ECLI:NL:RBLIM:2015:4765
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in strafzaak met betrekking tot vermeende partijdigheid van rechters
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 3 april 2015 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.W. Soeteman. Het verzoek tot wraking was ingediend tegen de rechters van de meervoudige strafkamer, te weten mr. E.B.A. Ferwerda, mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe en mr. A.K. Kleine, naar aanleiding van een zitting op 21 januari 2015. Verzoeker stelde dat er sprake was van partijdigheid en dat hij geen eerlijk proces zou krijgen, wat volgens hem in strijd was met artikel 6 van het EVRM. De wrakingskamer, bestaande uit mr. G.J. Roeterdink, mr. H.M.H. de Koning en mr. M.L.W.M. Viering, heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de vrees voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was. De rechtbank oordeelde dat de betrokkenheid van de rechtbank bij de zaak niet zodanig was dat een andere rechtbank de behandeling zou moeten overnemen. De wrakingskamer benadrukte dat de beslissing om al dan niet tot wraking over te gaan, een processuele beslissing is die aan de rechtbank toekomt. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen, omdat de argumenten van verzoeker niet voldoende waren om aan te nemen dat de rechters partijdig waren. De beslissing werd genomen na zorgvuldige overweging van de ingediende gronden en de context van de zaak.