ECLI:NL:RBLIM:2015:4247
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.P.J. Quaedackers
- M.E.M.W. Nuijts
- J.J. Dingemans
- Rechtspraak.nl
Faillissement van een advocatenkantoor ondanks verweer omtrent bevoegdheid
Op 4 maart 2015 heeft de rechtbank Limburg een verzoekschrift ontvangen van een schuldeiser, waarin verzocht wordt om de besloten vennootschap AD MOSAM FISCAAL ADVOCATEN & MEDIATORS B.V. in staat van faillissement te verklaren. De schuldeiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.C.C.M. Nadaud, heeft een huurovereenkomst met de schuldenaar gehad, die inmiddels is beëindigd. De rechtbank heeft op 19 mei 2015 zowel de schuldeiser als de schuldenaar gehoord. De schuldenaar heeft zich op het standpunt gesteld dat de rechtbank Limburg onbevoegd is, omdat het centrum van zijn voornaamste belangen in België zou liggen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de statutaire zetel van de schuldenaar in Maastricht ligt en dat er geen sprake meer is van een daadwerkelijk functionerend centrum van voornaamste belangen, aangezien de schuldenaar geen economische activiteiten meer ontplooit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar verkeert in een toestand van niet kunnen betalen en heeft het faillissement uitgesproken. De rechter-commissaris is benoemd en de curator is aangesteld. De rechtbank heeft ook bepaald dat Nederland de lidstaat is waar de insolventieprocedure is geopend. Dit vonnis is gewezen door rechter mr. R.P.J. Quaedackers en openbaar uitgesproken op 21 mei 2015.