4.3Het oordeel van de rechtbank
De verdachte heeft ontkend het ten laste gelegde te hebben begaan.
De rechtbank overweegt dat zedenzaken zich doorgaans kenmerken door het feit dat er slechts twee personen aanwezig waren bij de seksuele handelingen: het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. Ook in deze zaak was dat aan de orde. Bij een ontkennende verdachte brengt dit in veel gevallen met zich dat slechts de verklaringen van het (vermeende) slachtoffer als wettig bewijsmiddel voorhanden zijn. Op grond van het bepaalde in artikel 342, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, is echter de enkele verklaring van één getuige (in deze zaak het slachtoffer) in beginsel onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Daar staat tegenover dat, met name in zedenzaken, een geringe mate aan steunbewijs in combinatie met de verklaringen van het slachtoffer voldoende wettig bewijs kan opleveren.
Voor een bewezenverklaring is ook vereist dat de rechtbank uit de wettige bewijsmiddelen ook onverminderd de overtuiging heeft gekregen dat de verdachte de hem verweten feiten heeft begaan.
Uit het verslag bemoeienis Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)betreffende [slachtoffer], geboren op [geboortedatum], volgt dat op 12 maart 2014 bij het AMK door een leerkracht, tevens interne begeleider van basisschool [naam], melding werd gedaan van mogelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag/misbruik door de stiefvader van [slachtoffer], aangezien[slachtoffer] op [datum] aan de leerkracht heeft verteld dat haar stiefvader aan haar gezeten heeft vanaf het begin dat het gezin samenwoont met stiefvader.
Uit het schriftelijk bescheid“verslaglegging gesprekken en contacten moeder en
AMK [slachtoffer]”, volgt dat op 12 maart 2014 vanaf 11.00 uur op de basisschool een
(vervolg)gesprek plaatsvond tussen een groepsleerkracht en [slachtoffer]. Uit dit
gesprek kwam naar voren dat [slachtoffer] op de volgende vragen (=V) van de leerkracht het
volgende antwoordde (=A) - voor zover hier van belang -:
V: Kun je aangeven wanneer het aanraken van jouw lichaam begonnen is?
A: Dat weet ik niet meer, maar vooral in het nieuwe huis.
V: Wanneer raakt je stiefvader jou aan?
A: Als mijn moeder en broer weg zijn. Mijn stiefbroer zit meestal dan op zijn kamer.
V: Waar gebeurt het aanraken dan, op welke plekken in huis?
A: In zijn kantoor, als ik daar iets moet gaan pakken (papier of zo).
V: Kun je aangeven, vertellen, wat je stiefvader met jou doet?
[slachtoffer] blokkeert dan en zij gaat er akkoord mee dat zij met ja of nee antwoord kan geven op vragen.
Op de volgende vragen van de leerkracht heeft [slachtoffer] daarna het volgende geantwoord - voor zover hier van belang -:
V: Gaat hij met zijn handen onder je t-shirt?
A: Ja.
V: Gaat hij met zijn handen in je broek?
A: Ja.
V: Gaat hij ook onder naar binnen met zijn vinger?
A: Ja.
V: Zegt je stiefvader ook iets tegen jou als het gebeurt of gebeurd is?
A: Ja, dat ik het niet tegen mijn moeder moet vertellen.
V: Hoe vaak gebeurt dit? 1x per week, 1x per 2 weken?
A: Dat is steeds anders. Als stiefvader in het buitenland is niet. Als moeder vaker weg is dan wel.
V: Hoe vaak heeft hij je al zo aangeraakt? 2x, 5x, 10x, meer?
A: Meer dan 10 maal.
V: Wil je dat het stopt? (overtuigend in toon wordt geantwoord)
A: Ja.
[aangeefster] heeft namens haar dochter[slachtoffer], geboren op [geboortedatum], aangiftegedaan. Zij heeft verklaard dat zij [verdachte] heeft leren kennen in 2010 en dat zij en haar kinderen, onder wie dochter [slachtoffer], in oktober 2011 zijn gaan samenwonen met [verdachte] op het adres [adres]. Vanaf groep 5 is [slachtoffer] naar basisschool [naam], [adres], gegaan. [slachtoffer] ziet [verdachte] als vaderfiguur. Wanneer [verdachte] thuis is, verschilt van maand tot maand, gemiddeld een halve maand. In de weekenden is hij altijd thuis. Zij werd woensdag 12 maart 2014 gebeld door leerkracht [naam] van school voor een gesprek. Zij is naar [naam] gegaan en zij hoorde van [naam] dat [slachtoffer] dinsdag, de dag tevoren, tussen 14.30 en 14.45 uur huilend de klas was uitgelopen en dat [schoolvriendin] (een schoolvriendinnetje van [slachtoffer]) achter haar aan was gegaan. Toen heeft [slachtoffer] tegen [schoolvriendin] gezegd dat haar stiefvader aan haar zat en dat [slachtoffer] wilde dat het stopte.[naam] heeft toen met [slachtoffer] een kort gesprek gehad. Aangeefster weet van [naam] dat deze aan [slachtoffer] gevraagd heeft of haar stiefvader ook onder haar kleding zat en daarop antwoordde [slachtoffer] “ja” en dat het al 2,5 jaar bezig was, sinds zij daar woonden, en dat het op zijn kantoor gebeurde. Aangeefster verklaarde verder dat zij die dag rond 10.00 uur samen met [naam], [naam] en [slachtoffer] in haar woning was en dat [naam] toen aan [slachtoffer] vragen heeft gesteld. Dat [slachtoffer] op de vraag of [slachtoffer] wist waarom zij er waren heeft geantwoord “ja”, dat [slachtoffer] op de vraag of [verdachte] aan haar had gezeten heeft geantwoord “ja”. Er werd gevraagd of [verdachte] onder haar kleding was geweest. [slachtoffer] antwoordde hierop met “ja”. Toen vroeg [naam] of [verdachte] met een hand in haar broekje is geweest, waarop [slachtoffer] zei “ja”. Gevraagd werd of hij met zijn vinger in haar vagina was geweest, waarop [slachtoffer] zei “ja”. [naam] vroeg of [slachtoffer] wist wat een vagina is en [slachtoffer] zei “ja”. Dat gesprek werd daarop beëindigd. Aangeefster verklaarde verder dat zij later aan [slachtoffer] heeft gevraagd of het echt waar is wat zij zei over [verdachte] en toe zei ze: “ja het is echt gebeurd”. Aangeefster verklaarde op de vraag op welke tijden het seksueel misbruik van [slachtoffer] zou hebben plaatsgevonden, op de dagen dat zij werkte, dat is op donderdag, vrijdag en om de andere week op zaterdag, of op de momenten dat zij een weekend weg was met haar zoon in verband met zwemwedstrijden.
Uit een proces-verbaal van bevindingenvan verbalisant [naam] volgt dat op 27 maart 2014 de verbalisanten [naam] en [naam], hoofdagent respectievelijk brigadier van politie en beiden door het ICR gecertificeerd voor het horen van jonge getuigen, in de kindvriendelijke verhoorstudio te Eindhoven[slachtoffer], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], hebben gehoord. Verbalisant [naam] verklaart dat zij dit verhoor vanuit de regiekamer heeft gevolgd, dat de verhorende verbalisant onder andere aan [slachtoffer] vroeg om eens alles te vertellen wat zij aan de politie wilde komen vertellen en dat [slachtoffer] het navolgende vertelde, zoveel als mogelijk in haar eigen woorden weergegeven – voor zover hier van belang -:
- Ze kwam praten over dat[verdachte] aan haar had gezeten
- Ze niet weet wat ze daarover moet vertellen
- Hij dat altijd op zijn kantoor deed
- Heel vaak
- Het kantoor is helemaal boven in ons huis
- [verdachte] is haar stiefvader
- Het soms in de woonkamer gebeurde
- Ze de eerste keer niet meer weet
- De laatste keer was toen moeder naar de Tefaf moest
- Dat was op een woensdag of dinsdag ongeveer 2 of 3 weken geleden
- De laatste keer ging zij eten en toen zat hij aan haar
- Hij na een kwartier ophield
- Hij daarna weer naar boven ging
- Hij met zijn hand in haar broek ging
- Hij ging voelen
- Hij ging wrijven
- Was bij haar billen
- Deed hij met zijn hand
- Ging gewoon van achteren
- Hij ging met zijn hand in haar onderbroek
- Het een beetje hard voelde
- Het voelde als knijpen
- Zij op haar ipod zat
- Het in de woonkamer aan tafel was
- Hij haar op zijn schoot pakte
- Zij op een andere stoel wilde gaan zitten
- Hij haar tegen hield
- Zij probeerde weg te komen
- Hij haar vast hield bij haar taille
- Zij de laatste keer probeerde op te staan
- Hij haar tegen hield
- Hij met zijn hand achter in haar broek ging
- Hij de laatste keer alleen van achteren aan haar billen ging
- Hij dat ook wel eens van voren deed
- Je daarmee kunt plassen
- Het stopte toen hij zijn hand uit de broek haalde en opstond
- Hij haar naast de stoel zette op haar voeten
- Zij dat van dat kwartier op haar ipod ziet
- Het overdag, ’s middags was, denkt ze
- Zij met haar ipod beneden was gekomen
- [verdachte] toen volgens haar aan tafel zat
- Zij zich iets te eten pakte
- Zij die boterdam at als hij aan haar zat
- Het zo ongeveer 3 of 4 keer is gebeurd
- Het 1 keer is gebeurd toen zij nog 9 jaar was
- De andere keren zij al 10 jaar was, denkt ze
- Zij toen een spijkerbroek met knoop en rits aan had
- Hij die niet heeft losgemaakt maar er zo in ging
- Het van voren wrijven met de vinger was
- Het best pijn deed
- Het op kantoor was
- Het veel vaker gebeurd is
- Ze denkt dat het rond de 20 keer gebeurd is
- Ze denkt dat zij de 1e keer toen het gebeurde nog 9 jaar was
- Ze volgens haar net verhuisd waren
- Ze denkt dat het in het oude huis in [plaats] 2 of 3 keer is gebeurd
- Ze 8 of 9 jaar was toen ze verhuisden
- Ze in groep 5 naar de nieuwe school [naam] is gegaan
- Het op kantoor gebeurde als zij iets aan [verdachte] ging vragen om uit te leggen over haar huiswerk of om muziek op haar ipod te zetten
- Hij haar dan op zijn schoot trok
- Hij dan met een vinger ging wrijven
- Hij dat met 1 en soms 2 vingers deed
- Hij met zijn hand aan de voorkant in haar broek ging
- Hij daar wreef waar je mee doet plassen
- Het soms pijn deed
- Het pijn deed omdat hij hard drukte
- Zij op haar huiswerk of ipod lette
- Hij onder het uitleggen dat dan deed
- Het stopte als hij zijn hand uit haar broek haalde en haar van schoot zette
- Er geen andere dingen zijn gebeurd
- Zij daarna naar beneden ging
- Hij het nooit deed als mama thuis was
- Hij vaker tegen haar zei dat ze het aan niemand mocht vertellen
- Zij het als eerste aan meester [naam] had verteld
- Zij de klas was uitgelopen met een vriendinnetje [schoolvriendin]
- Zij het aan [schoolvriendin] in groep 6 verteld had
- Zij daarom thuis vaker weg wilde en [schoolvriendin] begreep dat dan
- Zij het niet aan mama durfde te vertellen
- Zij bang was dat mama haar niet zou geloven
- Zij het aan meester [naam] had verteld
- Meester [naam] er meester [naam] bij heeft gehaald, ook vertrouwenspersoon
- Alles anders werd toen [verdachte] bij hun is komen wonen in het nieuwe huis
- Zij dan van [verdachte] langer buiten mocht blijven
- Zij dat niet fijn vond
- Het ’s avonds niet goed is om buiten te zijn
- Hij wel eens gevraagd heeft of ze bij hem wilde voelen
- Zij zei dat ze dat liever niet wilde
- Hij 1 of 2 keer dat aan haar gevraagd had op kantoor
- Hij dat vroeg als hij aan haar zat
- Je met de voorkant kunt plassen
- Hij ging drukken daar waar je mee kunt plassen
- Zij niet weet of hij erop, er naast of erin drukte
- Het een beetje pijn deed van het drukken met de vingertop.
Uit een door verbalisanten [naam] en [naam] opgemaakt proces-verbaalvolgt dat zij zich op 17 maart 2014 naar het perceel [adres] hebben begeven, waar datadragers in beslag genomen dienden te worden in verband met een zedenzaak. Na aanbellen aan die woning die dag werd de deur opengemaakt door [aangeefster] die aangaf dat zij zelf de politie had gebeld en om inbeslagname van datadragers in haar woning, die mede eigendom is van haar vriend en levenspartner [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], had verzocht. Op aanwijzing van [aangeefster] werden op de zolderverdieping, in een ruimte die als kantoor was ingericht, de goederen als vermeld op de kennisgeving inbeslagneming in beslag genomen.
Uit een kennisgeving van inbeslagnemingd.d. 17 maart 2014 volgt dat die dag in de woning [adres] inbeslaggenomen is een computer, [merk] (goednummer [nummer]), aangetroffen op de computerkamer.
Uit een kennisgeving van inbeslagnemingd.d. 20 maart 2014 volgt dat die dag op het adres [adres] inbeslaggenomen is een computer, [merk], voorzien van een oplader (goednummer [nummer]).
Uit een proces-verbaal van bevindingenvolgt dat op 29 april 2014 door verbalisant
[naam] een onderzoek is verricht ten aanzien van de gegevens aangetroffen op de inbeslaggenomen computer [merk] (goednummer [nummer]). Verbalisant schrijft dat hij zag dat met deze computer een groot aantal chatgesprekken waren gevoerd via Skype Message waarbij steeds een van de twee personen die de gesprekken voerde zich, als display name, “[naam]” noemde. Als author had deze persoon het account “[naam]”. Hij zag dat er onder andere een tweetal gesprekken werden gevoerd tussen voornoemde “[naam]” en een persoon met de display-name “[naam]” of “[naam]”. Als author had deze persoon steeds de account
“[naam]”. Verbalisant zag dat tijdens een gesprek gevoerd op 4 maart 2014 tussen 07:27:13 uur en 08:44:54 uur (PM) dat “[naam]” en “[naam]” berichten naar elkaar schreven waarvan de letterlijke tekst luidde (vanaf 07:38:37 uur PM) - voor zover van belang-:
[naam] : hou je van klein meisjes
[naam] : ja
[naam] : hoe klein dan
[naam] : niet te klein he, dat net mijn pik past
[naam] : hoe klein is dat dan (…)
[naam] : bij mijn stiefdochter van 10 past het nog niet (…)
[naam] : ja, heb met mijn pik door haar gleufje gegleden
[naam] : vond ze het lekker
[naam] : zie liet het wel toe, vond ze wel spannend denk ik
[naam] : waarom dan niet in
[naam] : mijn pink ging nog maar net naar binnen, ze heeft nog een maagdenvlies.
Uit een proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, volgt dat door verbalisant [naam] tussen 4 en 19 juni 2014 een onderzoek is ingesteld ten aanzien van de gegevens aangetroffen op de inbeslaggenomen laptop [merk] (goednummer [nummer]). Deze verbalisant schrijft dat hij zag dat met deze computer een groot aantal chatgesprekken waren gevoerd via Skype Message waarbij steeds een van de twee personen die de gesprekken voerde zich, als display name, “[naam]” noemde. Als author had deze persoon het account “[naam]”. Hij zag dat er onder andere gesprekken werden gevoerd tussen voornoemde “[naam]” en een persoon met de display-name “[naam]”. Als author had deze persoon steeds de account “[naam]”. Tijdens eens gesprek gevoerd op 31 mei 2013 tussen 08:49:13 uur en 11:44:14 uur (AM) door “[naam]” en “[naam]” werden berichten naar elkaar schreven waarvan de tekst luidde (vanaf 10:47:47 uur AM) - voor zover van belang-:
[naam] : Even kort dan he…straks komt er iemand boven
[naam] : ok
[naam] : dochtertje van mijn vriendin is thuis…
[naam] : hoe oud is zij dan
[naam] : zij is 10 (…)
[naam] : heb je vaak haar kutje gezien dan
[naam] : heb haar kutje wel eens gelikt
[naam] : echt?
[naam] : ja
[naam] : zweer het
[naam] : echt waar
[naam] : hoe heb je dat gedaan
[naam] : toen we alleen thuis waren ben ik haar wat gaan strelen en ging ik haar
masseren
[naam] : maar ze is zelf niet echt met sex bezig (…)
[naam] : wat deed ze dan toen jij dat deed
[naam] : ze liet mij mijn gang gaan
[naam] : en toen
[naam] : toen ben ik ondertussen met mijn pik gaan spelen (…)
[naam] : denk je echt vaak aan kleine meisjes
[naam] : regelmatig
[naam] : wat denk je dan
[naam] : hoe dat zou zijn, zo’n klein meisje op je pik (…)
(vanaf 31 mei 2013 om 11:11:42 uur (AM) schreef:
[naam] : vind je dat lekker in haar kutje
[naam] : heb al een vinger in haar poesje gehad…lekker strak
En mijn pik door haar gleuf geduwd (…)
Tijdens eens gesprek gevoerd op 13 juli 2013 tussen 07:58:43 uur (AM) en 08:51:51 uur (AM) tussen “[naam]” en “[naam]” werden berichten naar elkaar geschreven waarvan de tekst luidde (vanaf 08:36:28 uur AM) - voor zover van belang-:
[naam] : heb jij nog naar haar kutje gekeken stiekem
[naam] : ik heb haar gisteren nog een beetje gevingerd (…)
[naam] : mijn pink kan net bij haar naar binnen
[naam] : hoe oud dan
[naam] : zij is 10 (…)
[naam] : denk je nu aan je dochter
[naam] : aan haar geile kleine kutje (…)
[naam] : ik heb mijn pik wel al eens door haar gleufje gehaald
[naam] : lekker
[naam] : wat deed ze dan (…)
[naam] : ze laat het allemaal gaan…ze is zelf nog niet zo met sex bezig
[naam] : waarom doet ze het dan
[naam] : ze laat mij gewoon haar gang gaan
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in de tenlastegelegde periode in Maastricht samenwoonde met mevrouw [aangeefster], haar twee kinderen, onder wie haar dochter [slachtoffer], en zijn eigen zoon [naam] en dat zij vanaf [datum] op het adres [adres] woonden. Verdachte heeft verklaard dat de op zijn computer [merk] en de op zijn laptop, [merk], aangetroffen chatgesprekken van hem afkomstig zijn. Hij heeft die gesprekken via Skype Message onder de naam “[naam]” gevoerd met een zekere “[naam]” of “[naam]” via het account “[naam]”.
Verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven dat de door hem via Skype Message gevoerde gesprekken allemaal fantasie waren. Verdachte heeft op de zitting bevestigd dat verschillende details uit de door hem gevoerde gesprekken wel overeenkomstig de werkelijkheid zijn, zoals de leeftijd van zijn stiefdochter, wie zijn werkgever is, de inhoud van zijn werkzaamheden en het nummer van zijn mobiele telefoon.
De rechtbank is, gelet op de inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan. Uit de bewijsmiddelen volgt namelijk dat verdachte, zijn vriendin [aangeefster] en haar dochter [slachtoffer] in oktober 2011 zijn gaan samenwonen op het adres [adres]. [slachtoffer], geboren op [geboortedatum], was op dat moment 8 jaar oud. Uit de door [slachtoffer] afgelegde verklaring volgt dat de ontuchtige handelingen twee of drie keer in de vorige woning van het gezin in de wijk [adres] in Maastricht hebben plaatsgevonden, dus nog voor oktober 2011. De rechtbank acht daarom bewezen dat verdachte de feiten in de periode van 1 september 2011 tot en met 11 maart 2014 heeft gepleegd. Bewezen is dat verdachte opzettelijk handelingen heeft verricht die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] doordat verdachte een of meer vingers in haar vagina heeft geduwd of gebracht. Tevens is bewezen dat verdachte meermalen opzettelijk met [slachtoffer], geboren op [geboortedatum], buiten echt handelingen heeft verricht bestaande uit het ontuchtig wrijven over en/of voelen aan althans betasten van de billen van [slachtoffer] en het wrijven over en/of voelen aan althans betasten van haar vagina.
De rechtbank overweegt met betrekking tot het door de raadsman gevoerde verweer,
dat de door [slachtoffer] afgelegde verklaringen niet tegenstrijdig zijn, zelfs integendeel. Alhoewel [slachtoffer] nog jong is, heeft zij steeds consistent verklaard. Tijdens het studioverhoor in Eindhoven zijn haar meer vragen gesteld, waardoor zij toen gedetailleerder over de feiten heeft verklaard. Daarbij komt dat de inhoud van de door de verdachte gevoerde chatgesprekken op essentiële punten overeenkomt met hetgeen door [slachtoffer] is verklaard en ook met de feitelijke persoonlijke situatie van verdachte, waaronder het samenwonen met zijn vriendin en haar dochter en dat die dochter tijdens de chatgesprekken in 2013 tien jaar is.
De door verdachte ter terechtzitting afgelegde verklaring dat de inhoud van genoemde
chatgesprekken fantasie dan wel een rollenspel is, wordt gelogenstraft doordat de inhoud van deze gesprekken overeenkomt met door [slachtoffer] genoemde omstandigheden waaronder de feiten plaatsvonden én doordat de door de verdachte genoemde gegevens over zijn persoonlijke situatie, waaronder zijn gezinssituatie, zijn werk en mobiele telefoonnummer, overeenkomen met zijn werkelijke situatie.
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven vermelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd. Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft.