ECLI:NL:RBLIM:2015:2660

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
31 maart 2015
Publicatiedatum
31 maart 2015
Zaaknummer
3810010 AZ VERZ 15-14
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens ernstige uitlatingen op social media

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 31 maart 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Fair Play Centers B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. De werkgever, Fair Play, verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder toekenning van een vergoeding, op basis van dringende redenen die voortvloeien uit discriminerende uitlatingen van de werknemer op social media. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer, die sinds 2001 in dienst was, in het verleden meerdere waarschuwingen had ontvangen voor ongepast gedrag, maar dat de uitlatingen op social media begin 2015 de druppel waren die de emmer deed overlopen. De kantonrechter oordeelde dat de uitlatingen van de werknemer zo ernstig waren dat het vertrouwen in een vruchtbare samenwerking was verdwenen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake was van een verandering in omstandigheden die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigde. De arbeidsovereenkomst is ontbonden met ingang van 15 april 2015, zonder toekenning van een vergoeding aan de werknemer. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 3810010 AZ VERZ 15-14
Beschikking van de kantonrechter van 31 maart 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FAIR PLAY CENTERS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te Kerkrade,
verzoekende partij,
gemachtigde mr. S.G.J. Habets,
tegen
[verweerder],
wonend [adres],
[woonplaats],
verwerende partij,
gemachtigde mr. W.J.F. Geertsen.
Partijen zullen hierna Fair Play en [verweerder] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- een verzoekschrift met producties 1 tot en met 25;
- een verweerschrift met producties 1 tot en met 5;
- de aanvullende producties 26 tot en met 30 van de zijde van Fair Play;
- de door de gemachtigde van Fair Play overgelegde pleitnota;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 10 maart 2015.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
[verweerder], geboren op [geboortedatum], is op 15 april 2001 bij Fair Play in dienst getreden en is thans werkzaam in de functie van medewerker beveiliging/videomeldkamer, tegen een loon van (laatstelijk) € 1.650,34 bruto per maand, exclusief toeslagen.
2.2.
Fair Play maakt deel uit van de Janshen-Hahnraths Group. Op de arbeidsovereenkomst is het Janshen-Hahnraths Arbeidsreglement (JAR) van toepassing. Op 3 oktober 2006 heeft [verweerder] zich met de inhoud daarvan akkoord verklaard.
In artikel 8.4. van het JAR staat - voor zover thans van belang en zakelijk weergegeven - dat een medewerker zich aan de regels en voorschriften van het bedrijf dient te houden en dat alle medewerkers geacht worden van de voorschriften op de hoogte te zijn en de gevolgen van overtreding daarvan te kennen. Ingeval in strijd wordt gehandeld met de bedrijfsregels en voorschriften kan, afhankelijk van de ernst van de begane overtreding, tot onder andere ontslag op staande voet worden besloten. Ontslag op staande voet wordt volgens artikel 8.4. onder e van het JAR gegeven in het geval van ernstige overtredingen, bijvoorbeeld discriminatie. Aan het JAR is als bijlage 7 de gedragscode gehecht, met daarin vermeld dat racistisch, discriminerend en beledigend materiaal niet mag worden verspreid.
2.3.
In november 2007 heeft [verweerder] tijdens een sluitingsronde door het hoofdkantoor te Kerkrade in de werkkamer van de heer [naam hoofd Fair Play Centers], het toenmalige Hoofd Fair Play Centers, vertrouwelijke documenten gelezen. Tijdens een daarop volgend gesprek is door [verweerder] een tegenstrijdige verklaring afgelegd en vertoonde hij een ongeïnteresseerde en bagatelliserende houding. Voor zijn gedrag en handelwijze kort daarna heeft [verweerder] een officiële waarschuwing ontvangen. In de brief van 23 november 2007 staat onder meer:
“(…) Wij kunnen naar aanleiding van de gebeurtenissen met betrekking tot het zonder toestemming doorlezen van de brieven op het kantoor van de heer [naam hoofd Fair Play Centers] niet anders reageren dan deze zaak zeer serieus te nemen. Het feit dat u tijdens uw sluitingsronde bewust brieven en andere documenten doorleest, kan uit hoofde van uw functie en uw verantwoordelijkheden als beveiligingsmedewerker niet getolereerd worden. (…)”
2.4.
In 2013 heeft [verweerder] via Facebook gereageerd op het bericht van Fair Play Casino Heerlen “
Dance baby! Ook vanavond in het nieuwe Fair Play Casino Heerlen”en de daarbij behorende foto. [verweerder] heeft het volgende geschreven: “
LIJKT wél “auf der Reeperbahn nachts um halb. 1”…….Jezus zeg”.
Op 23 september 2013 heeft naar aanleiding van zijn uitlating een gesprek plaatsgevonden tussen Fair Play en [verweerder], waarbij Fair Play [verweerder] te kennen heeft gegeven dat de uitlatingen van [verweerder] onacceptabel waren en deze de organisatie, de goede naam en reputatie in diskrediet kunnen brengen.
2.5.
Bij brief van 6 november 2014 heeft [verweerder] een officiële waarschuwing van Fair Play gekregen naar aanleiding van een voorval dat heeft plaatsgevonden begin oktober 2014. Toen hem werd gevraagd zijn auto te verplaatsen naar de daarvoor bestemde parkeervakken, is hij verbaal uitgevallen in de richting van (in ieder geval) het ad-interim Hoofd Facilitaire Dienst de heer [naam hoofd facilitaire dienst] door hem ervan te betichten een leugenaar en mierenneuker te zijn. In de brief van 6 november 2014 staat onder meer:
“(…) U zult in het vervolg dienen te letten op uw wijze van communiceren en de agressieve ondertoon en verwensingen achterwege moeten laten. Wij verwachten dan ook per ommegaande verandering in uw wijze van communiceren. Zeker gezien uw functie van medewerker Beveiliging/Videomeldkamer. (…)
Indien wij uwerzijds geen gedragsverandering tegemoet mogen zien, zijn wij genoodzaakt verdere (rechts-)maatregelen te treffen. Een beëindiging van uw dienstverband is een mogelijkheid waartoe wij over kunnen gaan. (…)”
2.6.
Begin 2015 heeft [verweerder] diverse uitlatingen op social media (Facebook en Twitter) geplaatst. Hieronder wordt een drietal uitlatingen door [verweerder] op Facebook weergegeven:
“D’r uit dat achtergesteld niet werkend profiterende criminele gehersenspoelde Islamtuig…wat moet dat tuig hier? ??!!! Terug de hete zandbak in… bom erop klaar! !! Alles weer veilig… schoon …zorg naar normale kosten….werkgelegenheid…en fileprobleem opgelost….werkdruk bij de hele politie en justitieapparaat ook naar beneden……en we kunnen weer leven! !!!Nederland lult alleen maar……hier doet niemand net niks……alleen praten. …praten. …via Facebook etc Zelf schuld voor diegene die jarenlang stoicijns die Achterlijke linkse Idioten blijven Kiezen………. Sop het jullie nu ook maar op. … en hopelijk komt er een dag dat Zo’n zwarte Rat Jouw dochter neukt. ….misschien schrik je dan wakker, maar dan is het al te laat Polderidioten! !!!!!!!! Bah”
“De reacties kloppen hierboven allemaal……maar niemand doet wat. ……echt nederlands. ….lullen. …lullen. … en nog eens lullen. ……2 Dingen. ….jullie moeten handelen. ….een bom op Dat linkse tyfus tuig van Den Haag gooien. ….en Geert Kiezen. ……meer niet! !! Maar de Nederlandse mentaliteit is. Alleen maar naar de eigen voortuin kijken. …..dat zwarte Ratten tuig bevolkt inmiddels al de hele Randstad en zit ook al in de politiek. ….. (Zie Aboutaleb van Rotterdam)…..er moeten knokploegen komen om dat linkse gehersenspoelde tuig uit de kamer te krijgen….en ons te weren tegen al dat naar binnen gehaalde niet werkende . ..profiterende. …stelende. …moordende. …criminele. …straat tuig die de Nederlandse Staat bakken en bakken Geld Kost zodat Wij Nederlanders tot 67 en straks tot 70 moeten blijven werken. …………Mensen pak jullie nu eens samen en praat eens niet zoveel op Facebook. En Handel. ….zet de tering naar de nering! !!!!!!!!!!Het Wordt tijd …..als het al niet te laat is……..knuppel ze of schiet ze het Land uit. Het is een enorm kankergezwel dat op onze rug hangt. ……..Nogmaals pak jullie Samen. …..en sluit jullie aan bij Geert.……De rest komt dan van zelf. ………”
“Typisch nederlands. ….typisch. …echt typisch nederlands. …..praten. …praten. …gal kotsen. …en praten. …hier doet niemand ook maar een beetje! !!! Bah bah. ……wat ’n laf kut zielig Land is dit! !!! Schiet die van Aartsen kapot. …..klaar! !!! Dat een paar duizend man zich verzameld hadden daar in Den Haag. …en die Zwarte bacterien in strepen gesneden hadden midden op straat. …”want daar waar hun vandaan komen mag dat”……..dan was’t opgelost. ……maar dit is Links Holland. ……en dus maken we liever ons eigen Klootjesvolk kapot. Lang leve de linkse teringpartijen………zelf schuld. ……er is iemand in dit Land die dit wil oplossen voor goed! !!!!!!!!!!! Maar die krijgt geen kans. ……of moet ik zijn naam nog noemen? ?? Neen. …….Geloof het Bilderbergzooitje in Den Haag maar……dan Zal het nog een paar decennia duren dat de Moslim ook Jouw dochter neukt! !!! Nederland. ……slaap verder! !!! Welterusten.”
2.7.
Op 14 januari 2015 heeft naar aanleiding van uitlatingen van [verweerder] op social media een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerder] enerzijds en de heer [naam coördinator videomeldkamer] (Coördinator videomeldkamer), de heer [naam hoofd beveiliging] (Hoofd beveiliging) en mevrouw [naam hoofd juridische zaken/P&O] (Hoofd Juridische Zaken/P&O) anderzijds. Na dit gesprek is [verweerder] op non-actief gesteld met behoud van loon. Bij brief van 15 januari 2015 is de non-actiefstelling aan [verweerder] bevestigd.
2.8.
Vervolgens heeft [verweerder] bij brief van 16 januari 2015 zijn verontschuldigingen aangeboden aan Fair Play, gezegd dat het hem speet en medegedeeld dat hij zich te veel had laten meeslepen op social media. In die brief schrijft [verweerder] ook “ik ben geen slecht mens, alleen ligt mijn hart op mijn tong”.

3.Het geschil

3.1.
Fair Play verzoekt – mede tegen de achtergrond van de hiervoor weergegeven
feiten – om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] zo spoedig mogelijk te ontbinden wegens gewichtige redenen bestaande in een dringende reden, en subsidiair een verandering in omstandigheden, zonder toekenning van een vergoeding aan [verweerder] en met compensatie van de proceskosten.
3.2.
Fair Play stelt ter onderbouwing van haar verzoek met betrekking tot de primaire grondslag – kort en zakelijk weergegeven – dat [verweerder] heeft gediscrimineerd, hetgeen blijkens het JAR een dringende reden voor ontslag (op staande voet) oplevert. Fair Play geeft te kennen [verweerder] in het verleden meerdere malen te hebben gewaarschuwd voor zijn ongepaste uitlatingen op social media. Hoewel [verweerder] op de hoogte is van het ‘zero tolerance beleid’ binnen Janshen Hahnraths Group en ondanks waarschuwingen is hij zich volgens Fair Play blijven schuldig maken aan discriminerende opmerkingen. Niet alleen heeft [verweerder] een collega (indirect) gediscrimineerd vanwege haar huwelijk met een Marokkaanse man met een moslimachtergrond, ook zijn collega’s bang voor hem geworden en heeft hij klanten van Fair Play gediscrimineerd, gekrenkt en beledigd. Door zijn racistische uitlatingen heeft hij een gevaarzettende situatie gecreëerd voor zichzelf, zijn collega’s en Fair Play, omdat deze uitlatingen mogelijk tot een reactie zullen leiden.
De kantonrechter begrijpt het verzoek ten aanzien van de subsidiaire grondslag aldus, dat bij Fair Play het vertrouwen voor een verdere vruchtbare samenwerking ontbreekt.
Voor een nadere toelichting van het verzoek wordt verwezen naar het verzoekschrift met producties, de aanvullende producties, de pleitnota en de toelichting daarop ter zitting.
3.3.
[verweerder] voert verweer, waartoe wordt verwezen naar het verweerschrift met producties en de daarop ter zitting gegeven toelichting. Primair vraagt [verweerder] om het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst af te wijzen. Subsidiair, indien de arbeidsover-eenkomst wordt ontbonden, vraagt hij om aan hem een vergoeding toe te kennen waarbij correctiefactor 1 wordt gehanteerd, een en ander met veroordeling in de proceskosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover nodig, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met een opzegverbod als bedoeld in de artikelen 647, 648, 670 en 670a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, noch met enig ander verbod tot opzegging van de arbeidsovereenkomst.
4.2.
De kernvraag in de onderhavige zaak is of sprake is van een dringende reden dan wel een zodanige wijziging in de omstandigheden dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte termijn dient te eindigen.
Dringende reden
4.3.
Ter zitting is gebleken dat Fair Play haar verzoek tot ontbinding vanwege een dringende reden voornamelijk gegrond heeft op de uitlatingen die [verweerder] begin 2015 heeft gedaan via social media. Fair Play betrekt daarbij dat [verweerder] een deel van die uitlatingen onder werktijd geplaatst heeft.
4.4.
[verweerder] heeft niet betwist dat er bij de Janshen-Hanhraths Group, en dus ook bij Fair Play, een strikt zero tolerance beleid gevoerd wordt ten aanzien van ernstige overtredingen/ernstig wangedrag. Dat is onder meer tot uitdrukking gebracht in artikel 8.4 onder e van het JAR waarbij discriminatie uitdrukkelijk als voorbeeld is genoemd. Fair Play stelt dat [verweerder] een collega en klanten van Fair Play, die moslim zijn, heeft gediscrimineerd met zijn uitlatingen. De kantonrechter begrijpt dat Fair Play doelt op de uitlatingen die [verweerder] begin 2015 heeft geplaatst op social media en waarvan collega’s kennis hebben genomen. [verweerder] heeft ter zitting erkend dat die opmerkingen fout waren en dat hij dat niet had moeten doen. Behoudens deze uitlatingen op social media is de kantonrechter niet gebleken dat [verweerder] op de werkvloer dergelijke uitlatingen rechtstreeks gericht heeft tegen bepaalde collega’s en klanten.
4.5.
Fair Play stelt dat zij [verweerder] in het verleden meerdere malen heeft gewaarschuwd voor zijn ongepaste uitlatingen op social media. Uit het relaas van Fair Play wordt afgeleid dat zij doelt op een waarschuwing in november 2012 (uitlating op twitter), februari 2013 (plaatsen van een foto van zijn werkplek op twitter) en september 2013 (opmerking Facebook). Fair Play heeft niet toegelicht welke concrete uitlating [verweerder] in november 2012 op twitter geplaatst heeft. [verweerder] heeft betwist dat hij in november 2012 een waarschuwing heeft gekregen. Nu een en ander niet gedocumenteerd is door Fair Play, is die gestelde waarschuwing niet vast komen te staan. [verweerder] heeft erkend dat er in februari 2013 een gesprek heeft plaatsgevonden omdat hij een foto van de meldkamer van Fair Play op twitter geplaatst had met daarbij de tekst
“mijn werkplekken op de videomeldkamer om 05.45 uur in de morgen gelukkig alles rustig geweest geen inbraken”.Fair Play heeft [verweerder] bij brief van 6 februari 2013 met klem verzocht geen foto’s van zijn werkplek of verwijzingen naar zijn werkplek op twitter te plaatsen. De waarschuwing van september 2013 heeft betrekking op de uitlating van [verweerder] op facebook die omschreven is in 2.4. De kantonrechter concludeert dat de eerdere waarschuwingen betrekking hebben op andersoortige uitlatingen op social media en dat die in ernst bovendien niet te vergelijken zijn met de uitlatingen die begin 2015 gedaan zijn.
4.6.
Vast staat dat er binnen Janshen Hahnraths Group geen beleid is ten aanzien van hoe moet worden omgegaan met social media. Een social media code ontbreekt.
4.7.
Nu de uitlatingen weliswaar deels onder werktijd geplaatst zijn op social media, maar niet rechtstreeks gericht waren tot bepaalde collega’s en klanten op de werkvloer, een social media code ontbreekt en niet gebleken is dat [verweerder] vóór 2015 soortelijke uitlatingen gedaan heeft als vermeld onder 2.6. en hij daarvoor toen al een (officiële) waarschuwing gekregen heeft, is de kantonrechter van oordeel dat geen sprake is van een dringende reden in de zin van artikel 7:685 lid 2 BW juncto 7:678 BW om de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
Verandering in de omstandigheden
4.8.
De vraag is vervolgens of sprake is van een wijziging in de omstandigheden die moet leiden tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
4.9.
De loopbaan van [verweerder] bij Fair Play is niet vlekkeloos verlopen. Zo heeft hij in 2007 een officiële waarschuwing gekregen wegens het lezen van vertrouwelijke informatie op de kamer van het toenmalige Hoofd van Fair Play Centers. Begin oktober 2014 is hij verbaal uitgevallen in de richting van het (ad-interim) Hoofd Facilitaire Dienst, een incident waarvoor hij wederom een officiële waarschuwing heeft gekregen. In januari 2015 volgen dan de uitlatingen op social media, waarvan een deel onder werktijd is geplaatst. Fair Play is door andere werknemers geattendeerd op de uitlatingen van [verweerder] op social media.
4.10.
[verweerder] verwijt Fair Play dat zij zijn berichten op social media slechts ‘geïsoleerd’, dat wil zeggen zonder weergave van reacties van anderen die eraan vooraf zijn gegaan, heeft weergegeven. Uit de volledige weergave zou blijken dat hij slechts reageert op het gedrag van moslimextremisten, aldus [verweerder]. Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt uit de berichten van [verweerder] duidelijk dat een bevolkingsgroep met een bepaald geloof (islam) in het algemeen - en dus niet alleen extremisten - het moet ontgelden.
4.11.
[verweerder] heeft ter zitting niet betwist dat Fair Play in het verleden hem interne en externe hulp heeft aangeboden omdat hij zichzelf vaak verbaal niet onder controle heeft en dat hij die hulp heeft afgeslagen omdat hij die niet nodig acht. In november 2014 is hij naar aanleiding van het incident in oktober 2014 gewaarschuwd dat hij moet letten op zijn wijze van communiceren. Desondanks schuwt hij, terwijl hij beveiliger is, begin 2015 woorden als “schiet van Aartsen kapot” en “knuppel ze of schiet ze het land uit” – met ‘ze’ doelt hij op moslims in het algemeen – niet. [verweerder] heeft zijn uitlatingen op dusdanige wijze gedaan dat iedereen, dus ook collega’s en eventuele klanten die hem bij naam kennen, kennis kunnen nemen van zijn gedachtengoed. Ter zitting is gebleken dat zijn uitlatingen tot onrust bij andere werknemers van Fair Play hebben geleid. Uit het verslag dat is opgemaakt naar aanleiding van het gesprek dat op 14 januari 2015 heeft plaatsgevonden, en dat inhoudelijk niet is betwist, valt op te maken dat [verweerder] niet beseft wat de impact van zijn uitlatingen is op zijn collega’s en in het bijzonder op zijn collega’s die moslim zijn of een relatie hebben met een moslim. Door [verweerder] is weliswaar een excuusbrief geschreven, doch dat heeft hij pas gedaan nadat hij op non-actief is gesteld door Fair Play, zodat de kantonrechter zich niet aan de indruk kan onttrekken dat een en ander is ingegeven vanwege zijn angst om zijn baan te verliezen.
4.12.
De kantonrechter begrijpt uit de toelichting van Fair Play ter zitting dat in het licht van de voorgeschiedenis de uitlatingen van [verweerder] op social media begin 2015 de druppel waren die de emmer deed overlopen. De aard van de uitlatingen was dusdanig ernstig en zo strijdig met de normen en waarden die Fair Play binnen haar organisatie wil uitdragen, dat zij geen vertrouwen meer heeft in een vruchtbare samenwerking met [verweerder], aldus Fair Play.
4.13.
De kantonrechter volgt Fair Play in haar betoog. [verweerder] heeft in het verleden het hulpverleningsaanbod van Fair Play afgewezen. Kennelijk heeft hij ook niet geleerd van een eerdere waarschuwing en een indringend door Fair Play met hem gevoerd gesprek over zijn ongepaste wijze van communiceren. Gelet hierop is bij Fair Play na de uitlatingen van [verweerder] op social media in 2015 het vertrouwen komen te ontvallen dat hij in de toekomst zijn gedrag blijvend op positieve wijze zal veranderen. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat er sprake is van een verandering in de omstandigheden, welke rechtvaardigt dat de arbeidsovereenkomst van partijen op korte termijn behoort te eindigen. De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 15 april 2015 ontbinden. Daarbij zal aan [verweerder] geen vergoeding worden toegekend omdat de verandering in de omstandigheden - het wegvallen van de vertrouwensbasis - geheel voor zijn rekening komt. Aan Fair Play valt in dit verband geen verwijt te maken.
4.14.
De proceskosten worden op hierna te bepalen wijze gecompenseerd.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van
15 april 2015;
5.2.
compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.M. Etman en is in het openbaar uitgesproken.
type: SRS