In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 10 april 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Woonpunt en een huurder die onder bewindvoering staat. Woonpunt vorderde ontruiming van de woning van de huurder, omdat deze ernstige overlast en gevaarlijke situaties veroorzaakte. De huurder, [naam onderbewindgestelde], had in de periode van oktober 2014 tot aan de mondelinge behandeling tientallen klachten ontvangen van omwonenden over geluids- en stankoverlast, alsook over gevaarlijke situaties door het creëren van open vuur in de woning. Ondanks herhaalde verzoeken om hulpverlening, weigerde de huurder deze te accepteren.
De kantonrechter oordeelde dat Woonpunt een spoedeisend belang had bij de ontruiming, gezien de structurele overlast en het gevaar voor omwonenden. De rechter concludeerde dat de huurder in hoge mate tekort was geschoten in zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, met de verplichting voor de huurder om binnen zeven dagen de woning te verlaten. De rechter wees de machtiging voor Woonpunt om de ontruiming zelf uit te voeren af, omdat de kosten niet met zekerheid konden worden beoordeeld. De huurder werd ook veroordeeld in de proceskosten van Woonpunt.