Uitspraak
9.Artikel 99 van de Wet WIA luidt als volgt:
17.Het beroep is ongegrond.
18.Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 maart 2015.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 25 maart 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen [naam rechtspersoon] BV, eiseres, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder. De zaak betreft de toerekening van een WGA-uitkering aan eiseres, die sinds 1 juli 2010 eigenrisicodrager is. Eiseres betwist de toerekening van de WGA-uitkering van een werknemer, die arbeidsongeschikt is geraakt na een auto-ongeval, en de verhaalsbesluiten die daarop volgden. Eiseres stelt dat de toerekening in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel, omdat zij niet op de hoogte was van de uitkering en de toerekening pas vier jaar na de toekenning heeft plaatsgevonden. De rechtbank oordeelt dat de toerekening een wettelijke verplichting is en dat eiseres geacht kan worden op de hoogte te zijn van de WGA-uitkering van de werknemer. De rechtbank wijst erop dat eiseres, als categoraal belanghebbende, rechtsmiddelen had kunnen aanwenden tegen de toekenning van de WGA-uitkering. De rechtbank concludeert dat de verhaalsbesluiten rechtens houdbaar zijn en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de toepassing van de dwingendrechtelijke bepalingen uitsluiten. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd.