ECLI:NL:RBLIM:2015:3669

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
29 april 2015
Publicatiedatum
30 april 2015
Zaaknummer
03/700120-14
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belaging en oplichting via internetadvertenties met meerdere benadeelde partijen

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 29 april 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan belaging van zijn ex-vriendin en haar ouders, evenals aan oplichting via internetadvertenties. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], was gedetineerd in PI Limburg Zuid - De Geerhorst en werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.F.E. Sprenkels. De rechtbank heeft op 15 april 2015 het onderzoek ter terechtzitting gehouden, waarbij de officier van justitie en de verdachte aanwezig waren.

De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het stelselmatig inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers door herhaaldelijk contact met hen op te nemen en zich in hun nabijheid op te houden. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan oplichting door advertenties te plaatsen op websites zoals Marktplaats, Speurders en Tweedehands, waarbij hij mobiele telefoons en iPads te koop aanbood die hij niet kon leveren. In totaal waren er 16 benadeelde partijen die schadevergoeding vorderden.

De rechtbank oordeelde dat de belaging van de ex-vriendin en haar ouders bewezen was, evenals de oplichting van meerdere benadeelde partijen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Tevens werden de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, en werd de schadevergoedingsmaatregel opgelegd. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03/700120-14
Datum uitspraak : 29 april 2015
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans gedetineerd in PI Limburg Zuid - De Geerhorst, Op de Geer 1 te Sittard.
Raadsman is mr. M.F.E. Sprenkels, advocaat te Maastricht.

1.Het onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 15 april 2015.
De rechtbank heeft op 15 april 2015 gehoord: de officier van justitie en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman.

2.De tenlastelegging

De verdachte staat terecht ter zake dat:
feit 1
hij in of omstreeks de periode van 08 oktober 2012 tot en met 20 september 2013 in de gemeente Maastricht, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen,
- door meermalen telefonisch contact op te nemen althans te zoeken met die [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
- door meermalen sms-berichten te zenden naar die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3]
en/of
- door meermalen brieven te zenden naar die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] en/of
- door zich meermalen op te houden in de (directe) nabijheid van de woning
van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of
- door zich meermalen op te houden in de (directe) nabijheid van het werk van
die [slachtoffer 1] en/of
- door zich meermalen op te houden in de (directe) nabijheid van die [slachtoffer 1]
en/of
- door meermalen persoonlijk contact te zoeken met die [slachtoffer 1];
feit 2
hij in of omstreeks de periode van 09 september 2012 tot en met 13 september 2013 in de gemeente Maastricht en/of Hilversum en/of Dalfsen en/of Hoevelaken en/of Amsterdam en/of Wormer en/of Nieuwegein en/of Schagen en/of IJsselstein en/of Twello en/of Ridderkerk en/of Utrecht en/of 's-Gravenhage en/of Alphen aan de Rijn en/of Heerhugowaard en/of Amstelveen en/of Drachten en/of Beinsdorp en/of Bennebroek en/of Loosdrecht en/of Haarlem en/of Grootebroek en/of elders in Nederland meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [benadeelde partij 1] (zaakdossier 6) en/of
- [benadeelde partij 2] (zaakdossier 7) en/of
- [benadeelde partij 3] (zaakdossier 8) en/of
- [benadeelde partij 4] (zaakdossier 9) en/of
- [benadeelde partij 5] (zaakdossier 11) en/of
- [benadeelde partij 6] (zaakdossier 12) en/of
- [benadeelde partij 7] (zaakdossier 13) en/of
- [benadeelde partij 8] (zaakdossier 14) en/of
- [benadeelde partij 9] (zaakdossier 15) en/of
- [benadeelde partij 10] (zaakdossier 16) en/of
- [benadeelde partij 11] (zaakdossier 17) en/of
- [benadeelde partij 12] (zaakdossier 18) en/of
- [benadeelde partij 13] (zaakdossier 19) en/of
- [benadeelde partij 14] (zaakdossier 20) en/of
- [benadeelde partij 15] (zaakdossier 21) en/of
- [benadeelde partij 16] (zaakdossier 22) en/of
- [benadeelde partij 17] (zaakdossier 23) en/of
- [benadeelde partij 18] (zaakdossier 24) en/of
- [benadeelde partij 19] (zaakdossier 25) en/of
- [benadeelde partij 20] (zaakdossier 26) en/of
- [benadeelde partij 21] (zaakdossier 27) en/of
- [benadeelde partij 22] (zaakdossier 28) en/of
- [benadeelde partij 23] (zaakdossier 29) en/of
- [benadeelde partij 24] (zaakdossier 30) en/of
- [benadeelde partij 25] (zaakdossier 31) en/of
- [benadeelde partij 26] (zaakdossier 32) en/of
- [benadeelde partij 27] (zaakdossier 33) en/of
- [benadeelde partij 28] (zaakdossier 34) en/of
- [benadeelde partij 29] (zaakdossier 35)
heeft bewogen tot de afgifte van (telkens) enig geldbedrag, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- advertenties geplaatst op de website(s) www.marktplaats.nl en/of
www.tweedehands.nl en/of www.speurders.nl en in deze advertenties en/of
in de contacten met voornoemde perso(o)n(en) zich als bonafide aanbieder
en/of verkoper van (een) mobiele telefoon(s) (Iphone 4S) en/of een Ipad, in
elk geval van één of meer goederen, voorgedaan, terwijl die telefoons
en/of die Ipad niet in het bezit was/waren van verdachte en/of
- ( vervolgens) bovengenoemde perso(o)nen toegezegd dat voornoemde
mobiele telefoon(s) en/of Ipad zou(den) worden opgestuurd per post en/of
- ( vervolgens) bovengenoemde perso(o)n(en) verzocht de/het overeen
gekomen geldbedrag(en) over te maken op een bankrekeningnummer van verdachte
en/of een bankrekeningnummer van [naam] (diens moeder);
waardoor voornoemde perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
feit 3
hij in of omstreeks de periode van 09 juni 2013 tot en met 18 juni 2013 in de gemeente Amsterdam en/of Maastricht en/of elders in Nederland met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 30] heeft bewogen tot de afgifte van enig geldbedrag, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een advertentie geplaatst op de website www.marktplaats.nl en in deze
advertentie en/of in de contacten met voornoemde persoon zich als bonafide
aanbieder en/of verkoper van een mobiele telefoon (Iphone 4S) en/of een
Ipad, in elk geval één of meer goederen voorgedaan, terwijl die
telefoon en/of die Ipad niet in het bezit was/waren van verdachte en/of
- ( vervolgens) bovengenoemde persoon toegezegd dat voornoemde mobiele
telefoon en/of Ipad zou(den) worden opgestuurd per post en/of
- ( vervolgens) bovengenoemde persoon verzocht de/het overeen gekomen
geldbedrag(en) over te maken op een bankrekeningnummer van verdachte en/of
een bankrekeningnummer van diens partner;
waardoor [benadeelde partij 30] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
feit 4
hij in of omstreeks de periode van 03 november 2014 tot en met 09 november 2014 in de gemeente 's-Gravenhage en/of Maastricht en/of elders in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 31] heeft bewogen tot de afgifte van enig geldbedrag, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid
- een advertentie geplaatst op de website www.marktplaats.nl en in deze
advertentie en/of in de contacten met voornoemde persoon zich als bonafide
aanbieder en/of verkoper van een mobiele telefoon (Iphone 5S), in elk geval
van één of meer goederen, voorgedaan, terwijl die telefoon niet in
het bezit was/waren van verdachte en/of
- ( vervolgens) bovengenoemde persoon toegezegd dat voornoemde mobiele
telefoon zou worden opgestuurd per post en/of
- ( vervolgens) bovengenoemde persoon verzocht de/het overeen gekomen
geldbedrag(en) over te maken op een bankrekeningnummer van verdachte en/of
een bankrekeningnummer van diens echtgenote;
waardoor [benadeelde partij 31] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.

3.De voorvragen

Bij het onderzoek ter terechtzitting:
  • is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is;
  • is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
  • zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen;
  • zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
4.
De beoordeling van het bewijs [1]
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten 1, 2, 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard. De officier van justitie wijst in dit verband op de aangiftes en de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting.
Van de oplichting van [benadeelde partij 13] onder feit 2 dient verdachte evenwel te worden vrijgesproken, nu onvoldoende wettig en overtuigend bewijs uit het procesdossier naar voren komt dat verdachte zich aan deze oplichting schuldig heeft gemaakt.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de oplichting van [benadeelde partij 13] onder feit 2, nu verdachte ter zake een ontkennende verklaring heeft afgelegd.
Voor wat betreft de overige tenlastegelegde feiten onder 1, 2, 3 en 4 van de tenlastelegging refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbankTen aanzien van feit 1:
De rechtbank acht de belaging van [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] in de periode van 8 oktober 2012 tot en met 20 september 2013 te Maastricht bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting; [2]
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1]; [3]
- het proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1]; [4]
- het proces-verbaal van klacht van [slachtoffer 1]; [5]
- het proces-verbaal van klacht van [slachtoffer 1]; [6]
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2]; [7]
- het proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 2]; [8]
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3]; [9]
- het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 3]. [10]
Ten aanzien van feit 2:
De rechtbank acht de oplichting van [benadeelde partij 1], [benadeelde partij 2], [benadeelde partij 3],
[benadeelde partij 4], [benadeelde partij 5], [benadeelde partij 6], [benadeelde partij 7], [benadeelde partij 8], [benadeelde partij 9], [benadeelde partij 10], [benadeelde partij 11], [benadeelde partij 12], [benadeelde partij 14], [benadeelde partij 15], [benadeelde partij 16], [benadeelde partij 17], [benadeelde partij 18], [benadeelde partij 19], [benadeelde partij 20], [benadeelde partij 21], [benadeelde partij 22], [benadeelde partij 23], [benadeelde partij 24], [benadeelde partij 25], [benadeelde partij 26], [benadeelde partij 27], [benadeelde partij 28] en [benadeelde partij 29] in de periode van 9 september 2012 tot en met 13 september 2013 in Nederland bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting; [11]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 1]; [12]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 2]; [13]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 3]; [14]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 4]; [15]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 5]; [16]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 6]; [17]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 7]; [18]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 8]; [19]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 9]; [20]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 10]; [21]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 11]; [22]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 12]; [23]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 14]; [24]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 15]; [25]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 16]; [26]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 17]; [27]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 18]; [28]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 19]; [29]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 20]; [30]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 21]; [31]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 22]; [32]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 23]; [33]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 24]; [34]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 25]; [35]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 26]; [36]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 27]; [37]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 28]; [38]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 29]. [39]
De rechtbank acht de oplichting van [benadeelde partij 13] niet bewezen. De rechtbank overweegt dat uit het procesdossier niet blijkt van betrokkenheid van verdachte bij de verkoop van concertkaarten aan [benadeelde partij 13] via Marktplaats. De verdachte heeft ter terechtzitting ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan deze oplichting, met als gevolg dat naast aangifte geen andere informatie naar voren is gekomen die de betrokkenheid van verdachte ondersteunt. De rechtbank zal de verdachte vrijspreken van de oplichting van [benadeelde partij 13].
Ten aanzien van feit 3:
De rechtbank acht de oplichting van [benadeelde partij 30] in de periode van 9 juni 2013 tot en met 18 juni 2013 in Nederland bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting; [40]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 30]; [41]
Ten aanzien van feit 4:
De rechtbank acht de oplichting van [benadeelde partij 31] in de periode van 3 november 2014 tot en met 9 november 2014 in Nederland bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting; [42]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 31]. [43]
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
feit 1
in de periode van 8 oktober 2012 tot en met 20 september 2013 in de gemeente Maastricht, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], met het oogmerk die
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], te dwingen iets te dulden en/of vrees aan te jagen,
- door meermalen telefonisch contact op te nemen althans te zoeken met die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
en
- door meermalen sms-berichten te zenden naar die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3]
en
- door meermalen brieven te zenden naar die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
en
- door zich meermalen op te houden in de directe nabijheid van de woning van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1]
en
- door zich meermalen op te houden in de directe nabijheid van het werk van die [slachtoffer 1] en
- door zich meermalen op te houden in de directe nabijheid van die [slachtoffer 1]
en
- door meermalen persoonlijk contact te zoeken met die [slachtoffer 1];
feit 2
in de periode van 9 september 2012 tot en met 13 september 2013 in Nederland meermalen, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels,
- [benadeelde partij 1] (zaakdossier 6) en
- [benadeelde partij 2] (zaakdossier 7) en
- [benadeelde partij 3] (zaakdossier 8) en
- [benadeelde partij 4] (zaakdossier 9) en
- [benadeelde partij 5] (zaakdossier 11) en
- [benadeelde partij 6] (zaakdossier 12) en
- [benadeelde partij 7] (zaakdossier 13) en
- [benadeelde partij 8] (zaakdossier 14) en
- [benadeelde partij 9] (zaakdossier 15) en
- [benadeelde partij 10] (zaakdossier 16) en
- [benadeelde partij 11] (zaakdossier 17) en
- [benadeelde partij 12] (zaakdossier 18) en
- [benadeelde partij 14] (zaakdossier 20) en
- [benadeelde partij 15] (zaakdossier 21) en
- [benadeelde partij 16] (zaakdossier 22) en
- [benadeelde partij 17] (zaakdossier 23) en
- [benadeelde partij 18] (zaakdossier 24) en
- [benadeelde partij 19] (zaakdossier 25) en
- [benadeelde partij 20] (zaakdossier 26) en
- [benadeelde partij 21] (zaakdossier 27) en
- [benadeelde partij 22] (zaakdossier 28) en
- [benadeelde partij 23] (zaakdossier 29) en
- [benadeelde partij 24] (zaakdossier 30) en
- [benadeelde partij 25] (zaakdossier 31) en
- [benadeelde partij 26] (zaakdossier 32) en
- [benadeelde partij 27] (zaakdossier 33) en
- [benadeelde partij 28] (zaakdossier 34) en
- [benadeelde partij 29] (zaakdossier 35)
heeft bewogen tot de afgifte van telkens enig geldbedrag, hebbende verdachte met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en in strijd met de waarheid telkens
- advertenties geplaatst op de websites www.marktplaats.nl en www.tweedehands.nl en www.speurders.nl en in deze advertenties en in de contacten met voornoemde personen zich als bonafide aanbieder en/of verkoper van mobiele telefoons (Iphone 4S) en een Ipad voorgedaan, terwijl die telefoons en die Ipad niet in het bezit waren van verdachte
en
- vervolgens bovengenoemde personen toegezegd dat voornoemde mobiele telefoons en Ipad zouden worden opgestuurd per post
en
- vervolgens bovengenoemde personen verzocht de overeengekomen geldbedragen over te maken op een bankrekeningnummer van verdachte of een bankrekeningnummer van [naam] (diens moeder);
waardoor voornoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
feit 3
in de periode van 9 juni 2013 tot en met 18 juni 2013 in Nederland met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 30] heeft bewogen tot de afgifte van enig geldbedrag, hebbende verdachte met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en in strijd met de waarheid
- een advertentie geplaatst op de website www.marktplaats.nl en in deze advertentie en in de contacten met voornoemde persoon zich als bonafide aanbieder en/of verkoper van een mobiele telefoon (Iphone 4S) en een Ipad voorgedaan, terwijl die telefoon en die Ipad niet in het bezit waren van verdachte
en
- vervolgens bovengenoemde persoon toegezegd dat voornoemde mobiele telefoon en Ipad zouden worden opgestuurd per post
en
- vervolgens bovengenoemde persoon verzocht de overeen gekomen geldbedragen over te maken op een bankrekeningnummer van diens partner
waardoor [benadeelde partij 30] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
feit 4
in de periode van 3 november 2014 tot en met 9 november 2014 in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 31] heeft bewogen tot de afgifte van enig geldbedrag, hebbende verdachte met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en in strijd met de waarheid
- een advertentie geplaatst op de website www.marktplaats.nl en in deze advertentie en in de contacten met voornoemde persoon zich als bonafide aanbieder en/of verkoper van een mobiele telefoon (Iphone 5S) voorgedaan, terwijl die telefoon niet in het bezit was van verdachte
en
- vervolgens bovengenoemde persoon toegezegd dat voornoemde mobiele telefoon zou worden opgestuurd per post
en
- vervolgens bovengenoemde persoon verzocht het overeen gekomen geldbedrag over te maken op een bankrekeningnummer van diens echtgenote
waardoor [benadeelde partij 31] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie

5.1
De strafbaarheid
Het bewezenverklaarde is strafbaar.
5.2
De kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op de navolgende strafbare misdrijven:
ten aanzien van feit 1:
belaging, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 2:
oplichting, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 3:
oplichting
ten aanzien van feit 4:
oplichting

6.De strafbaarheid van verdachte

De verdachte is strafbaar voor het bewezenverklaarde nu geen omstandigheid aannemelijk is geworden die verdachtes strafbaarheid opheft.

7.De oplegging van straf

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Van het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf dient de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht te worden afgetrokken. Aan het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf dienen de bijzondere voorwaarden te worden verbonden zoals geadviseerd in het reclasseringsrapport d.d. 6 maart 2015.
7.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de op te leggen straf verzoekt de verdediging om de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het reeds ondergane voorarrest (5 maanden) met daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van
2 jaar, met als bijzondere voorwaarde verplichte begeleiding door de reclassering.
Voorts heeft de raadsman verzocht de geëiste gevangenisstraf boven de 5 maanden om te zetten in een werkstraf, naar rato van 60 uur per maand.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Ten aanzien van de ernst van het bewezen verklaarde heeft de rechtbank mede acht geslagen op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de belaging van zijn ex-partner [slachtoffer 1]. Gedurende een lange periode heeft verdachte aangeefster veelvuldig gehinderd door haar tegen haar wil op te zoeken, telefonisch contact met haar op te nemen, haar sms-berichten te zenden, brieven te sturen en zich op te houden in de nabijheid van haar woning en haar werk. Verdachte wist dat [slachtoffer 1] een kwetsbaar slachtoffer was en heeft hier misbruik van gemaakt. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan de belaging van haar ouders, [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], door ook met hen meermalen telefonisch contact op te nemen, brieven te sturen en sms-berichten te zenden en zich op te houden in nabijheid van de woning van [slachtoffer 2]. Verdachte heeft verklaard dit te hebben gedaan omdat hij de ouders van zijn ex-partner een ‘hak wilde zetten’, omdat zij niet wilden dat verdachte zich in de nabijheid van hun dochter bevond. Door dit gedrag heeft verdachte grote inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangevers en angst veroorzaakt. Het is algemeen bekend dat belaging zeer nadelige psychische gevolgen kan hebben voor de slachtoffers ervan.
Naast de belaging van bovengenoemde slachtoffers heeft verdachte meerdere mensen opgelicht door op het internet op de websites www.marktplaats.nl, www.tweedehands.nl en www.speurders.nl advertenties te plaatsen waarin hij Iphone’s en Ipad’s te koop aanbood, welke spullen na ontvangst van de betaling van de kopers niet werden opgestuurd. Verdachte heeft zich in de internetadvertenties alsmede in het e-mailverkeer tussen verdachte en de kopers voorgedaan als een betrouwbare verkoper en steeds opnieuw leugens verteld. Verdachte heeft misbruik gemaakt van het door die personen in hem gestelde vertrouwen met als kennelijke doel enkel zijn eigen financieel gewin. Door de handelwijze van verdachte zijn veel slachtoffers financieel gedupeerd. Bovendien heeft verdachte door zijn handelwijze het vertrouwen in de handel via internet in het algemeen schade toegebracht, temeer omdat sites zoals Marktplaats bij uitstek het medium zijn waar veel mensen in goed vertrouwen spullen kopen en verkopen. Ook dit wordt verdachte zwaar aangerekend.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank mede acht geslagen op de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 16 maart 2015, waaruit blijkt dat hij eerder door de strafrechter voor oplichting is veroordeeld. Bij het opleggen van de straf is voorts als strafverzwarende omstandigheid mede bepalend geweest dat verdachte zich zelfs tijdens de schorsing van zijn voorlopige hechtenis opnieuw schuldig heeft gemaakt aan oplichting, hetgeen er toe heeft geleid dat hij wederom in voorlopige hechtenis is gekomen.
De rechtbank acht de door de officier van justitie geëiste straf passend bij de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de persoon van verdachte en zal verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Met de oplegging van de bijzondere voorwaarde van meldplicht moet worden gewaarborgd dat door de reclassering de toezicht en begeleiding kan worden verleend die verdachte nodig heeft. Daarnaast moet verdachte deelnemen aan de GI-GGZ (korte) leefstijltraining, zich houden aan voorwaarden en afspraken van de stichting ‘De Zonnewende’ te Kerkrade (of een andere maatschappelijke opvangvoorziening) en in het kader van een adequate dagbesteding werk verrichten bij het ecologische tuin- en landbouwbedrijf ‘De Heihof’ te Landgraaf, zolang de reclassering dit gedurende de proeftijd nodig acht.

8.De benadeelde partijen

8.1
De vordering van de benadeelde partijen
ten aanzien van feit 2
[benadeelde partij 1]
Door een vergoeding van € 284,70 schade te vorderen heeft [benadeelde partij 1] zich als benadeelde partij gesteld. Hij stelt dat aan hem toekomt € 243,- voor de niet geleverde mobiele telefoon (Iphone 4S), € 3,- als reeds overgemaakt spoedbedrag, € 13,- aan reiskosten van en naar het politiebureau en € 11,10 en € 14,60 aan derving van inkomsten bij ATC.
[benadeelde partij 2]
Door een vergoeding van € 5291,- schade te vorderen heeft [benadeelde partij 2] zich als benadeelde partij gesteld. Hij stelt dat aan hem toekomt € 256,- voor de niet geleverde mobiele telefoon (Iphone 4S), € 20,- aan belkosten, € 15,- aan reiskosten van en naar het politiebureau en € 5000,- aan immateriële schade.
[benadeelde partij 3]
Door een vergoeding van € 230,- schade te vorderen heeft [benadeelde partij 3] zich als benadeelde partij gesteld. Zij stelt dat aan haar toekomt € 230,- voor de niet geleverde Ipad.
[benadeelde partij 4]
Door een vergoeding van € 256,- schade te vorderen heeft [benadeelde partij 4] zich als benadeelde partij gesteld. Hij stelt dat aan hem toekomt € 256,- voor de niet geleverde mobiele telefoon (Iphone 4S).
[benadeelde partij 8]
Door een vergoeding van € 228,- schade te vorderen heeft [benadeelde partij 8] zich als benadeelde partij gesteld. Hij stelt dat aan hem toekomt € 223,- voor de niet geleverde mobiele telefoon (Iphone 4S) en € 5,- aan reiskosten.
[benadeelde partij 10]
Door een vergoeding van € 256,- schade te vorderen heeft [benadeelde partij 10] zich als benadeelde partij gesteld. Hij stelt dat aan hem toekomt € 256,- voor de niet geleverde mobiele telefoon (Iphone 4S).
[benadeelde partij 12]
Door een vergoeding van € 256,- schade te vorderen heeft [benadeelde partij 12] zich als benadeelde partij gesteld. Hij stelt dat aan hem toekomt € 256,- voor de niet geleverde mobiele telefoon (Iphone 4S).
[benadeelde partij 17]
Door een vergoeding van € 610,40 schade te vorderen heeft [benadeelde partij 17] zich als benadeelde partij gesteld. Hij stelt dat aan hem toekomt € 560,- voor de niet geleverde mobiele telefoon (Iphone 4S) en € 50,40 aan reiskosten.
[benadeelde partij 20]
Door een vergoeding van € 206,- schade te vorderen heeft [benadeelde partij 20] zich als benadeelde partij gesteld. Zij stelt dat aan haar toekomt € 206,- voor de niet geleverde mobiele telefoon (Iphone 4S).
[benadeelde partij 21]
Door een vergoeding van € 215,- schade te vorderen heeft [benadeelde partij 21] zich als benadeelde partij gesteld. Hij stelt dat aan hem toekomt € 215,- voor de niet geleverde mobiele telefoon (Iphone 4S).
[benadeelde partij 22]
Door een vergoeding van € 311,92 schade te vorderen heeft [benadeelde partij 22] zich als benadeelde partij gesteld. Zij stelt dat aan haar toekomt € 256,- voor de niet geleverde mobiele telefoon (Iphone 4S), € 39,94 aan belkosten en € 15,98 aan reis- en parkeerkosten.
[benadeelde partij 23]
Door een vergoeding van € 310,- schade te vorderen heeft [benadeelde partij 23] zich als benadeelde partij gesteld. Hij stelt dat aan hem toekomt € 310,- voor de niet geleverde mobiele telefoon (Iphone 4S).
[benadeelde partij 24]
Door een vergoeding van € 191,- schade te vorderen heeft [benadeelde partij 24] zich als benadeelde partij gesteld. Hij stelt dat aan hem toekomt € 160,- voor de niet geleverde mobiele telefoon (Iphone 4S) en € 31,- aan administratiekosten.
[benadeelde partij 27]
Door een vergoeding van € 130,- schade te vorderen heeft [benadeelde partij 27] zich als benadeelde partij gesteld. Hij stelt dat aan hem toekomt € 125,- voor de niet geleverde mobiele telefoon (Iphone 4S) en € 5,- aan belkosten.
[benadeelde partij 29]
Door een vergoeding van € 690,- schade te vorderen heeft [benadeelde partij 29] zich als benadeelde partij gesteld. Hij stelt dat aan hem toekomt € 690,- voor de niet geleverde mobiele telefoon (Iphone 4S).
ten aanzien van feit 3
[benadeelde partij 30]
Door een vergoeding van € 558,- schade te vorderen heeft [benadeelde partij 30] zich als benadeelde partij gesteld. Zij stelt dat aan haar toekomt € 558,- voor de niet geleverde mobiele telefoon (Iphone 4S) en Ipad.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 27] dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 117,50, nu de benadeelde partij € 112,50 voor de niet geleverde Iphone heeft betaald en € 5,- aan reiskosten heeft gemaakt. Voorts heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 256,-. De officier van justitie heeft zich overigens op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de resterende benadeelde partijen geheel kunnen worden toegewezen, met de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij [benadeelde partij 27]
niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu dit slachtoffer geen gebruik heeft gemaakt van een voegingsformulier.
Voorts heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 243,-. Voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu de overige posten onvoldoende zijn onderbouwd.
De raadsman heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 256,-.
De raadsman heeft voorts aangevoerd dat de vorderingen van de overige benadeelde partijen geheel kunnen worden toegewezen.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
ten aanzien van feit 2
[benadeelde partij 1]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ad. € 284,70 voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de opgevoerde posten voldoende onderbouwd, temeer nu de officier van justitie ter terechtzitting een nadere toelichting over de posten naar voren heeft gebracht. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
[benadeelde partij 2]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade tot een bedrag van € 291,- voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat het overige deel van de vordering ad. € 5.000,- geen rechtstreekse schade oplevert als bedoeld in artikel 361 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank zal dan ook bepalen dat de vordering voor het overige
niet-ontvankelijk is en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
[benadeelde partij 3]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ad. € 230,- voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
[benadeelde partij 4]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ad. € 256,- voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
[benadeelde partij 8]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ad. € 228,- voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
[benadeelde partij 10]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ad. € 256,- voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
[benadeelde partij 12]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ad. € 256,- voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
[benadeelde partij 17]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ad. € 610,40 voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
[benadeelde partij 20]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ad. € 206,- voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
[benadeelde partij 21]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ad. € 215,- voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
[benadeelde partij 22]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ad. € 311,92 voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
[benadeelde partij 23]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ad. € 310,- voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
[benadeelde partij 24]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ad. € 191,- voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
[benadeelde partij 27]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ad. € 130,- voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. Dat het slachtoffer bij het indienen van zijn vordering geen gebruik heeft gemaakt van een voegingsformulier, doet hier niet aan af. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
[benadeelde partij 29]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ad. € 690,- voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
ten aanzien van feit 3
[benadeelde partij 30]
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ad. € 558,- voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering tot genoemd bedrag derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f, 57, 63, 285b en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder
  • spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
  • verklaart verdachte strafbaar;
Straffen
  • veroordeelt verdachte tot
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van
  • stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en,
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
  • stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte
  • zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de reclassering. Daartoe moet verdachte zich binnen drie dagen na deze uitspraak melden bij de GGZ reclassering Limburg te Heerlen op het telefoonnummer 088-5068888 of op de Meezenbroekweg 1 te Heerlen. Hierna moet verdachte zich blijven melden zo frequent als de reclassering dit gedurende de proeftijd nodig acht;
  • deelneemt aan de GI-GGZ (korte) leefstijltraining;
  • zich houdt aan de voorwaarden en afspraken van de stichting ‘De Zonnewende’ te Kerkrade, of een andere maatschappelijke opvangvoorziening, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • in het kader van een adequate dagbesteding werk verricht bij het ecologische tuin- en landbouwbedrag ‘De Heihof’ te Landgraaf, zolang de reclassering dit gedurende de proeftijd nodig acht. Het aantal uren en de te werken dagen (tenminste drie dagdelen) worden in overleg met de toezichthouder bepaald;
-
geeft opdracht aan de reclasseringtoezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
5dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 1]vervalt en omgekeerd;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde partij 2]voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door
5dagen vervangende hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
  • verklaart de benadeelde partij ten aanzien van de immateriële schade niet-ontvankelijk;
  • bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 3], [adres 3], [woonplaats 3],te betalen een bedrag van
€ 230,00, bestaande uit aan materiële schade;
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde partij 3]voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door
4dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 3]vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 4], [adres 4], [woonplaats 4],te betalen een bedrag van
€ 256,00, bestaande uit materiële schade;
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde partij 4]voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door
5dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 4]vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 8], [adres 5], [woonplaats 5],te betalen een bedrag van
€ 228,00, bestaande uit materiële schade;
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
  • bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
5dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
  • bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde partij 12]voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door
5dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 12]vervalt en omgekeerd;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
12dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 17]vervalt en omgekeerd;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
4dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 20]vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 21], [adres 10], [woonplaats 10],te betalen een bedrag van
€ 215,00, bestaande uit materiële schade;
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde partij 21]voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door
4dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 21]vervalt en omgekeerd;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde partij 22]voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door
6dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 22]vervalt en omgekeerd;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde partij 23]voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door
6dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 23]vervalt en omgekeerd;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde partij 24]voormeld bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door
3dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 24]vervalt en omgekeerd;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
2dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 27]vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 29], [adres 15], [woonplaats 15],te betalen een bedrag van
€ 690,00, bestaande uit materiële schade;
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
  • bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde partij 30]voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door
11dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 30]vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.K. Kleine, voorzitter, mr. J.H. Klifman en
mr. E.J. Govaers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.J.M. Voncken, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 29 april 2015.
Buiten staat
mr. A.K. Kleine en mr. E.J. Govaers zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De vindplaatsvermeldingen, voorkomend in de hierna opgenomen bewijsmiddelen en de motivering van de bewezenverklaring, verwijzen naar de doorlopende paginanummering in de voor eensluidend afschrift gewaarmerkte kopie van het in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde verbalisanten van de politie Limburg-Zuid opgemaakte processen-verbaal, genummerd PL2410-2013000163 d.d. 20 maart 2014, 2411-2013117744 d.d. 2 december 2014 en PL1500-2014284985 d.d. 2 december 2014 en de als bijlagen daarbij gevoegde schriftelijke bescheiden, welke alle wettige bewijsmiddelen zijn als bedoeld in artikel 344, eerste lid jo artikel 339, eerste lid onder 5º van het Wetboek van Strafvordering.
2.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 15 april 2015.
3.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 8 januari 2013, pagina’s 65 tot en met 67.
4.Proces-verbaal verhoor aangeefster [slachtoffer 1] d.d. 26 september 2013, pagina’s 68 tot en met 73 en bijlagen 1 tot en met 3 op de pagina’s 74 tot en met 78.
5.Proces-verbaal van klacht van [slachtoffer 1] d.d. 30 juni 2013, pagina’s 131 tot en met 133.
6.Proces-verbaal van klacht van [slachtoffer 1] d.d. 20 september 2013, pagina’s 184 en 185.
7.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 14 juni 2013, pagina’s 79 en 80.
8.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 2] d.d. 26 september 2013, pagina’s 81 tot en met 84 en bijlagen op de pagina’s 85 tot en met 111.
9.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] d.d. 4 oktober 2012, pagina’s 153 tot en met 155.
10.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 3] d.d. 3 oktober 2013, pagina’s 156 tot en met 159.
11.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 15 april 2015.
12.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 1] d.d. 16 januari 2013, pagina’s 227 en 228.
13.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 2] d.d. 2 oktober 2012, pagina’s 244 en 245 en bijlagen op de pagina’s 246 tot en met 258.
14.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 3] d.d. 26 november 2012, pagina’s 259 tot en met 262 en bijlage op pagina 263.
15.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 4] d.d. 6 februari 2013, pagina’s 264 tot en met 267 en bijlage op pagina 268.
16.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 5] d.d. 13 februari 2013, pagina’s 308 tot en met 311 en bijlagen op de pagina’s 312 en 313.
17.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 6] d.d. 3 maart 2013, pagina’s 314 tot en met 317 en bijlagen op de pagina’s 318 en 319.
18.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 7] d.d. 19 april 2013, pagina’s 320 tot en met 323 en bijlage op pagina 324.
19.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 8] d.d. 2 mei 2013, pagina’s 325 tot en met 328 en bijlagen op de pagina’s 329 tot en met 336.
20.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 9] d.d. 24 mei 2013, pagina’s 337 tot en met 340 en bijlage op pagina 341.
21.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 10] d.d. 12 juni 2013, pagina’s 342 tot en met 345 en bijlage op pagina 346.
22.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 11] d.d. 15 juni 2013, pagina’s 347 tot en met 350 en bijlagen op de pagina’s 351 en 352.
23.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 12] d.d. 16 juni 2013, pagina’s 353 tot en met 356 en bijlagen op de pagina’s 357 tot en met 359.
24.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 14] d.d. 20 juni 2013, pagina’s 365 tot en met 368 en bijlage op pagina 369.
25.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 15] d.d. 21 juni 2013, pagina’s 370 tot en met 373 en bijlagen op de pagina’s 374 tot en met 378.
26.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 16] d.d. 1 juli 2013, pagina’s 379 tot en met 382 en bijlagen op de pagina’s 383 tot en met 388.
27.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 17] d.d. 5 juli 2013, pagina’s 389 tot en met 392 en bijlage op pagina 393.
28.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 18] d.d. 12 juli 2013, pagina’s 394 tot en met 397 en bijlage op pagina 398.
29.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 19] d.d. 16 juli 2013, pagina’s 399 tot en met 402 en bijlage op pagina 403.
30.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 20] d.d. 19 juli 2013, pagina’s 404 tot en met 407 en bijlage op pagina 408.
31.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 21] d.d. 31 juli 2013, pagina’s 409 tot en met 412 en bijlage op pagina 413.
32.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 22] d.d. 14 augustus 2013, pagina’s 414 tot en met 417 en bijlagen op de pagina’s 418 tot en met 426.
33.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 23] d.d. 19 augustus 2013, pagina’s 427 tot en met 430 en bijlagen op de pagina’s 431 tot en met 438.
34.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 24] d.d. 20 augustus 2013, pagina’s 439 tot en met 442 en bijlage op pagina 443.
35.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 25] d.d. 7 september 2013, pagina’s 444 tot en met 447 en bijlage op pagina 448.
36.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 26] d.d. 10 september 2013, pagina’s 449 tot en met 452 en bijlage op pagina 453.
37.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 27] d.d. 10 september 2013, pagina’s 454 tot en met 457 en bijlage op pagina 458.
38.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 28] d.d. 12 september 2013, pagina’s 459 tot en met 462 en bijlagen op de pagina’s 463 tot en met 475.
39.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 29] d.d. 16 september 2013, pagina’s 476 tot en met 479 en bijlagen op de pagina’s 480 tot en met 482.
40.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 15 april 2015.
41.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 30] d.d. 18 juni 2013, pagina’s 6 tot en met 8 en bijlagen op de pagina’s 9 tot en met 13.
42.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 15 april 2015.
43.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 31] d.d. 9 november 2014, pagina’s 7 tot en met 9 en bijlagen 1 tot en met 3c op de pagina’s 10 tot en met 15.