht. Er is door Beschut OZL weliswaar om matiging van de vordering tot doorbetaling van het loon op de voet van artikel 7:680a BW verzocht, maar niet om matiging van de wettelijke verhoging op grond van het bepaalde in artikel 7:625 BW. Voor ambtshalve matiging van de wettelijke verhoging vanwege de niet tijdige betaling van het loon bestaat geen aanleiding. De wettelijke rente is toewijsbaar over het [eiser]voormelde periode plus de wettelijke verhoging. Die wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf 17 april 2014 (dag der dagvaarding). Vanaf heden is Beschut OZL gehouden om het reguliere loon (dus zonder wettelijke verhoging en wettelijke rente) ad € 2.934,00 bruto per maand op het gebruikelijke tijdstip aan W.G. Janssen te betalen. Omdat het hier om toekomstige loonbetalingen gaat die thans nog niet opeisbaar zijn, kan Beschut OZL niet worden veroordeeld tot betaling van het loon vanaf heden totdat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op rechtsgeldige wijze is geëindigd. Dit ontslaat Beschut OZL evenwel niet van haar verplichting om het reguliere loon op het gebruikelijke tijdstip aan W.G. Janssen te blijven betalen (ervan uitgaand dat ook W.G. Janssen zijn verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst nakomt). De kantonrechter gaat ervan uit dat Beschut OZL deze (betalings)verplichting uit hoofde van de arbeidsovereenkomst nakomt.
- explootkosten en verschotten: € 98,54
- salaris gemachtigde: €
1.050,00(3,5 x € 300,00)
5.De beslissing
€ 1.000,00 voor elke dag of gedeelte van een dag dat aan deze veroordeling niet [eiser] een maximaal te verbeuren bedrag van €[eiser];
- € 100,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot aan de dag der algehele voldoening;