5.9.Naar het oordeel van de rechtbank is er sprake van een zodanig causaal verband. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] heeft wederrechtelijk het terrein van [X] betreden: dat betreden is geschied zonder toestemming van [X] en er waren geen omstandigheden die [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] noodzaakten om zich de toegang tot dat terrein te verschaffen, integendeel, hij was daar om een fiets te stelen. Dat [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] zich die toegang niet door middel van braak heeft verschaft omdat de toegangspoort mogelijkerwijs niet op slot was doet daar naar het oordeel van de rechtbank niets aan af: zijn toegang tot het terrein was wederrechtelijk en opzettelijk. Omdat [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] in de tuin van [X] geen fiets zag heeft hij, wederom onrechtmatig, de garage van [X] betreden. Daarbij is hij ergens tegenaan gelopen. [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] heeft gesteld dat hij toen is gevallen en dat hij bovendien toen ook iets voelde en hoorde vallen in de garage. Vervolgens heeft [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak], liggend op de grond in een hem totaal onbekende en geheel onverlichte garage, terwijl hij wist dat er iets omgevallen was en hij erop bedacht had moeten zijn dat er in een garage brandgevaarlijke stoffen kunnen staan, open vuur gemaakt doordat hij zijn aansteker heeft ontstoken, als gevolg waarvan brand is ontstaan. Gelet op vorenbedoelde specifieke omstandigheden van het geval heeft [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] naar het oordeel van de rechtbank het risico genomen dat er brand zou ontstaan, hetgeen ook daadwerkelijk is gebeurd. De vraag of de schade ter zake van de brand een zo uitzonderlijke vorm van schade ten gevolge van het handelen van [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] is, en in een zo verwijderd verband daarmee staat, dat die schade naar redelijkheid niet - als veroorzaakt door dat handelen - ten laste zou mogen worden gebracht van degene die krachtens de wet de aansprakelijkheid voor de gevolgen van de ontstane schade draagt, dient naar het oordeel van de rechtbank ontkennend beantwoord te worden: [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] heeft open vuur gemaakt in een onverlichte en hem onbekende garage waarin hij zich wederrechtelijk bevond. Als direct gevolg daarvan is brand ontstaan. Van een ver verwijderd verband is naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen sprake. Onder de gegeven omstandigheden, de aard van de aansprakelijkheid van [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] en van de schade, kan het handelen van [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] en de gevolgen daarvan naar het oordeel van de rechtbank niet aangemerkt worden als “een ongelukkige samenloop van omstandigheden” waar [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] niet aansprakelijk voor gehouden zou kunnen worden. Door de handelingen die [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] heeft verricht inzake het stelen van de fiets geheel los te koppelen van het ontstaan van de brand zoals [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] heeft gedaan, ontstaat naar het oordeel van de rechtbank bovendien een verkeerd beeld en daarmee een vertekende situatie. Het was immers geen toeval dat [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] in de garage van [X] terecht is gekomen en het is naar het oordeel van de rechtbank ook niet zo dat aan de enkele aanwezigheid in die garage onder de gegeven omstandigheden geen juridische betekenis kan worden toegekend, zoals [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] suggereert. Het verhaal begint immers niet bij het eenvoudig ontsteken van een aansteker in een garage zoals [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] heeft gesteld, maar bij het wederrechtelijk betreden van die garage teneinde aldaar iets te gaan stelen, het in die garage iets omstoten en het vervolgens (zonder zich te realiseren en zich ervan te vergewissen wat hij in de garage, waar ook brandgevaarlijke zaken worden bewaard, had omgestoten) ontsteken van een aansteker en daarmee het creëren van open vuur. Gelet op al die aspecten is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van onrechtmatig handelen zijdens [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak], bestaat er causaal verband tussen dat onrechtmatige handelen en de ontstane schade en is [gedaagde hoofdzaak, eiser vrijwaringszaak] op grond daarvan in beginsel aansprakelijk voor die schade.