Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 december 2011 met producties 1 tot en met 7;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid van AXA;
- de conclusie van antwoord in het incident;
- het vonnis in incident van de (toenmalige) rechtbank Maastricht van 12 september 2012;
- de akte na vonnis in het incident van AXA;
- de antwoordakte na vonnis in het incident houdende de exceptie van onbevoegdheid;
- het vonnis in incident van de (toenmalige) rechtbank Maastricht van 19 december 2012;
- het oproepingsexploit van 4 februari 2013;
- het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 17 april 2013 strekkende tot afwijzing van het verzoek van AXA om tussentijds hoger beroep in te mogen stellen tegen het vonnis in incident van 19 december 2012;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 5;
- de conclusie van repliek, tevens houdende voorwaardelijke wijziging van eis, met producties 8 tot en met 17;
- de antwoordakte eiswijziging;
- de conclusie van dupliek met productie 6;
- de akte uitlating productie wederpartij met productie 18 van [eiseres] ;
- de akte uitlating producties van AXA;
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnota’s;
- de akte overlegging productie van AXA met productie 7.
2.De feiten
(productie 2 bij conclusie van antwoord van AXA)aanspraak gemaakt op een verzekeringsuitkering. Axa heeft een expert benoemd, die op 5 februari 2010 heeft gerapporteerd
(productie 3 bij conclusie van antwoord van AXA). Voorts heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid een onderzoek ingesteld naar de toedracht van het ongeval en een rapport
(productie 7 van [eiseres] )uitgebracht.
3.Het geschil
4.De beoordeling
(productie 1 van [eiseres] )gezonden naar [A] , Register Adviseur in Assurantiën, werkzaam bij [B] Assurantiën B.V. te [vestigingsplaats B] . [A] heeft deze aanvraag op 29 mei 2000 doorgezonden naar [C] van MAC Finance B.V. te Amersfoort (een verzekeringsmakelaar), zo blijkt uit de desbetreffende e-mail van die datum. Op verzoek van MAC Finance heeft AXA per e-mail van 12 juni 2009
(productie 1 van AXA), gericht aan MAC Finance, een “Angebot zur Luftfahrt-Versicherung” uitgebracht. In die offerte is vermeld dat de AVB 400 van toepassing zijn; voorts is in die e-mail vermeld dat als bijlage -onder meer- zijn meegezonden de AVB 400. Omdat in die offerte als eis werd gesteld dat alle piloten ten minste 250 vlieguren dienen te hebben op een Pilatus PC 12 en [de piloot] daaraan nog niet voldeed, heeft [eiseres] die offerte niet aanvaard. Een tweede offerte van 15/16 juni 2009
(productie 4 van [eiseres] ), waarin deze eis niet meer was opgenomen, is door AXA aan MAC Finance gezonden en blijkens de ondertekening door [de piloot] namens [eiseres] op 16 juni 2009 aanvaard, met als ingangsdatum 12 juni 2009. De “Versicherungsschein”
(productie 6 van [eiseres] ), met daarbij -onder meer- de AVB 400, heeft AXA op 25 juni 2009 afgegeven.
(productie 3 van [eiseres] )wijst eveneens sterk in de richting dat MAC Finance optrad namens [B] en/of [eiseres] . Voor zover MAC Finance verzuimd zou hebben -hetgeen de rechtbank overigens onaannemelijk voorkomt- de bij de eerste offerte van 12 juni 2009 door haar ontvangen AVB 400 door te zenden naar [B] en/of [eiseres] , dan wel voor zover [B] verzuimd zou hebben deze door te zenden naar [eiseres] , heeft de toezending van de AVB 400 aan MAC Finance door AXA te gelden als toezending aan [eiseres] , en kan dat verzuim niet voor risico van AXA gebracht worden.