Uitspraak
Rechtbank Limburg
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
rechtbank: verder te noemen: PGB) ter hoogte van € 18.000,-- per jaar.
Rechtbank Limburg
In deze zaak verzoekt een vader de rechtbank om met terugwerkende kracht de onderhoudsbijdrage voor zijn inmiddels 21-jarige zoon te wijzigen. De zoon ontvangt een WAJONG-uitkering en de vader stelt dat de behoefte van de zoon is veranderd. De rechtbank heeft de procedure op 31 maart 2015 behandeld in Maastricht. De vader heeft verzocht om de onderhoudsbijdrage te verlagen naar € 50,-- per maand, terwijl de zoon een zelfstandig verzoek heeft ingediend voor een bijdrage van € 275,-- per maand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zoon onvoldoende heeft aangetoond dat zijn WAJONG-uitkering niet in zijn levensonderhoud kan voorzien. De rechtbank oordeelt dat de vader zijn onderhoudsplicht kan verlagen, maar dat de zoon niet kan aantonen dat hij behoefte heeft aan een hogere bijdrage. De rechtbank wijst het verzoek van de vader toe en het zelfstandig verzoek van de zoon af. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat ieder zijn eigen kosten draagt.