In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 22 mei 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap NG-Perfumes B.V. en de werknemer, aangeduid als [verweerder]. De werknemer was sinds 1 april 2013 in dienst bij NG-Perfumes, waarbij de arbeidsovereenkomst aanvankelijk voor bepaalde tijd was en later omgezet in een overeenkomst voor onbepaalde tijd. De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd op grond van een dringende reden, maar dit werd door de werknemer betwist. De werkgever verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, primair op basis van een dringende reden en subsidiair wegens veranderingen in de omstandigheden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 mei 2015 bleek dat de door de werkgever aangevoerde dringende reden niet aannemelijk was. De kantonrechter oordeelde echter dat er wel sprake was van veranderingen in de omstandigheden, waardoor het vertrouwen tussen partijen was komen te vervallen. Dit leidde tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 1 juni 2015. De kantonrechter besloot dat, omdat de werkgever had toegezegd de werknemer niet te houden aan het non-concurrentie- en relatiebeding, er geen geldelijke vergoeding aan de werknemer werd toegekend. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.