In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, vorderde eiser, vertegenwoordigd door mr. C.M.A. Fens, loondoorbetaling en wedertewerkstelling na een ontslag op staande voet door gedaagde, NG-Perfumes B.V., vertegenwoordigd door mr. N.M.G. Pustjens. De arbeidsovereenkomst van eiser, die op 1 april 2013 was ingegaan, was op 17 maart 2015 door gedaagde onverwijld opgezegd wegens een dringende reden. Eiser betwistte de geldigheid van het ontslag en stelde zich beschikbaar voor zijn werkzaamheden. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 mei 2015 trok gedaagde het ontslag op staande voet in, maar de kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst per 1 juni 2015 zou worden ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. De rechter oordeelde dat, hoewel de arbeidsovereenkomst voortduurde, eiser niet kon worden hersteld in zijn functie omdat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst al was aangevraagd. Eiser vorderde ook betaling van zijn loon vanaf 17 maart 2015, vakantietoeslag en de kosten van het geding. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde, na verrekening van vorderingen, nog € 1.496,40 bruto aan eiser verschuldigd was. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 22 mei 2015.