ECLI:NL:RBLIM:2015:3603

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 april 2015
Publicatiedatum
28 april 2015
Zaaknummer
C-03-203740 - KG ZA 15-131
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een vaststellingsovereenkomst na beëindiging van een affectieve relatie

In deze zaak vordert de vrouw nakoming van een vaststellingsovereenkomst die zij op 3 juli 2014 met de man heeft gesloten, na de beëindiging van hun affectieve relatie eind 2009. De partijen hebben samen gewoond en een hypothecaire lening afgesloten voor hun gezamenlijke woning. De vrouw stelt dat de man zijn verplichtingen uit de overeenkomst niet is nagekomen, waaronder het teruggeven van bepaalde roerende zaken en het verlenen van medewerking aan de afkoop van een levensverzekering. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vrouw een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, aangezien zij al vijf jaar niet meer in de gezamenlijke woning woont en zo snel mogelijk uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid jegens de hypotheekverstrekker wil worden ontslagen. De voorzieningenrechter beveelt de man om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis de roerende zaken aan de vrouw terug te geven, zijn medewerking te verlenen aan de afkoop van de levensverzekering en de vrouw te ontslaan uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid. De man heeft verweer gevoerd, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat hij onvoldoende onderbouwd heeft dat hij niet op de hoogte was van de gevolgen van de vaststellingsovereenkomst. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
zaaknummer / rolnummer: C/03/203740 / KG ZA 15-131
Vonnis in kort geding van 28 april 2015
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats eiseres],
eiseres,
advocaat mr. K. Megens-van Mierlo,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna de vrouw en de man genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling gehouden op 20 april 2015.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad en hebben vanaf 2001 samengewoond. Voor de aankoop van de gezamenlijke woning hebben partijen gezamenlijk een aflossingsvrije hypothecaire geldlening afgesloten bij de WestlandUtrecht Bank N.V. (hierna: de WestlandUtrecht Bank).
2.2. Eind december 2009 hebben partijen hun relatie beëindigd.
2.3. Op 3 juli 2014 is tussen partijen een vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen. In deze vaststellingsovereenkomst is – voor zover relevant – het volgende bepaald:
‘2. Gezamenlijke woning
(…)
2.4. Ten aanzien van deze echtelijke woning komen partijen overeen dat deze echtelijke woning aan de man zal worden toegescheiden en dat de vrouw afstand doet van al haar aanspraken betreffende de echtelijke woning. Ter compensatie zal aan de vrouw toekomen de volledige uitkering van de levensverzekering genoemd onder punt 3 van deze vaststellingsovereenkomst. Het betreft hier tevens een compensatie ten aanzien van de verdeling van de inboedelgoederen.
2.5. Toedeling van de woning aan de man geschiedt onder de opschortende voorwaarde dat de onder artikel 2.3. genoemde de vrouw ontslaat uit de hoofdelijke verplichtingen met betrekking tot de genoemde hypotheekschuld. Partijen zullen binnen één maand na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst de notaris opdracht geven een notariële akte te verlijden waarbij de in artikel 2 genoemde onroerende zaak goederenrechtelijk aan de man geleverd wordt. De kosten van deze akte en de verdere kosten verbonden aan de inschrijving zullen voor rekening komen van de man.

3.Levensverzekering

3.1.
Partijen zijn in het bezit van een levensverzekering bij Reaal onder nummer 1935377050. De afkoopwaarde van deze levensverzekering per 4 december 2013 is gespecificeerd in het overzicht van gemelde datum dat als bijlage is gevoegd (productie 1).
3.2.
Partijen komen overeen dat de levensverzekering bij Reaal onder polisnummer 1935377050 zal worden afgekocht. De afkoopwaarde van voormelde levensverzekeringspolis komt volledig aan de vrouw toe.
3.3.
Partijen komen overeen dat afkoop van de levensverzekering binnen 2 weken na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst zal geschieden en dat partijen hun volledige medewerking aan de afkoop van de levensverzekering zullen verlenen.
3.4.
Ten aanzien van de afkoopwaarde van de levensverzekering geldt dat de waarde op het moment van verdeling, aldus de waarde op de dag van afkoop, aan de vrouw toekomt.’

4.Inboedel

4.2.
De vrouw zal, behoudens genoemd onder punt 4.3., geen aanspraak maken op enige verdeling dan wel waardeverrekening ten aanzien van de inboedel. De inboedel zal, behoudens de zaken genoemd onder punt 4.3., volledig aan de man worden toegescheiden,
4.3.
Ten aanzien van de persoonlijke zaken van de vrouw geldt dat zij de navolgende zaken van de man retour zal ontvangen:
- foto opa van de vrouw met de 2 jongens;
- theeservies van de ouders van de vrouw;
- zilveren onderzetters in een wit satijnen doosje
- koperen thee, koffie en melkkannetje van de ouders van de vrouw.
4.4.
Bovengenoemde goederen zijn partijen welbekend en behoeven geen nadere omschrijving.
4.5.
Partijen komen overeen dat de goederen door de man, binnen 2 weken na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst, naar het adres [woonplaats eiseres], aan de [adres eiseres] worden gezonden.’
2.4.
Na het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst heeft de advocaat van de vrouw Reaal N.V. (hierna: Reaal) verzocht tot uitbetaling van de afkoopwaarde van de levensverzekering over te gaan. Reaal heeft als reactie hierop laten weten dat zij om de afkoop te kunnen uitvoeren het schriftelijke akkoord nodig heeft van de WestlandUtrecht Bank. De advocaat van de vrouw heeft daarop WestlandUtrecht Bank aangeschreven om dit akkoord te geven, waarna WestlandUtrecht Bank heeft medegedeeld dat een financieel advies noodzakelijk is alvorens een beslissing op het verzoek tot afkoop kan worden gegeven. De financieel adviseur van partijen heeft vervolgens aangegeven dat de man een nieuwe levensverzekering kan afsluiten, welke verzekering als onderpand dient voor de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de hypothecaire geldlening.
2.5.
De man heeft – na aanmaning – nagelaten om een nieuwe levensverzekering af te sluiten, zodat partijen de waarde van de levensverzekering tot op heden niet hebben kunnen afkopen.
2.6.
Eveneens heeft de man nagelaten de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid met betrekking tot de hypotheekschuld te ontslaan en de in artikel 4.3. van de samenlevingsovereenkomst genoemde goederen aan de vrouw retour te geven.
3. Het geschil
3.1.
De vrouw vordert:
 de man te bevelen binnen zeven dagen na betekening van het vonnis de roerende zaken zoals vermeld in artikel 4.3 van de vaststellingsovereenkomst van 3 juli 2014 aan de vrouw terug te geven, zulks op straffe van verbeurte van de in de dagvaarding genoemde dwangsom,
 de man te bevelen om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis zijn medewerking te verlenen aan de afkoop van de levensverzekering bij Reaal N.V. onder polisnummer 1935377050, zulks op straffe van verbeurte van de in de dagvaarding genoemde dwangsom,
 de man te bevelen om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis zijn medewerking te verlenen aan het ontslag van de vrouw uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid jegens de hypotheekverstrekker, zulks op straffe van verbeurte van de in de dagvaarding genoemde dwangsom
,
 gedaagde te veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente indien de man deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis heeft voldaan,
3.2.
De man voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
De vrouw stelt een spoedeisend belang te hebben bij het gevorderde. Dit spoedeisend belang is er volgens haar in gelegen dat zij het geld dat vrijkomt bij de afkoop van de levensverzekering hard nodig heeft. Bovendien woont zij al vijf jaar niet meer in de destijds gezamenlijke woning en wil zij dus zo spoedig mogelijk uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid jegens de hypotheekverstrekker worden ontslagen. De voorzieningenrechter is met de vrouw van oordeel dat zij een spoedeisend belang heeft bij het gevorderde.
4.2.
De vrouw vordert nakoming van de vaststellingsovereenkomst van 3 juli 2014 en stelt hiertoe dat de man geen medewerking heeft verleend aan de afkoop van de levensverzekering en dat de goederenrechtelijke levering van de voormalige gezamenlijke woning nog niet heeft plaatsgevonden waardoor de vrouw niet kan worden ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid met betrekking tot de verplichtingen voortvloeiende uit de hypothecaire geldlening. Voorts heeft de man de goederen zoals bedoeld in artikel 4.3 van de samenlevingsovereenkomst nog niet aan haar retour gegeven.
4.3.
De man heeft ter mondelinge behandeling gesteld dat hij bij het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst niet wist dat de levensverzekering is gebonden aan de hypothecaire geldlening. Indien hij hiervan wel wetenschap zou hebben gehad, had hij de samenlevingsovereenkomst niet ondertekend, aldus de man. De advocaat die hem bijstond tijdens de totstandkoming van de samenlevingsovereenkomst heeft hem volgens de man hier niet op gewezen. De man stelt verder dat hij er alles aan heeft gedaan om de levensverzekering af te kopen. Het afsluiten van een nieuwe levensverzekering kan de man financieel gezien niet opbrengen nu dit extra kosten met zich meebrengt, zo stelt de man.
4.4.
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Als onweersproken staat vast dat de man de in artikel 4.3. van de vaststellingsovereenkomst genoemde goederen nog niet aan de vrouw retour heeft gegeven, zodat deze vordering zal worden toegewezen.
4.5.
De man dient uit hoofde van de vaststellingsovereenkomst zijn medewerking te verlenen tot afkoop van de levensverzekering, zodat de afkoopwaarde aan de vrouw kan worden uitgekeerd. Indien en voor zover de man een beroep doet op dwaling is de voorzieningenrechter van oordeel dat hij dit beroep onvoldoende heeft onderbouwd. De man werd tijdens de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst bijgestaan door een advocaat, zodat de voorzieningenrechter er vanuit gaat dat de advocaat de man heeft geïnformeerd over de consequenties van de vaststellingsovereenkomst. Dat de advocaat van de man niet zou hebben verteld dat de levensverzekering is gekoppeld aan de hypothecaire geldlening, zoals de man stelt, blijkt nergens uit en acht de voorzieningenrechter niet aannemelijk. De voorzieningenrechter zal de man dan ook bevelen om zijn medewerking te verlenen aan de afkoop van de levensverzekering.
4.6.
Op de man rust daarnaast op grond van de vaststellingsovereenkomst de verplichting om de vrouw te ontslaan uit de hoofdelijkheid met betrekking tot de hypotheekschuld. De man heeft deze verplichting tijdens de mondelinge behandeling niet weersproken en ook geen redenen aangevoerd waarom hij dit nog niet heeft gedaan of waarom dit niet is gelukt. De voorzieningenrechter zal de man dan ook bevelen om zijn medewerking te verlenen aan het ontslag van de vrouw uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid jegens de hypotheekverstrekker.
4.7.
De gevorderde dwangsommen zullen elk afzonderlijk worden beperkt tot een bedrag van € 10.000,00.
4.8.
De voorzieningenrechter zal - gelet op de affectieve relatie die partijen hebben gehad - de proceskosten tussen partijen compenseren in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
4.9.
De voorzieningenrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
beveelt de man om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de roerende zaken zoals vermeld in artikel 4.3. van de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst d.d. 3 juli 2014 aan de vrouw terug te geven, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat gedaagde niet aan dit bevel voldoet met een maximum van € 10.000,00,
5.2.
beveelt de man om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis zijn medewerking te verlenen aan de afkoop van de levensverzekering bij Reaal N.V. onder polisnummer 1935377050, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat gedaagde niet aan dit bevel voldoet met een maximum van € 10.000,00,
5.3.
beveelt de man om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis zijn medewerking te verlenen aan het ontslag van de vrouw uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid jegens de hypotheekverstrekker, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat gedaagde niet voldoet aan dit bevel met een maximum van € 10.000,00,
5.4.
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst met meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.T.J.F. Verhappen en in het openbaar uitgesproken op 28 april 2015. [1]

Voetnoten

1.type: EK