ECLI:NL:RBLIM:2015:2670

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 maart 2015
Publicatiedatum
1 april 2015
Zaaknummer
C/03/202643 KG ZA 15-84
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de opzegging van een maatschapsovereenkomst in kort geding met betrekking tot dringende redenen en beheer van maatschapsrekening

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een kort geding tussen twee tandartsen die een maatschap zijn aangegaan. De eiseres in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. V.E.J. Noelmans, heeft de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.H.T. Beukers, aangeklaagd wegens een eigenmachtige overboeking van € 50.000 van de maatschapsrekening naar haar privérekening. De eiseres stelt dat deze handeling de samenwerking onhoudbaar maakt en dat zij daarom gerechtigd is de maatschap met onmiddellijke ingang op te zeggen op basis van een dringende reden, zoals vastgelegd in de maatschapsovereenkomst.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde in conventie de overboeking heeft erkend en dat deze handeling in strijd is met de verplichtingen die voortvloeien uit de maatschapsovereenkomst. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat, hoewel de gedragingen van de gedaagde in conventie problematisch zijn, het niet gerechtvaardigd is om de gedaagde in conventie te verplichten haar praktijk onmiddellijk te staken. Dit zou namelijk verstrekkende financiële gevolgen hebben voor de gedaagde in conventie, die haar patiënten niet meer kan zien en haar verplichtingen aan de maatschap moet blijven voldoen.

De voorzieningenrechter heeft wel enkele ordemaatregelen getroffen, waaronder het ontzeggen van het beheer van de maatschapsrekening aan de gedaagde in conventie en het verbieden van betalingen van deze rekening zonder toestemming van de eiseres in conventie. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt. In reconventie heeft de rechtbank de vorderingen van de gedaagde in conventie afgewezen, omdat er onvoldoende grondslag was voor de gevraagde voorzieningen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/202643 KG ZA 15-84
Vonnis in kort geding van 27 maart 2015
in de zaak van:
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie],
eiseres in conventie,
gedaagde in reconventie,
advocaat mr. V.E.J. Noelmans.
tegen:
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. H.H.T. Beukers.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

In conventie en in reconventie
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties van 27 februari 2015
  • de brief van 16 maart 2015 met producties en aankondiging van eis in reconventie
  • de mondelinge behandeling van 19 maart 2015 en de pleitnotities.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

In conventie en in reconventie
2.1.
Partijen zijn ter uitoefening van hun beroep als tandarts een samenwerking aangegaan in de vorm van een overeenkomst van maatschap. De maatschap is met de ondertekening van de maatschapsovereenkomst op 26 juni 2006 aangevangen.
2.2.
In de maatschapsovereenkomst is, voor zover relevant, het volgende bepaald:
3. Winstdeling
(…) 3.3. De netto-winst van de maatschap wordt tussen partijen gedeeld in verhouding tot elkaars werktijd in de maatschapspraktijk, welke verhouding bij de aanvang wordt gesteld op:
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] 60 % en [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] 40 %. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] werkt 4,5 dagen en [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] 3 dagen. (…)
3.4.
Iedere partij zal periodiek voor zijn particuliere uitgaven, in mindering op zijn aandeel in de winst, kunnen disponeren over gelden der maatschap, zoals hierna in deze overeenkomst nader bepaald en voorts over zodanige bedragen als de gelden der maatschap toelaten, in onderling overleg te bepalen op voor partijen gelijke sommen en onder gehoudenheid het mogelijk teveel genotene te restitueren.

6.Einde

Deze overeenkomst wordt beëindigd:

6.1.
door opzegging door één der partijen en met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden.
6.2.
door opzegging van één der partijen door de andere(n), met onmiddellijke ingang, om een dringende aan de betrokken partij onverwijld meegedeelde reden; een dringende reden is, naast de in de wet terzake benoemde gevallen, aanwezig waanneer zich met betrekking tot één der partijen een situatie voordoet, waarin van de andere partij in redelijkheid niet kan worden gevergd dat zij de overeenkomst voortzet; (…)

7.Gevolgen van beëindiging - Algemeen

7.1.
Bij het einde der overeenkomst eindigt de samenwerking van partijen. De partij, bij wie de oorzaak der beëindiging gelegen is, staakt de praktijkuitoefening in het praktijkhuis en verlaat het met het zijne (zijn aandeel in het maatschapsvermogen), (…). Deze partij, de vertrekkende partij, heeft het recht zich dan elders ter plaatse als tandarts te vestigen. De vertrekkende partij is gehouden om, gedurende de opzegtermijn, en nog gedurende een periode van 6 maanden erna zijn aandeel in de vaste lasten van de praktijk, welke vaste lasten uit de jaarrekening blijken, aan de andere partij te voldoen.
7.2.
De vertrekkende partij is:
7.2.1.
hij die opzegt ingevolge artikel 6.1.;
7.2.2.
hij die opgezegd wordt door de andere partij ingevolge artikel 6.2 (…).

8.Gevolgen van beëindiging - Praktijk

(…) 8.4. De waarde van het aandeel, inclusief de goodwill, zal door partijen in onderling overleg worden vastgesteld binnen twee maanden na het einde van de overeenkomst.

8.5.
Bij gebrek aan overeenstemming binnen deze termijn van twee maanden over de scheiding en deling en de waarde van het aandeel inclusief de goodwill, zullen partijen ieder een accountant benoemen die gezamenlijk een derde accountant zullen benoemen, welke alsdan zullen beslissen over de wijze van scheiding en deling en de hoogte van de waarde van het aandeel inclusief de goodwill. (…).”
2.3.
Bij regeling, die vastgelegd is in het proces-verbaal van de zitting van 12 december 2013 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg (zaaknummer: C/03/185151 KG ZA 13-474), zijn partijen afwijkende bedingen overeengekomen met betrekking tot de waardebepaling van de aandelen in de maatschap en de geschilbeslechting door middel van arbitrage.
2.4.
Begin 2014 hebben partijen de tussen hen gerezen geschillen over aspecten van de samenwerking binnen het maatschapsverband voorgelegd aan een door het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI) aangewezen arbiter. Inzake het geschil over de correctie van de ‘scheefstand’ in het maatschapsvermogen, heeft de arbiter bij arbitraal vonnis van
12 augustus 2014 (NAI nr. 4225) in hoogste ressort overwogen:
“7.33 (…) [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verlangt een verevening door de uitkering van aanvullende maandelijkse voorschotten aan haar. (…)
7.34.
Arbiter ziet in de maatschapsovereenkomst en hetgeen overigens tussen partijen geldt, geen grondslag voor een dergelijke voorziening. De ‘scheefstand’ betekent dat partijen in ongelijke mate kapitaal in de maatschap hebben vastgelegd. Dat kapitaal is, zoals in dit vonnis is overwogen en beslist, in volle omvang rentedragend. Voorshands, zolang de herberekening van de “scheefstand” niet gereed is, dient daarmee te worden volstaan. Het is prematuur om thans vooruit te lopen op voorzieningen waardoor die onevenwichtigheid vermindert. (…).”
2.5.
Bij vonnis van 17 november 2014 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg (zaaknummer: C/03/197512 KG ZA 14-590) ter beslechting van het tussen partijen voortdurende geschil over de scheefstand overwogen:
“4.14. Met de vaststelling van de jaarrekening over 2012 is volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voldaan aan de voorwaarde die de arbiter heeft gesteld voor het kunnen corrigeren van de ‘scheefstand’. (…) Voor de vraag of de vordering(de voorzieningenrechter: de veroordeling van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] tot storting van een bedrag van € 34.215,- op de maatschapsrekening in twaalf maandelijkse termijnen)
(…) toewijsbaar is, is dientengevolge van belang of de maatschapsovereenkomst dan wel hetgeen overigens tussen partijen geldt, een voldoende grondslag biedt voor de vordering.
4.15.
Ter mondelinge behandeling heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] onweersproken gesteld dat artikel 3.4. van de maatschapsovereenkomst geen grondslag kan bieden voor de vordering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]. Zij heeft daartoe aangevoerd dat in het onderhavige artikel enkel besloten ligt dat indien een vennoot een groter deel aan voorschot op de winst opneemt dan het winstaandeel groot is, de vennoot gehouden is tot restitutie van hetgeen te veel genoten is. Daar geen sprake is van een situatie als voornoemd, kan het onderhavige artikel geen grondslag bieden voor de vordering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], aldus [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]. De voorzieningenrechter volgt [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] - gesterkt door het gegeven dat het eigen vermogen, dat ieder der vennoten in een maatschap heeft vastliggen, doorgaans ongelijk is en dat ten behoeve hiervan een renteregeling wordt overeengekomen - in deze stellingname.
4.16.
Voor zover [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft willen stellen dat de grondslag voor onderhavige vordering gevonden wordt in de eisen van redelijkheid en billijkheid, heeft zij daartoe onvoldoende aangedragen. (…).”
2.6.
In december 2014 heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gedagvaard voor een bodemprocedure bij deze rechtbank. Zij heeft daarbij, voor zover relevant, gevorderd dat de rechtbank de ontbinding van de maatschap uitspreekt en de gemeenschap verdeelt conform het voorstel zoals opgenomen in de dagvaarding. De bodemrechter heeft zich onder verwijzing naar het tussen partijen overeengekomen arbitragebeding bij vonnis van 11 maart 2015 onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het geschil in de bodemprocedure (zaaknummer: C/03/200110 HA ZA 14-738).
2.7.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft bij e-mail van 16 februari 2015 aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie], voor zover relevant, bericht:
“Vandaag heb ik een bedrag van € 50.000 overgemaakt van de maatschapsrekening naar mijn privérekening. De redenen hiervoor zijn de volgende:
1. Voor zover ik bereken, bedraagt de overtollige liquiditeit van de maatschap thans tenminste € 52.363. De maatschap kan dus gemakkelijk deze liquiditeit midden. De maatschap kan met de resterende liquiditeit en met de wekelijkse bedragen, die nog van Famed binnenkomen, gemakkelijk aan zijn financiële verplichtingen voldoen.
2. Tijdens de bespreking op 28-01- 2015 van de concept-jaarrekening 2013 bij BDO is gebleken dat het kapitaalverschil per 31-12-2013 tussen jou en mij ruim € 55.000 bedroeg. Volgens de voorlopige cijfers 2014 bedroeg dit verschil per 31-12-2014 al ruim € 73.000. Met deze overboeking is het kapitaalverschil voor een groot deel teruggebracht.
3. In de procedures tussen jou en mij blijkt telkens dat dit kapitaalverschil een terugkerend probleem is. Ik heb meerdere voorstellen gedaan, inhoudende dat jij maandelijks aan mij bedragen overmaakt om dat verschil te verkleinen. Al deze voorstellen vond je bezwaarlijk. Met deze overboeking is aan jouw bezwaren tegemoet gekomen.
4. Voor de maatschap, en met name voor jou, is een groot kapitaalverschil tussen jou en mij nadelig. De maatschap moet veel meer rente vergoeden aan mij dan aan jou. Door deze overboeking is het kapitaalverschil teruggebracht en is het rentenadeel voor jou verkleind.
5. Tijdens zittingen van diverse procedures heb jij meerdere malen aangegeven dat jij niet teveel had opgenomen van de maatschapsrekening (zoals ik van mening was), maar dat ík te weinig had opgenomen. Met deze kapitaalopname kom ik aan jouw bezwaren tegemoet. (…).”
2.8.
In reactie op voornoemde e-mail heeft de advocaat van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] bij e-mail van
18 februari 2015 aan (de advocaat van) [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], onder meer, bericht:
“(…) Het behoeft geen betoog dat de handelwijze van uw cliënte volstrekt in strijd is met de wijze waarop maten jegens elkaar zich dienen te gedragen. Bovendien is de handelwijze van uw cliënte ook
in strijd met de eerdere gewezen (arbitrale) vonnissen, waarbij (kort gezegd) de vorderingen van haar zijde tot het terugbrengen van de “scheefstand” zijn afgewezen. Voor mijn cliënte is de maat vol.
In de eerste plaats verzoekt  en voor zover nodig sommeert  mijn cliënte uw cliënte om het volledige bedrag van € 50.000,- direct enuiterlijk vanmiddag voor 18.00 uurop de maatschapsrekening terug te storten. (…).
De gedragingen van uw cliënte kwalificeren als een dringende reden, die onmiddellijke opzegging rechtvaardigt. Hierdoor wordt dan ook de maatschapsovereenkomst op grond van dringende reden ex artikel 6.2 van die maatschapsovereenkomst beëindigd. Dit brengt mee dat de samenwerking tussen partijen ex artikel 7.1 van de maatschapsovereenkomst eindigt. Mijn cliënte verzoekt  en voor zover nodig  sommeert uw cliënte dan ook zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk komende vrijdag, zijnde 20 februari a.s., de praktijkruimte te staken en gestaakt te houden, alsmede het praktijkhuis te verlaten en verlaten te houden. (…).”
2.9.
Bij e-mail van 18 februari 2015 heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] bericht:
“Van mijn advocaat vernam ik dat je het er niet mee eens bent dat ik 50000 euro heb opgenomen van de rekening. Ik zal dit daarom terugstorten.
Ik heb het geld in een opwelling opgenomen. Financieel kan ik nauwelijks nog rondkomen, terwijl volgens mij duidelijk is dat ik nog veel geld tegoed heb. De overboeking was een soort wanhoopsdaad in verband met de hele situatie rondom de rechtszaken. Nu ik weer iets rustiger ben zie ik wel in dat dit niet het juiste was om te doen. Sorry daarvoor. Ik zal het oordeel van de rechter afwachten.”

3.Het geschil

In conventie
3.1.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] verzoekt de voorzieningenrechter om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,:
te bepalen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] binnen twee dagen na dit vonnis, de praktijkuitoefening staakt en gestaakt houdt, alsmede dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het praktijkpand, onder afgifte van alle sleutels en van de code van de deur naar haar praktijkruimte, verlaat en verlaten zal houden, zulks op straffe van een dwangsom van € 2.500,- voor iedere dag dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 50.000,-;
te bepalen dat het beheer van de maatschapsrekening aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wordt ontzegd en wordt toegekend aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie], waarbij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wordt verplicht om binnen twee dagen na dit vonnis alle in haar bezit zijnde bankpassen (en readers ten behoeve van internetbankieren) van de maatschapsrekeningen aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ter hand te stellen, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag, of dagdeel, dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hiermee in gebreke blijft;
te bepalen dat het [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verboden is om betalingen van de maatschapsrekeningen te doen, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag, of dagdeel, dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in strijd handelt met dit verbod;
te bepalen dat het [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verboden is om namens de maatschap (financiële) verplichtingen aan te gaan, tenzij daarvoor uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] bestaat, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag, of dagdeel, voor iedere onbevoegd aangegane (financiële) verplichting na betekening van dit vonnis;
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de achtste dag na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] legt - zakelijk weergegeven - aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. Doordat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], zonder enige instemming van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en in weerwil van de beperkte liquiditeit van de maatschap en eerdere (arbitrale) vonnissen, € 50.000,- van de maatschapsrekening naar haar eigen privérekening heeft overgeschreven, is er sprake van een zodanig onhoudbare situatie in de samenwerking tussen partijen dat voortzetting van de maatschap niet langer in redelijkheid van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] kan worden gevergd. Ingevolge artikel 6.2. van de maatschapsovereenkomst was zij derhalve gerechtigd om tot opzegging over te gaan. Daar [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de rechtsgeldigheid van de opzegging betwist en weigert om de praktijkruimte conform het bepaalde in artikel 7.1. van de maatschapsovereenkomst te verlaten, wordt vooruitlopend op de beslissing in arbitrage gevorderd dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] haar praktijkuitoefening staakt en dat zij geen (financiële) beheershandelingen meer verricht, tenzij daarvoor uitdrukkelijk toestemming bestaat van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie].
3.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert gemotiveerd verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
In reconventie
3.4.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verzoekt de voorzieningenrechter om [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] bij vonnis te veroordelen:
om haar medewerking te verlenen aan een onttrekking van € 50.000,- door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van de maatschapsrekening, althans te gedogen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een dergelijke onttrekking doet;
tot betaling van de kosten van dit geding en de nakosten.
3.5.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat er ten gevolge van onrechtmatige onttrekkingen van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] aan de maatschapsrekening geen volledige uitdeling van de voorschotten op het winstaandeel heeft plaatsgevonden aan haar. Doordat hierdoor - mede met het oog op de oplopende rente - een onevenwichtigheid is ontstaan tussen de eigen vermogens die ieder der vennoten in de maatschap heeft zitten (door partijen ook wel ‘scheefstand’ genoemd) en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vanwege persoonlijke financiële verplichtingen ten laste van de maatschap aanspraak wenst te maken op een bedrag van € 50.000,-, wordt bij wijze van voorlopige voorziening de medewerking van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] gevorderd.
3.6.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] voert gemotiveerd verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie en in reconventie
4.1.
Het spoedeisend belang is genoegzaam gebleken.
Voorts in conventie
4.2.
Als uitgangspunt bij de beoordeling van de vordering zoals weergegeven onder 3.1. sub a van dit vonnis heeft te gelden dat uit artikel 6.2. van de maatschapsovereenkomst voortvloeit dat de maatschap door opzegging van één der vennoten door de andere vennoot met onmiddellijke ingang wordt beëindigd, mits sprake is van zodanige gedragingen van de opgezegde vennoot dat voortzetting van de maatschap door de opzeggende vennoot redelijkerwijs niet kan worden verlangd.
4.3.
In dit kort geding dient zich de vraag aan of het aannemelijk is dat de arbiter, die in een eventueel aanhangig te maken arbitrageprocedure geconfronteerd wordt met hetzelfde feitencomplex, zal oordelen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zich schuldig heeft gemaakt aan zodanige gedragingen als bedoeld in artikel 6.2. van de maatschapsovereenkomst, dat de maatschapsovereenkomst met onmiddellijk ingang door opzegging is beëindigd.
4.4.
Uit de overgelegde producties en hetgeen ter mondelinge behandeling naar voren is gebracht, is gebleken dat partijen al sinds geruime tijd diverse geschillen hebben ter zake het door hen aangegane maatschapsverband. Dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op 16 februari 2015 eigenmachtig een bedrag van € 50.000,- van de maatschapsrekening op haar privérekening heeft overgemaakt, is door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] erkend en staat daarmee vast. Eveneens staat als onweersproken vast dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voornoemd bedrag - na hiertoe te zijn gesommeerd door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] - op 19 februari 2015 heeft geboekt op de maatschapsrekening.
4.5.
Of de arbiter, rechtsprekend ‘als goed man naar billijkheid’, tot het oordeel zal komen dat deze gedragingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te kwalificeren zijn als een dringende reden voor opzegging waarmee de maatschap is beëindigd, wordt in dit kort geding in het midden gelaten. Ongeacht het antwoord op die vraag, kan in dit kort geding immers niet geoordeeld worden dat de gedragingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en de omstandigheden van het geval van zodanige aard zijn dat, vooruitlopend op de uitkomst van de arbitrageprocedure, het opleggen van de belangrijkste gevraagde voorlopige maatregel - onmiddellijke staking van de praktijk - gerechtvaardigd is.
4.6.
Dat de eigenmachtige overboeking door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in strijd is met (onder meer) haar verplichting zich jegens [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] te gedragen als een goed vennoot betaamt en op gespannen voet staat met de uitkomst van eerdere procedures, is evident. Zolang echter in arbitrage nog niet is beslist over de vraag of de maatschap rechtsgeldig aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is opgezegd, is terughoudendheid geboden bij het treffen van praktisch nauwelijks omkeerbare maatregelen. Toewijzing van de verzochte voorziening zal ertoe leiden dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] haar praktijkuitoefening dient te staken. Dit heeft tot gevolg dat zij haar patiënten niet meer kan zien en zij voor de maatschap (en daarmee voor zichzelf) geen inkomsten genereert. Ingevolge het bepaalde in artikel 7.1. van de maatschapsovereenkomst zal zij er bovendien toe gehouden zijn om gedurende een periode van zes maanden haar aandeel in de vaste lasten van de tandartspraktijk te blijven voldoen. Aldus zal toewijzing van de voorziening verstrekkende (financiële) gevolgen hebben voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en de maatschap. Het voorgaande geldt te meer nu ter zitting is gebleken dat geen zicht bestaat op de vaststelling van de waarde van ieders aandeel in de maatschap, inclusief de goodwill, en dat partijen de eerder door hen aan PWC verstrekte opdracht tot een dergelijke vaststelling inmiddels hebben ingetrokken. Ter zitting is voorts gebleken dat partijen tegengestelde uitgangspunten hanteren bij de vraag naar de waardering van het patiëntenbestand. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] lijkt ervan uit te gaan dat de vertrekkende partij haar patiënten ‘meeneemt’, terwijl [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ervan lijkt uit te gaan dat alle circa 4000 patiënten van de praktijk bij de blijvende partij blijven. Dit alles leidt tot de conclusie dat uitgesloten moet worden dat de vertrekkende partij, bij de huidige stand van zaken, bij haar vertrek haar aandeel in het maatschapsvermogen kan meenemen (zoals bepaald in artikel 7.1. van de maatschapsovereenkomst) of dat de waarde van het aandeel, inclusief de goodwill, binnen twee maanden in onderling overleg wordt vastgesteld (zoals is bepaald in artikel 8.4. van de maatschapsovereenkomst). De afrekening zou voor de vertrekkende partij naar het zich laat aanzien - en anders dan de maatschapsovereenkomst tot uitgangspunt neemt - een kwestie van een lange adem zijn. Te meer gelet op de hierna nog te bespreken ‘scheefstand’, is dit een voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zwaarwegende omstandigheid die in acht moet worden genomen bij de beoordeling van de toewijsbaarheid van de gevraagde voorziening. Het belang van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bij het kunnen voortzetten van haar praktijkoefening weegt thans zwaarder dan het belang van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] om [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vooruitlopend op het oordeel van de arbiter te zien vertrekken, waarbij bij dat laatste tevens meeweegt dat, zoals hierna zal blijken, met de toewijzing van Gorissens vorderingen met betrekking tot het beheer en met betrekking tot de maatschapsrekeningen ten dele aan haar bezwaren tegen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wordt tegemoetgekomen. De onder 3.1. sub a weergegeven vordering zal dan ook worden afgewezen.
4.7.
De eigenmachtige overboeking door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] rechtvaardigt naar het oordeel van de voorzieningenrechter wel dat enkele ordemaatregelen worden genomen. De voorzieningen bedoeld onder 3.1. sub b en sub c acht de voorzieningenrechter passend en zullen - in de hierna in het dictum te melden zin - worden toegewezen. De gevraagde voorziening zoals weergegeven onder 3.1. sub d zal - nu geoordeeld is dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] haar praktijkuitoefening niet met onmiddellijke ingang hoeft te staken en zij in staat moet zijn om binnen de grenzen van de maatschapsovereenkomst verbintenissen aan te gaan - worden afgewezen.
4.8.
De voorzieningenrechter merkt nog op dat voor zover [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de overzichten van de maatschapsrekeningen uitsluitend digitaal kan inzien door gebruikmaking van haar bankpas en reader, zij (door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]) anderszins op de hoogte dient te worden gehouden van de mutaties op die rekeningen.
Voorts in reconventie
4.9.
Ter zitting is gebleken dat partijen het inmiddels eens zijn over de omvang van de scheefstand. Partijen zijn het erover eens dat door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ruim € 74.000,- meer aan het maatschapsvermogen is bijgedragen dan door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]. Voorts is gebleken dat deze scheefstand niet bewust is gecreëerd of het uitvloeisel is van contractuele afspraken over ieders bijdrage, maar een onbedoeld gevolg is van - volgens [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en naar de voorzieningenrechter begrijpt - wijzigingen in de vaststelling van de winst als gevolg van correcties op fiscale afschrijvingen. Het ontstaan van de scheefstand is daarmee verklaard, maar een rechtvaardiging voor het nog langer in stand houden daarvan ontbreekt. Die kan in elke geval niet louter worden gevonden in de door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] gestelde (en door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwiste) slechte liquiditeitspositie van de maatschap. Indien daarvan sprake is, zou het immers op de weg van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] liggen om de scheefstand ongedaan te maken door zelf extra vermogen in te brengen in de maatschap of om [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de helft van het bedrag van de scheefstand te vergoeden.
4.10.
Niettegenstaande het voorgaande zal de vordering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] worden afgewezen. De voorzieningenrechter acht - met name nu de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] overgelegde op de maatschap betrekking hebbende liquiditeitsberekeningen zijn betwist en de maatschapsovereenkomst niet voorziet in de wijze van opheffing van een scheefstand - nader overleg hieromtrent noodzakelijk. Daar [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ter mondelinge behandeling bovendien heeft gesteld dat zij bereid is om een concreet voorstel van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ter zake de opheffing van de scheefstand in overweging te nemen, is een voorziening in kort geding zoals thans door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gevorderd nog niet aan de orde.
Ten slotte in conventie en in reconventie
4.11.
In de uitkomst en achtergrond van dit geschil wordt aanleiding gezien de proceskosten te compenseren.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
In conventie
5.1.
ontzegt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het beheer van de maatschapsrekening en beveelt haar om binnen een week na dit vonnis alle in haar bezit zijnde bankpassen en readers met betrekking tot de maatschapsrekeningen aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ter hand te stellen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag of dagdeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 25.000,-,
5.2.
verbiedt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om betalingen van de maatschapsrekening te doen, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag of dagdeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in strijd handelt met dit verbod, met een maximum van € 25.000,-,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt,
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde,
In reconventie
5.6.
wijst het gevorderde af,
5.7.
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort en in het openbaar uitgesproken.
Type: NG