ECLI:NL:RBLIM:2015:4241

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 mei 2015
Publicatiedatum
21 mei 2015
Zaaknummer
03/661047-15, 04/860662-10
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met gestolen pinpassen gericht op kwetsbare slachtoffers

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 20 mei 2015, is de verdachte beschuldigd van meerdere diefstallen met gestolen pinpassen, waarbij hij zich vooral richtte op oudere slachtoffers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in totaal acht keer geld heeft gestolen en drie pogingen daartoe heeft gedaan. De verdachte koos zijn slachtoffers bewust uit, wat leidde tot een gevoel van onveiligheid binnen deze kwetsbare groep. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarbij de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar hebben meegewogen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zijn slachtoffers bespiedde om hun pincodes te achterhalen, waarna hij hun pinpassen en portemonnees steelt om vervolgens grote geldbedragen op te nemen. Dit gedrag tast niet alleen de financiële situatie van de slachtoffers aan, maar ook hun gevoel van veiligheid en vertrouwen in hun omgeving. De rechtbank heeft de verdachte als een recidivist gezien, die in verschillende arrondissementen actief was, en heeft daarom een stevige straf opgelegd om herhaling te voorkomen. De zaak bevatte ook verschillende benadeelde partijen die schadevergoeding vorderden, maar niet alle vorderingen werden toegewezen, afhankelijk van de bewijsvoering en de ontvankelijkheid van de vorderingen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/661047-15, 04/860662-10
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 20 mei 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedatum] 1965,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.
Raadsrouw is mr. A. Cimen, advocaat, kantoorhoudende te Haarlem.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 6 mei 2015. De verdachte is niet verschenen. De officier van justitie heeft zijn standpunten kenbaar gemaakt. De raadsvrouw was niet bepaaldelijk gemachtigd de verdediging voor verdachte te voeren.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte verschillende keren met gestolen pinpassen en pincodes geld heeft gepind dan wel pogingen daartoe heeft gedaan.

3.De voorvragen

3.1
De geldigheid van de dagvaarding
De rechtbank is van oordeel dat de dagvaarding ten aanzien van feit 8 op de tenlastelegging uitgebracht onder parketnummer: 04/860662-10 niet voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank is immers van oordeel dat de tekst van de tenlastelegging van bedoeld feit 8 onvoldoende duidelijk maakt waarvan verdachte wordt verdacht en onvoldoende specifiek is omschreven waarop in het onderliggende dossier wordt gedoeld. De rechtbank is dan ook van oordeel dat ten aanzien van dit feit de dagvaarding nietig dient te worden verklaard.
3.2
De ontvankelijkheid van de officier van justitie
In de artikelen 2 tot en met 8 van het Wetboek van Strafrecht worden de regels omtrent de rechtsmacht beschreven; de regels die bepalen wie voor welke misdrijven voor een Nederlandse rechtbank vervolgd kan worden. Verdachte heeft niet de Nederlandse nationaliteit en heeft geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland. Ten aanzien van de feiten 4 en 6 op de tenlastelegging uitgebracht onder parketnummer 04/860662-10 wordt verdachte verweten dat hij in twee plaatsen in Duitsland strafbare feiten heeft gepleegd.
De rechtbank is van oordeel dat er in deze feiten en omstandigheden geen aanknopingspunten aan te wijzen zijn waardoor verdachte op grond van de in de artikelen 2 tot en met 8 van het Wetboek van Strafrecht voor een Nederlandse Rechtbank terecht kan staan voor het gepleegd hebben van deze feiten. De officier van justitie kan daarom niet ontvangen worden in de vervolging van verdachte voor de feiten 4 en 6. Hij zal niet-ontvankelijk worden verklaard.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van oordeel dat behoudens de feiten 4, 6 en 8 op de tenlastelegging uitgebracht onder parketnummer 04/860662-10 alle tenlastegelegde feiten bewezen kunnen worden gelet op de onderliggende aangiften en herkenningen in het dossier.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 04/860662-10:
Feit 1
Op 14 mei 2010 wordt door [slachtoffer 1] aangifte gedaan van het volgende. Op 14 mei 2010 heeft aangeefster om 12:15 uur een betaling verricht bij een kaasboer aan de Wieenpassage te Blerick. Ze stopte haar portemonnee in een boodschappentas en is met haar scootmobiel naar de supermarkt C1000 gereden. [1] Bij het afrekenen van boodschappen om 12:45 uur kwam zij tot de ontdekking dat haar portemonnee met daarin haar pinpas voorzien van bankrekeningnummer 107764393 weggenomen was. Toen ze haar pas wilde blokkeren, vernam zij van een medewerkster van de Rabobank dat men al twee keer gepoogd had om met haar pinpas te pinnen. Dat was omstreeks 12:55 uur bij de Rabobank te Blerick. [2]
Naar aanleiding van bovenstaande aangifte worden door verbalisant [verbalisant 1] de camerabeelden, gemaakt bij de pinautomaat van de Rabobank gelegen aan de Wieënpassage te Blerick, uitgelezen. In een proces-verbaal van bevindingen relateert de verbalisant dat tussen 12:57 uur en 12:59 uur een persoon in beeld komt die tot drie maal toe tracht om € 900,- te pinnen van de rekening met nummer 107764393, maar tot driemaal toe de onjuiste pincode invoert. [3]
Bij bovenstaand proces-verbaal van bevindingen zijn twee schermafdrukken/foto’s van de betrokken persoon gevoegd. [4] Daarop herkent de rechtbank duidelijk dezelfde persoon, die, bij proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2010 door verbalisant [verbalisant 3] wordt geïdentificeerd als zijnde verdachte en waar eveneens afbeeldingen van verdachte zijn bijgevoegd. [5]
De rechtbank acht daarmee in samenhang met de aangifte en de bevindingen van de verbalisant bewezen dat verdachte heeft geprobeerd om met de pinpas van aangeefster te pinnen.
Feit 2
Op 5 augustus 2010 doet [slachtoffer 2] aangifte van diefstal van haar portemonnee met daarin onder andere haar pinpas van de Rabobank met rekeningnummer 150577745. Op 5 augustus 2010 heeft zij bij een pinautomaat gelegen in Albert Heijn te Tegelen om 15:22 uur een geldbedrag van haar rekening opgenomen. Vervolgens bemerkte zij rond 15:50 uur dat haar portemonnee uit haar tas was weggenomen. Daarna is aangeefster naar de Rabobank gegaan om haar pas te blokkeren. Daar deelde een medewerkster haar mede dat met haar pinpas reeds 3 geldbedragen van respectievelijk € 1000,-, €150,- en € 30,- van haar rekening waren opgenomen bij een pinautomaat van de Rabobank gelegen aan de Kerkstraat te Tegelen. [6]
Naar aanleiding van bovenstaande aangifte worden door verbalisant [verbalisant 2] de camerabeelden, gemaakt op 7 december 2010 bij de pinautomaat van de Rabobank gelegen te Tegelen, uitgelezen. In een proces-verbaal van bevindingen relateert de verbalisant dat om 15:31 uur een vrouw in beeld komt die € 1000,- pint van rekening met nummer: 150577745. Vervolgens komt een man in beeld die door de verbalisant wordt herkend omdat hij betrokken is bij meerdere zaken. Vervolgens wordt door verbalisant gezien dat de vrouw een bedrag van € 150,- euro pint en de man daarna een bedrag van € 30,-. Beide keren van hetzelfde rekeningnummer. [7]
Bij bovenstaand proces-verbaal van bevindingen zijn drie schermafdrukken/foto’s van de betrokken persoon gevoegd. [8] Daarop herkent de rechtbank duidelijk dezelfde persoon, die, bij proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2010, door verbalisant [verbalisant 3] wordt geïdentificeerd als zijnde verdachte en waar eveneens afbeeldingen van verdachte zijn bijgevoegd. [9]
De rechtbank acht daarmee in samenhang met de aangifte en de bevindingen van de verbalisant bewezen dat verdachte samen met een ander met de pinpas van aangeefster in totaal € 1180,- heeft gepind.
Feit 3
Op 1 mei 2010 wordt door [slachtoffer 3] aangifte gedaan van het volgende. Aangeefster was op 1 mei 2010 in het centrum van Geleen om een aantal boodschappen te doen. Als laatste heeft ze haar portemonnee gebruikt bij de kaasboer. Daarna is ze tussen 14:30 uur en 15:00 uur naar M&S Mode gegaan en daar bemerkte ze dat haar portemonnee met daarin haar pinpas van de Rabobank met rekeningnummer 13589500 verdwenen was. [10]
Op 4 mei 2010 wordt aangeefster opnieuw gehoord. Zij verklaart dat er met de gestolen pinpas van haar rekening met nummer: 130589500 bij de Rabobank gelegen aan de Markt te Geleen op 1 mei 2010 om 14:47 uur € 450,- en om 14:50 uur € 20,- gepind was. [11]
Naar aanleiding van bovenstaande aangifte worden door verbalisant [verbalisant 4] de camerabeelden van de geldautomaat gelegen aan de Markt te Geleen uitgelezen. De verbalisant relateert dat een persoon om 14:46 uur een bedrag van € 450,- en om 14:50 een bedrag van € 20,- pint van de rekening met nummer 130589500. [12]
Bij bovenstaand proces-verbaal van bevindingen zijn een aantal schermafdrukken/foto’s van de betrokken persoon gevoegd. [13] Daarop herkent de rechtbank duidelijk dezelfde persoon, die, bij proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2010, door verbalisant [verbalisant 3] wordt geïdentificeerd als zijnde verdachte en waar eveneens afbeeldingen van verdachte zijn bijgevoegd. [14]
De rechtbank acht daarmee in samenhang met de aangifte en de bevindingen van de verbalisant bewezen dat verdachte samen met een ander met de pinpas van aangeefster in totaal € 470,- heeft gepind.
Feit 4
Op 12 oktober 2010 wordt door [slachtoffer 4] aangifte gedaan van het volgende. Op 12 oktober 2010 heeft aangever om 11:50 uur geld gepind van zijn rekening met nummer: 122438159 in Heerlen aan de Promenade. [15] Omstreeks 15:30 uur bemerkte aangever dat zijn bankpas ontvreemd was. Vervolgens is hij naar een filiaal van de Rabobank gegaan. Een medewerker deelde hem mede dat om 12:07uur een bedrag van € 1000,- van zijn rekening gepind was. [16]
Naar aanleiding van bovenstaande aangifte worden door verbalisant [verbalisant 5] de camerabeelden bekeken van het cameratoezichtsysteem van de politie Heerlen. De verbalisant relateert dat op de beelden te zien is dat op 12 oktober 2010 rond 11.46 uur aangever een pintransactie uitvoert bij de Rabobank. Vervolgens wordt aangever geruime tijd gevolgd door een man en een vrouw. Uiteindelijk loopt de man naar dezelfde pinautomaat in Heerlen waar hij om 12:09 uur een pintransactie uitvoert. [17] Op 18 oktober 2010 relateert de verbalisant dat hij de persoon die de bovenstaande pintransactie uitvoerde, herkent. De persoon komt veelvuldig bij interne werkoverleggen naar voren als zijnde zakkenroller en bankpasfraude. Zo wordt de persoon herkent als hij met een op 18 juni 2010 te Brunssum gestolen pinpas een geldbedrag pint in Bruggen in Duitsland. [18]
Bij bovenstaand proces-verbaal van bevindingen zijn een aantal schermafdrukken/foto’s van de betrokken persoon gevoegd. [19] Daarop herkent de rechtbank duidelijk dezelfde persoon, die, bij proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2010, door verbalisant [verbalisant 3] wordt geïdentificeerd als zijnde verdachte en waar eveneens afbeeldingen van verdachte zijn bijgevoegd. Verdachte wordt herkend wanneer hij in Bruggen in Duitland met een op 18 juni 2010 te Brunssum gestolen pinpas een geldbedrag pint [20]
De rechtbank acht daarmee in samenhang met de aangifte en de bevindingen van de verbalisant bewezen dat verdachte samen met een ander met de pinpas van aangever € 1000,- heeft gepind.
Feit 5
Op 9 september 2010 doet [slachtoffer 5] aangifte van het volgende. Op 9 september 2010 omstreeks 10:25 uur heeft zij een geldbedrag gepind bij een filiaal van de Rabobank aan de Kerkstraat te Brunssum. Daarna is ze aan de overkant van de weg een filiaal van de Wibra binnengegaan. [21] Daar bemerkte ze dat haar beurs met daarin haar bankpas niet meer in haar handtas zat. Ze is daarop gelijk naar eerdergenoemd filiaal van de Rabobank gegaan. Een medewerkster deelde haar mede dat op 10 minuten tijd een bedrag van € 1000,- bij een filiaal van de Rabobank en een bedrag van € 500,- bij een filiaal van de ABN/AMRO-bank van haar rekening met nummer 1093629877 gepind was. Uit bij de aangifte gevoegde rekeningafschriften blijkt dat het eerste bedrag om 10:37 uur is gepind en het tweede bedrag om 10:43 uur. [22]
Naar aanleiding van bovenstaande melding worden door verbalisant [verbalisant 6] de bewakingsbeelden uitgelezen gemaakt bij de pinautomaat van het filiaal van de Rabobank te Brussum op 9 september 2010 van 10:28 uur tot 10:43 uur. De verbalisant relateert dat er een man in beeld te zien is die pintransacties uitvoert ten aanzien van de rekening met als nummer 1093629877. [23]
Bij bovenstaand proces-verbaal van bevindingen zijn een aantal schermafdrukken/foto’s van de betrokken persoon gevoegd. [24] Daarop herkent de rechtbank duidelijk dezelfde persoon, die, bij proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2010, door verbalisant [verbalisant 3] wordt geïdentificeerd als zijnde verdachte en waarbij eveneens afbeeldingen van verdachte zijn bijgevoegd. [25]
Vervolgens worden door verbalisant [verbalisant 7] digitale opnamen, gemaakt door de ABN/AMRO-bank te Brussum met betrekking tot het pinnen van een geldbedrag door een man van de rekening met nummer 109362977 op 9 september 2010 tussen 10:25 uur en 10:35 uur, bekeken. De verbalisant relateert dat hij de man herkent van 10 soortgelijke zaken in de regio Limburg. [26]
Bij bovenstaand proces-verbaal van bevindingen zijn een aantal schermafdrukken/foto’s van de betrokken persoon gevoegd. [27] Daarop herkent de rechtbank duidelijk dezelfde persoon, die, bij proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2010, door verbalisant [verbalisant 3] wordt geïdentificeerd als zijnde verdachte en waar eveneens afbeeldingen van verdachte zijn bijgevoegd. . [28]
De rechtbank acht daarmee in samenhang met de aangifte en de bevindingen van de verbalisant bewezen dat verdachte samen met een ander met de pinpas van aangeefster in totaal € 1500,- heeft gepind.
Feit 6
Op 4 september 2010 doet [slachtoffer 6] aangifte van het volgende. Op 25 augustus 2010 om 10:30 uur was aangeefster aan het winkelen aan de Promenade te Heerlen. Bij de pinautomaat van de Rabobank gelegen aan de Promenade heeft zij € 70,- gepind. Later, in een kledingwinkel aan de Bongerd te Heerlen bemerkte aangeefster dat haar beurs niet meer in haar tas zat. [29] Later merkte aangeefster dat verschillende geldbedragen van haar rekening gepind waren, vlak nadat ze zelf gepind had bij de Rabobank. [30] Uit een bij de aangifte gevoegd rekeningafschrift blijkt dat van de rekening met nummer 154837679 op 25 augustus 2010 bij de pinautomaat van de Rabobank Parkstad om 11:28 uur een bedrag van € 70,-, om 11:36 uur een bedrag van € 1150,- en om 11:37 uur een bedrag van € 30,- gepind was. [31]
Naar aanleiding van bovenstaande melding relateert verbalisant [verbalisant 8] dat de persoon die op de ter beschikking gestelde beelden te zien is dezelfde persoon is die meermalen in het centrum van Heerlen met gestolen bankpassen heeft gepind. De beelden zijn gemaakt van een pinautomaat aan de Promenade te Heerlen waar een persoon op 25 augustus 2010 omstreeks 11:26 uur van een rekening met nummer 154837679 een bedrag van € 1150,- en € 30,- heeft gepind. [32]
Bij bovenstaand proces-verbaal van bevindingen zijn twee schermafdrukken/foto’s van de betrokken persoon gevoegd. [33] Daarop herkent de rechtbank duidelijk dezelfde persoon, die, bij proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2010, door verbalisant [verbalisant 3] wordt geïdentificeerd als zijnde verdachte en waar eveneens afbeeldingen van verdachte zijn bijgevoegd. . [34]
De rechtbank acht daarmee in samenhang met de aangifte en de bevindingen van de verbalisant bewezen dat verdachte met de pinpas van aangeefster in totaal € 1180,00 heeft gepind.
Feit 7
Op 26 mei 2010 doet [slachtoffer 7] aangifte van het volgende. Op 19 mei 2010 pinde zij om 15:13 uur € 150,- bij een pinautomaat van de ING bank te Malden, gemeente Heumen. [35] Omstreeks 15:25 uur bemerkte ze dat haar portemonnee uit haar tas weg was. Ze is daarop gelijk naar de Rabobank gelopen. Daar werd haar verteld dat met de pinpas van haar rekening met nummer 131684523 drie keer gepoogd was een geldbedrag te pinnen. [36]
Naar aanleiding van bovenstaande melding heeft verbalisant [verbalisant 9] de camerabeelden uitgekeken. Hij relateert dat een persoon op 19 mei 2010 in het tijdsbestek van 15:24 uur tot 15:28 uur drie keer probeert een geldbedrag te pinnen maar dat de pincode tot driemaal toe onjuist wordt ingevoerd. [37]
Bij bovenstaand proces-verbaal van bevindingen zijn twee schermafdrukken/foto’s van de betrokken persoon gevoegd. [38] Daarop herkent de rechtbank duidelijk dezelfde persoon, die, bij proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2010, door verbalisant [verbalisant 3] wordt geïdentificeerd als zijnde verdachte en waar eveneens afbeeldingen van verdachte zijn bijgevoegd. [39]
De rechtbank acht daarmee in samenhang met de aangifte en de bevindingen van de verbalisant bewezen dat verdachte met de pinpas van aangeefster geprobeerd heeft een geldbedrag te pinnen.
Feit 8
Op 5 augustus 2010 doet [slachtoffer 8] aangifte van het volgende. Op 5 augustus 2010 pinde aangeefster om 10:49 uur bij de Rabobank aan de Steenstraat te Boxmeer. [40] Vervolgens is aangeefster boodschappen gaan doen. Bij thuiskomst bemerkte zij dat haar portemonnee met daarin onder andere geld en haar bankpas niet met in haar tas zat. Vervolgens is aangeefster naar haar bank gegaan. Daar werd haar medegedeeld dat om 10:49 uur een bedrag van € 1100,- met haar bankpas van haar rekening met nummer 108791475 gepind was. [41]
Naar aanleiding van bovenstaande melding zijn door verbalisant [verbalisant 10] de camerabeelden, gemaakt bij een geldautomaat van de Rabobank aan de Steenstraat te Boxmeer uitgelezen. De verbalisant relateert dat tussen 11:22 uur en 11:25 uur door een persoon van rekening met nummer 108791475 een bedrag van € 1100,- gepind wordt. [42]
Bij bovenstaand proces-verbaal van bevindingen zijn twee schermafdrukken/foto’s van de betrokken persoon gevoegd. [43] Daarop herkent de rechtbank duidelijk dezelfde persoon, die, bij proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2010, door verbalisant [verbalisant 3] wordt geïdentificeerd als zijnde verdachte en waar eveneens afbeeldingen van verdachte zijn bijgevoegd. [44]
De rechtbank acht daarmee in samenhang met de aangifte en de bevindingen van de verbalisant bewezen dat verdachte met de pinpas van aangeefster € 1100,00 gepind heeft.
Ten aanzien van de zaak met parketnummer: 03/661047-15.
Feiten 1 en 2
De rechtbank acht, anders dan de officier van justitie, ten aanzien van deze feiten onvoldoende bewijs in het dossier voorhanden om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank zal verdachte dan ook voor deze feiten vrijspreken.
Feit 3
Op 28 april 2010 doet [slachtoffer 9] aangifte van het volgende. Op 22 april 2010 was zij in de Albert Hein te Tegelen om boodschappen te doen. Ze had haar boodschappenkarretje voor op de winkelwagen gezet. In het voorvak zat haar rode portemonnee met daarin een geldbedrag, een ID-kaart en een bankpas van rekeningnummer 4066648. [45]
Vervolgens worden door verbalisant [verbalisant 2] de camerabeelden van 22 april 2010 van de Rabobank te Venlo uitgelezen, in het kader van het onderzoek naar de poging om met bovenstaande gestolen pinpas te pinnen. Op de beelden is te zien dat een man probeert te pinnen. De automaat geeft aan dat het gekozen bedrag 250 euro betreft. Verder ziet de verbalisant dat de pinautomaat de EMV code 6737030000000048012-10 weergeeft. Na onderzoek is gebleken dat dit nummer overeenkomt met het rekeningnummer 4066648. Vervolgens ziet de verbalisant op de beelden dat de pas is geblokkeerd en wordt ingenomen. De transactie heeft niet plaatsgevonden. [46]
Bij bovenstaand proces-verbaal van bevindingen zijn drie schermafdrukken/foto’s gevoegd. [47] Daarop herkent de rechtbank duidelijk dezelfde persoon, die, bij proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2010, door verbalisant [verbalisant 3] wordt geïdentificeerd als zijnde verdachte en waar eveneens afbeeldingen van verdachte zijn bijgevoegd. [48]
De rechtbank acht daarmee in samenhang met de aangifte en de bevindingen van de verbalisant bewezen dat verdachte heeft geprobeerd om met de pinpas van aangeefster te pinnen.
Feit 5
Op 28 mei 2010 doet aangeefster [slachtoffer 10] aangifte van het volgende. Op diezelfde dag was ze aanwezig in Venlo en heeft daar omstreeks 12:30 uur bij de pinautomaat in de Hema ongeveer € 100,- gepind. Op een bepaald moment bemerkte zij dat haar portemonnee weg was. In die portemonnee zat haar pinpas. [49] Vervolgens is aangeefster gelijk naar de Rabobank gelopen om haar pinpas te blokkeren. Daar bleek dat reeds € 1150,- gepind en wel bij de pinautomaat bij binnenkomst rechtsgelegen in het pand van de Rabobank. Het feit is gepleegd tussen 12:40 uur en 12:55 uur. [50]
Op 20 juli werden door verbalisant [verbalisant 11] de beelden, gericht op de pinautomaat in het pand van de Rabobank te Venlo, uitgelezen in het kader van bovenstaande aangifte. Op 12:58 uur komt een persoon met een Roemeens uiterlijk de bank binnen en van 12:58 uur tot 13:01 uur bij de pinautomaat een transactie pleegt. De verbalisant herkent de persoon als zijnde een verdachte uit eerdere zaken en vermeld in een interne briefing. [51]
Bij bovenstaand proces-verbaal van bevindingen zijn een aantal schermafdrukken/foto’s gevoegd. [52] Daarop herkent de rechtbank duidelijk dezelfde persoon, die, bij proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2010, door verbalisant [verbalisant 3] wordt geïdentificeerd als zijnde verdachte en waar eveneens afbeeldingen van verdachte zijn bijgevoegd. [53]
De rechtbank acht daarmee in samenhang met de aangifte en de bevindingen van de verbalisant bewezen dat verdachte met de pinpas van aangeefster een geldbedrag heeft gepind.
Feit 7
Door [slachtoffer 11] wordt op 16 augustus 2010 aangifte gedaan van diefstal van haar beurs. Zij verklaart dat ze op 12 augustus 2010 om 14:00 uur bij de Hema te Venlo verschillende geldbedragen pinde. Nadat ze de geldbedragen in haar beurs stopte, borg ze haar beurs op in haar tas die aan een buggy hing. [54] Omstreeks 14:10 uur bemerkte ze aan de kassa van het Kruidvat, eveneens gelegen te Venlo, dat haar beurs uit haar tas was weggenomen. Daarop ging aangeefster gelijk naar de ABN/AMRO-bank om haar rekening te laten blokkeren. Met verschillende pasjes was geprobeerd te pinnen en van haar rekeningen was een geldbedrag van € 140,- afgeschreven. Dit bedrag was om 14:15 uur gepind. [55] Later bleek dat er ook nog een geldbedrag van € 600,- van haar rekening afgeschreven was. Dit bedrag was om 14:12 uur bij een pinautomaat aan de Keulsepoort 12 te Venlo gepind.
D0or verbalisanten worden de camerabeelden van de pinautomaat aan de Keulsepoort 12 te Venlo opgevraagd naar aanleiding van bovenstaande aangifte. In een proces-verbaal van bevindingen beschrijven de verbalisanten dat de beelden van de bovengenoemde pintransacties om technische redenen niet beschikbaar waren. Wel waren er beelden beschikbaar van de pinautomaat die pal ernaast gelegen is. Aan die pinautomaat heeft vlak na bovengenoemde pintransactie een mistransactie met dezelfde bankpas plaatsgevonden.
Bij bovenstaand proces-verbaal van bevindingen zijn twee schermafdrukken/foto’s gevoegd. [56] Daarop herkent de rechtbank duidelijk dezelfde persoon, die, bij proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2010, door verbalisant [verbalisant 3] wordt geïdentificeerd als zijnde verdachte en waar eveneens afbeeldingen van verdachte zijn bijgevoegd. [57]
De rechtbank acht daarmee in samenhang met de aangifte en de bevindingen van de verbalisant bewezen dat verdachte met de pinpas van aangeefster een geldbedrag heeft gepind.
4.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 04/860662-10:
1.
op 14 mei 2010 in de gemeente Venlo ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een bedrag aan geld toebehorende aan [slachtoffer 1] en dat weg te nemen geld onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel, met dat oogmerk een bank(pin)pas rekeningnummer 107764393 ten name van [slachtoffer 1], voornoemd, heeft gestoken in een geldautomaat van de Rabobank, gelegen aan de Wieënpassage te Venlo en daarbij op die geldautomaat een pincode heeft ingetypt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
op 05 augustus 2010 te Tegelen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 1180 euro, toebehorende aan [slachtoffer 2], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 2] met de bijbehorende pincode;
3.
op 01 mei 2010 te Geleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 470 euro toebehorende aan [slachtoffer 3], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 3] met de bijbehorende pincode;
4.
op 12 oktober 2010 in de gemeente Heerlen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 1000 euro toebehorende aan [slachtoffer 4], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 4] met de bijbehorende pincode;
5.
op 9 september 2010 in de gemeente Brunssum met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 1500 euro toebehorende aan [slachtoffer 5], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 5] met de bijbehorende pincode;
6.
op 25 augustus 2010 in de gemeente Heerlen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 1180 euro toebehorende aan [slachtoffer 6], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 6] met de bijbehorende pincode;
7.
op 19 mei 2010 te Malden, in de gemeente Heumen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een bedrag aan geld toebehorende aan [slachtoffer 7] en dat weg te nemen geld onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel, met dat oogmerk een bank(pin)pas rekeningnummer 131684523 ten name van [slachtoffer 7], voornoemd, heeft gestoken in een geldautomaat van de Rabobank en daarbij op die geldautomaat een pincode heeft ingetypt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
8.
op 5 augustus 2010 in de gemeente Boxmeer met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 1100 euro toebehorende aan [slachtoffer 8], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 8] met de bijbehorende pincode;
Ten aanzien van de zaak met parketnummer: 03/661047-15.
3.
op 22 april 2010 in de gemeente Venlo ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een bedrag aan geld toebehorende aan [slachtoffer 9] en dat weg te nemen geld onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel, met dat oogmerk een bank(pin)pas rekeningnummer 4066648 ten name van [slachtoffer 9] voornoemd, heeft gestoken in een geldautomaat van de Rabobank, gelegen aan de Peperstraat te Venlo en daarbij op die
geldautomaat een pincode heeft ingetypt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
op 28 mei 2010 in de gemeente Venlo, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 1150 euro toebehorende aan [slachtoffer 10], zulks nadat hij, verdachte, dat weg te nemen goed onder zijn bereik had gebracht door gebruik van een valse sleutel, te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 10] met de bijbehorende pincode;
7.
op 12 augustus 2010 in de gemeente Venlo met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 600 euro toebehorende aan [slachtoffer 11], zulks nadat hij, verdachte, dat weg te nemen goed onder zijn bereik had gebracht door gebruik van een valse sleutel, te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 11] met de bijbehorende pincode.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 04/860662-10:
T.a.v. feit 1:
poging tot diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
T.a.v. feit 2:
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
T.a.v. feit 3:
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
T.a.v. feit 4:
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van een valse sleutel
T.a.v. feit 5:
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
T.a.v. feit 6:
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
T.a.v. feit 7:
poging tot diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
T.a.v. feit 8:
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
Ten aanzien van de zaak met parketnummer: 03/661047-15.
T.a.v. feit 3:
poging tot diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
T.a.v. feit 5:
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
T.a.v. feit 7:
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluit.

7.De straf

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 18 maanden onder aftrek van voorarrest.
7.2
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft 8 keren met eerder gestolen pinpassen geld gestolen en heeft dat nog eens 3 keer geprobeerd. Verdachte heeft zijn slachtoffers bij het door hen gebruiken van de pinpas kennelijk eerst bespied om achter de pincode te komen, heeft vervolgens de pinpas en doorgaans ook de beurs waar deze inzat gestolen om daarna met de afgekeken pincode en de gestolen pinpas grote geldbedragen op te nemen.
De rechtbank neemt dit verdachte bijzonder kwalijk. Extra kwalijk is, dat verdachte kennelijk bewust vooral al wat oudere mensen uitkiest. Dit soort feiten tast het gevoel van veiligheid aan en kan er bij deze kwetsbare groep toe leiden dat zij niet meer zelfstandig durven pinnen en wantrouwend worden naar hun omgeving. Hierdoor worden zij beperkt in hun dagelijks functioneren. Verdachte heeft zich hiervan geen rekenschap gegeven, maar zich kennelijk slechts laten leiden door financieel gewin.
Nu deze feiten niet op zichzelf staan, maar, blijkens de zich in het dossier bevindende meldingen, verdachte ook in andere arrondissementen zijn slag slaat, dringt het beeld op van een verdachte die alleen met harde hand van het opnieuw plegen van feiten kan worden afgehouden.
De rechtbank acht dan ook geen andere straf dan een gevangenisstraf gepast. Evenals de officier van justitie acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden gepast en geboden.

8.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

8.1
De benadeelde partij [betrokkene 1]
De benadeelde partij [betrokkene 1] vordert een schadevergoeding van
€ 300,65 ter zake van de feiten 1 en 2 onder parketnummer 04/860662-10. Tevens verzoekt de benadeelde partij de wettelijke rente toe te passen en de schadevergoedingsmaatregel uit te spreken.
Evenals de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de benadeelde partij niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering aangezien verdachte is vrijgesproken voor de onderliggende feiten.
8.2
De benadeelde partij [slachtoffer 9]
De benadeelde partij [slachtoffer 9] vordert een schadevergoeding van € 118,01 ter zake van feit 3 onder parketnummer 04/860662-10. De vordering bestaat uit materiele schade ad € 18,01 en immateriële schade ad € 100,-. Tevens verzoekt de benadeelde partij de wettelijke rente toe te passen en de schadevergoedingsmaatregel uit te spreken.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank ten aanzien van de immateriële schade van oordeel dat de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Zij overweegt hiertoe dat in geval er geen sprake is van fysiek letsel – zoals hier aan de orde – slechts in een beperkt aantal gevallen immateriële schade kan worden toegekend. Deze gevallen zijn limitatief in de wet opgesomd (artikel 6:106, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek). Uit het voegingsformulier blijkt dat de benadeelde partij behoorlijk aangeslagen was door hetgeen is gebeurd. Zij voelt zich onzeker en angstig. De rechtbank begrijpt dat de benadeelde partij deze negatieve gevoelens graag op de dader zou willen verhalen. De wet stelt echter strenge eisen aan het verhalen (op daders) van deze negatieve gevoelens. Verhaal is alleen dan mogelijk als er sprake is van dusdanig geestelijk letsel dat dit kan worden aangemerkt als een aantasting van de persoon. Hiervan is slechts sprake indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. Gevoelens van angst, schrik, onzekerheid en nervositeit vallen niet onder het bereik van dit wetsartikel. Ernstige psychische schade, als hiervoor bedoeld, is door de benadeelde partij niet aangevoerd.
De rechtbank wijst de post ‘nieuwe bankpas ING’ ad € 7,50 en de post ‘reiskosten’ ad € 10,51 toe, nu het schade betreft die het rechtstreekse gevolg is van de poging tot diefstal. Tevens zal de rechtbank de wettelijke rente toewijzen vanaf 22 april 2010 en de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
8.3
De benadeelde partij [betrokkene 2]
De benadeelde partij [betrokkene 2] vordert een schadevergoeding van
€ 1400,- ter zake van feit 4 onder parketnummer 04/860662-10. Tevens verzoekt de benadeelde partij de wettelijke rente toe te passen en de schadevergoedingsmaatregel uit te spreken.
Evenals de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de benadeelde partij niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering aangezien de officier van justitie niet ontvangen kan worden in de vervolging van dit feit.
8.4
De benadeelde partij [slachtoffer 10] ([slachtoffer 10])
De benadeelde partij [slachtoffer 10] vordert een schadevergoeding van
€ 415,- ter zake van feit 5 onder parketnummer 04/860662-10. De vordering bestaat geheel uit materiële schade. Tevens verzoekt de benadeelde partij de wettelijke rente toe te passen en de schadevergoedingsmaatregel uit te spreken.
De rechtbank wijst de vordering van de benadeelde partij toe, nu het schade betreft die het rechtstreekse gevolg is van de diefstal en er geen verweer is gevoerd. Tevens zal de rechtbank de wettelijke rente toewijzen vanaf 28 mei 2010 en de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
8.5
De benadeelde partij [betrokkene 3]
De benadeelde partij [betrokkene 3] vordert een schadevergoeding van
€ 414,15 ter zake van feit 6 onder parketnummer 04/860662-10, bestaande uit materiele schade. Tevens verzoekt de benadeelde partij de wettelijke rente toe te passen en de schadevergoedingsmaatregel uit te spreken.
Evenals de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de benadeelde partij niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering aangezien de officier van justitie niet ontvangen kan worden in de vervolging van dit feit.
8.6
De benadeelde partij [slachtoffer 11]
De benadeelde partij [slachtoffer 11] vordert een schadevergoeding van
€ 479,95 ter zake van feit 7 onder parketnummer 04/860662-10, bestaande uit materiële schade. Tevens verzoekt de benadeelde partij de wettelijke rente toe te passen en de schadevergoedingsmaatregel uit te spreken.
De rechtbank wijst de vordering van de benadeelde partij toe, nu het schade betreft die het rechtstreekse gevolg is van de diefstal. Tevens zal de rechtbank de wettelijke rente toewijzen vanaf 12 augustus 2010 en de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
8.7
De benadeelde partij [betrokkene 4]
De benadeelde partij [betrokkene 4] vordert een schadevergoeding van
€ 2115,00, bestaande uit materiële schade. Tevens verzoekt de benadeelde partij de wettelijke rente toe te passen en de schadevergoedingsmaatregel uit te spreken.
Evenals de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering moet worden verklaard aangezien de schade van de benadeelde partij geen rechtstreeks gevolg is van enig op de dagvaarding vermeld feit.
8.8
De benadeelde partij [slachtoffer 5]
De benadeelde partij [slachtoffer 5] vordert een schadevergoeding van
€ 130,80 ter zake van feit 5 onder parketnummer 03/661047-15, bestaande uit materiële schade. Tevens verzoekt de benadeelde partij de wettelijke rente toe te passen en de schadevergoedingsmaatregel uit te spreken.
De rechtbank wijst de vordering van de benadeelde partij toe, nu het schade betreft die het rechtstreekse gevolg is van de diefstal. Tevens zal de rechtbank de wettelijke rente toewijzen vanaf 9 september 2010 en de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
8.9
De benadeelde partij [slachtoffer 6]
Hoewel slachtoffer [slachtoffer 6] heeft aangegeven zij geen verzoek tot schadevergoeding wenst in te dienen, is de rechtbank van oordeel dat zij schade heeft geleden voor een bedrag van € 69,- door het bewezenverklaarde onder feit 5 van parketnummer 03/661047-15. De rechtbank zal ten aanzien van dat bedrag ambtshalve de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 24c, 36f, 45, 47, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
De geldigheid van de dagvaarding
- verklaart de dagvaarding ten aanzien van feit 8 onder parketnummer 04/860662-10 nietig;
De ontvankelijkheid van de officier van justitie
- verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging van de feiten 4 en 6 onder parketnummer 04/860662-10;

Vrijspraak

- no;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 18 maanden;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
  • verklaart de benadeelde partij [betrokkene 1], [adres 1] niet ontvankelijk in haar vordering;
  • veroordeelt de benadeelde partij [betrokkene 1] in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 9], [adres 2], te betalen een bedrag van € 18,01, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 april 2010;
  • verklaart de benadeelde partij voor het overige in haar vordering niet ontvankelijk;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 9], voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 april 2010;
  • bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [slachtoffer 9] vervalt en omgekeerd;
  • verklaart de benadeelde partij [betrokkene 2], [adres 3] niet ontvankelijk in haar vordering;
  • veroordeelt de benadeelde partij [betrokkene 2] in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 10], [adres 4], te betalen een bedrag van € 415,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2010;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 10], voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 8 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2010;
  • bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [slachtoffer 10] vervalt en omgekeerd;
  • verklaart de benadeelde partij [betrokkene 3], [adres 5] niet ontvankelijk in haar vordering;
  • veroordeelt de benadeelde partij [betrokkene 3] in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 11], [adres 6], te betalen een bedrag van € 479,95, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 augustus 2010;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 11], voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 9 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 augustus 2010;
  • bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [slachtoffer 11] vervalt en omgekeerd;
  • verklaart de benadeelde partij [betrokkene 4], [adres 7] niet ontvankelijk in haar vordering;
  • veroordeelt de benadeelde partij [betrokkene 4] in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 5], [adres 8], te betalen een bedrag van € 130,80, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 september 2010;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 5], voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 september 2010;
  • bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] vervalt en omgekeerd;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 6], € 69,- te betalen, bij niet betaling te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.M. Engels, voorzitter, mr. M.B. Bax en
mr. C.C.W.M. Aretz, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P.E. Mullers, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 20 mei 2015.
Buiten staat
Mr. C.C.W.M. Aretz is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 14 mei 2010 in de gemeente Venlo ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit weg te nemen een bedrag aan geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en dat weg te nemen geld onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel, met dat oogmerk een bank(pin)pas (rekeningnummer 107764393) ten name van [slachtoffer 1], voornoemd, heeft gestoken in een geldautomaat van de Rabobank, gelegen aan de Wieënpassage te Venlo en/of daarbij op die geldautomaat een pincode heeft ingetypt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 05 augustus 2010 te Tegelen, in elk geval in de gemeente Venlo, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 1180 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 2] met de bijbehorende pincode;
3.
hij op of omstreeks 01 mei 2010 te Geleen, in elk geval in de gemeente Sittard-Geleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 470 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 3] met de bijbehorende pincode;
4.
hij op of omstreeks 12 oktober 2010 in de gemeente Heerlen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 1000 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 4] met de bijbehorende pincode;
5.
hij op of omstreeks 09 september 2010 in de gemeente Brunssum met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 1150 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 5] met de bijbehorende pincode;
6.
hij in of omstreeks de periode van 25 augustus 2010 tot en met 3 september 2010 in de gemeente Heerlen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 1180 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 6] met de bijbehoredne pincode;
7.
hij op of omstreeks 19 mei 2010 te Malden, in elk geval in de gemeente Heumen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een bedrag aan geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en dat weg te nemen geld onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel, met dat oogmerk een bank(pin)pas (rekeningnummer 131684523) ten name van [slachtoffer 7], voornoemd, heeft gestoken in een geldautomaat van de Rabobank, althans van een bank en/of daarbij op die geldautomaat een pincode heeft ingetypt, terwijl de uitvoering
van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
8.
hij op of omstreeks 05 augustus 2010 in de gemeente Boxmeer met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 1100 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 8] met de bijbehorende pincode;
De dagvaarding in de zaak met parketnummer 04/860662-10, ter terechtzitting gevoegd:
1.
hij op of omstreeks 13 april 2010 te Tegelen, in elk geval in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee inhoudende ondermeer 55 euro en een bankpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
2.
hij op of omstreeks 13 april 2010 te Tegelen, in elk geval in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 1000 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik had gebracht door gebruik van een valse sleutel, te weten een bankpas ten name van [betrokkene 1] met de bijbehorende pincode;
3.
hij op of omstreeks 22 april 2010 in de gemeente Venlo ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een bedrag aan geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en dat weg te nemen geld onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel, met dat oogmerk een bank(pin)pas (rekeningnummer 4066648) ten name van van [slachtoffer 9], voornoemd, heeft gestoken in een geldautomaat van de Rabobank, gelegen aan de Peperstraat te Venlo en/of daarbij op die
geldautomaat een pincode heeft ingetypt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op of omstreeks 22 mei 2010 te Bruggen-Nettetal, in elk geval in de Bondsrepubliek Duitsland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 500 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, zulks nadat hij, verdachte, dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik had gebracht door gebruik van een valse sleutel, te weten een bankpas ten name van [betrokkene 2] met de bijbehorende pincode;
5.
hij op of omstreeks 28 mei 2010 in de gemeente Venlo, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 1150 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, zulks nadat hij, verdachte, dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik had gebracht door gebruik van een valse sleutel, te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 10] met de bijbehorende pincode;
6.
hij op of omstreeks 29 mei 2010 te Bruggen-Nettetal, in elk geval in de Bondsrepubliek Duitsland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 500 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, zulks nadat hij, verdachte, dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik had gebracht door gebruik van een valse sleutel, te weten een bankpas ten name van [betrokkene 3] met de bijbehorende pincode;
7.
hij op of omstreeks 12 augustus 2010 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 600 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik had gebracht door gebruik van een valse sleutel, te weten een bankpas ten name van [slachtoffer 11] met de bijbehorende pincode;
8.
hij zich voorts naast het onder sub 1 tot en met 7 van deze vordering omschreven strafbare feiten meermalen, althans eenmaal, op in of omstreeks de periode van 1 mei 2010 tot en met 21 oktober 2010 te Heerlen en/of Brussum en/of Geleen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (telkens) heeft schuldig gemaakt aan diefstal, waarbij hij, verdachte, en/althans zijn mededader(s) zich (telkens), in elk geval een- of meermalen, het weg te nemen goed onder hun/zijn bereik hebben/heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht/Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/661047-15, 04/860662-10
Proces-verbaal van de openbare zitting van 20 mei 2015 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedatum] 1965,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
, griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is wel/niet in de zittingzaal aanwezig.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen veertien dagen hoger beroep kan instellen.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de rechter en de griffier.

Voetnoten

1.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1], d.d. 14 mei 2010, dossierpagina 210.
2.Idem, dossierpagina 211.
3.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 7 december 2010, dossierpagina 218.
4.Idem, dossierpagina 220 en 221.
5.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2010, dossierpagina 163.
6.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2], d.d. 5 augustus 2010, dossierpagina 222 en 223.
7.Het proces-verbaal van bevindingen , d.d. 7 december 2010, dossierpagina 234 en 235.
8.Idem, dossierpagina 236 t/m 238.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2010, dossierpagina 163.
10.Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3], d.d. 1 mei 2010, dossierpagina 239 en 240.
11.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster, d.d. 4 mei 2010, dossierpagina 242 en 243
12.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 25 juli 2010, dossierpagina 251.
13.Idem, dossierpagina 252 t/m 262.
14.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2010, dossierpagina 163.
15.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4], d.d. 12 oktober 2010, dossierpagina 295.
16.Idem, dossierpagina 296.
17.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 6 december 2010, dossierpagina 304 t/m 306.
18.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 18 oktober 2010, dossierpagina 317 en 318.
19.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 6 december 2010, dossierpagina 307 t/m 316.
20.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2010, dossierpagina 163.
21.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5], d.d. 9 september 2010, dossierpagina 320.
22.Idem, dossierpagina 321, 324, 325.
23.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 13 oktober 2010, dossierpagina 327 en 326.
24.Idem, dossierpagina 329 t/m 336.
25.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2010, dossierpagina 163.
26.Het proces-verbaal aanvullend, d.d. 21 oktober 2010, dossierpagina 337.
27.Idem, dossierpagina 338 t/m 341.
28.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2015, dossierpagina 163.
29.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6], d.d. 4 september 2010, dossierpagina 342.
30.Idem, dossierpagina 343.
31.Idem, dossierpagina 346.
32.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 6 december 2010, dossierpagina 347.
33.Idem, dossierpagina 348.
34.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2010, dossierpagina 163.
35.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7], d.d. 26 mei 2010, dossierpagina 367.
36.Idem, dossierpagina 368.
37.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 14 juli 2010, dossierpagina 371.
38.Idem, dossierpagina 372.
39.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2010, dossierpagina 163.
40.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8], d.d. 5 augustus 2010, dossierpagina 374.
41.Idem, dossierpagina 374.
42.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 1 december 2010, dossierpagina 380.
43.Idem, dossierpagina 381.
44.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2010, dossierpagina 163.
45.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9], d.d. 28 april 2010, dossierpagina 123 en 124.
46.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 15 september 2015, dossierpagina 127.
47.Idem, dossierpagina 129, 130 en 131.
48.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2010, dossierpagina 163.
49.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 10], d.d. 28 mei 2015, dossierpagina 132.
50.Idem, dossierpagina 133.
51.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 20 juli 2010, dossierpagina 137.
52.Idem, dossierpagina 139 t/m 147.
53.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2010, dossierpagina 163.
54.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 11], d.d. 16 augustus 2010, dossierpagina 188.
55.Idem, dossierpagina 189.
56.Idem, dossierpagina 197en 198.
57.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2010, dossierpagina 163.