ECLI:NL:RBLIM:2015:2245

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 maart 2015
Publicatiedatum
18 maart 2015
Zaaknummer
3809817 AZ VERZ 15-12
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens dringende reden en verstoorde arbeidsrelatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 20 maart 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Dynafix Repair B.V. en de werknemer, aangeduid als [verweerder]. Dynafix verzocht om ontbinding op basis van een dringende reden, stellende dat [verweerder] zich bedreigend had opgesteld tegenover zijn leidinggevenden tijdens een gesprek op 9 december 2014. [verweerder] heeft deze beschuldiging gemotiveerd betwist en aangevoerd dat er geen sprake was van bedreiging in de zin van fysiek geweld of doodsbedreigingen. De kantonrechter oordeelde dat de feiten en omstandigheden die Dynafix naar voren had gebracht onvoldoende waren om een dringende reden voor ontbinding te onderbouwen.

Daarnaast stelde Dynafix subsidiair dat er sprake was van een verstoorde arbeidsrelatie, die aan [verweerder] te wijten zou zijn. De kantonrechter constateerde echter dat beide partijen zich niet constructief hadden opgesteld en dat Dynafix de relatie onnodig had verhard door [verweerder] te schorsen en zijn loon op te schorten. De kantonrechter oordeelde dat er geen bewijs was dat een vruchtbare samenwerking in de toekomst niet meer mogelijk was, vooral omdat partijen nog geen mediationtraject hadden doorlopen. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd afgewezen, en Dynafix werd veroordeeld in de proceskosten van [verweerder].

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 3809817 AZ VERZ 15-12
Beschikking van de kantonrechter van 20 maart 2015
in de zaak
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DYNAFIX REPAIR B.V.,
gevestigd te Nuth,
verzoekster, verder te noemen: Dynafix,
gemachtigde: mr. H.F.A. Bronneberg,
tegen:
[verweerder],
wonend te [woonplaats],
verweerder, verder te noemen: [verweerder],
gemachtigde: mr. M. Oostenrijk.

1.Het procesverloop

1.1.
Dynafix heeft een verzoekschrift met producties ingediend, dat ter griffie ontvangen is op 28 januari 2015. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend, dat ter griffie ontvangen is op 5 maart 2015. Per fax van 6 maart 2015 (en tevens per post ontvangen op
9 maart 2015) heeft Dynafix producties toegezonden ten behoeve van de mondelinge behandeling van deze zaak.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 10 maart 2015. Aan de zijde van Dynafix zijn verschenen de heer [naam HR-manager], HR-manager bij Dynafix, en de heer [naam leidinggevende], de direct leidinggevende van [verweerder] bij Dynafix, bijgestaan door
mr. H.F.A. Bronneberg voornoemd. [verweerder] is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. M. Oostenrijk voornoemd. Dynafix heeft haar verzoek nader toegelicht aan de hand van een pleitnota. [verweerder] heeft mondeling gereageerd.
1.3.
Van het verhandelde ter zitting is door de griffier schriftelijk aantekening gehouden.
1.4.
Daarna is de beschikking bepaald.

2.De vaststaande feiten

2.1.
[verweerder], geboren op [geboortedatum], is op 1 mei 2008 bij Dynafix in dienst getreden en is laatstelijk in de functie van Technician werkzaam. [verweerder] vervult deze functie tegen een loon van € 1.983,00 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag, voor een 38-urige werkweek. Voordat [verweerder] bij Dynafix in dienst is getreden heeft hij van 14 januari 2008 tot 1 mei 2008 via een uitzendbureau bij Dynafix gewerkt. Dynafix is een specialist in servicemanagement voor de telecombranche (DECT, carkits, mobiele telefonie).
2.2.
[verweerder] heeft op vrijdag tijdelijk ouderschapsverlof. [verweerder] heeft recht op dit verlof tot april 2016, bij een opname van 6 uur ouderschapsverlof per week. Dit verzoek is door Dynafix in deze omvang goedgekeurd.
2.3.
Een van de grootste opdrachtgevers van Dynafix, Samsung, heeft zijn beleid gewijzigd en eist thans dat toestellen die binnen de garantie vallen en ter reparatie bij Dynafix worden aangeboden, nog op dezelfde dag gerepareerd worden met de bedoeling dat nog op dezelfde avond de toestellen gereed zijn voor retourzending aan een klant. Dit heeft tot gevolg gehad dat Dynafix op basis van bedrijfseconomische en organisatorische redenen de werktijden heeft moeten wijzigen. Hiervoor is overleg met de Ondernemingsraad geweest, die vervolgens heeft ingestemd met de gewijzigde werktijdenregeling. Op
10 september 2014 heeft Dynafix alle medewerkers geïnformeerd over de komende wijzigingen.
2.4.
Vanaf 1 oktober 2014 heeft Dynafix de werktijden veranderd. Voor [verweerder] heeft dit tot gevolg gehad dat zijn arbeidstijd op vrijdag is verruimd van zes naar zeven uur. Omdat [verweerder] tot dat moment op vrijdag zes uur ouderschapsverlof opnam, zijn partijen in overleg getreden over het extra uur dat [verweerder] door de wijziging van de werktijden op vrijdag moest werken.
2.5.
Dynafix heeft aan [verweerder] medegedeeld dat [verweerder] twee verschillende opties heeft teneinde voormeld uur te compenseren:
  • iedere week één uur extra (ouderschaps)verlof nemen, of
  • één maal in de vier weken vier uur te werken.
2.6.
Tussen 1 oktober 2014 en 31 december 2014 heeft [verweerder] er voor gekozen om wekelijks één uur regulier verlof te nemen.
2.7.
Medio november 2014 is [verweerder] door Dynafix benaderd om zijn standpunt duidelijk te maken hoe hij het tekort aan uren vanaf 1 januari 2015 wil gaan oplossen.
2.8.
[verweerder] heeft twee andere mogelijkheden voorgesteld:
  • het uur op vrijdag onbetaald laten, of
  • het gemiste uur op maandag tot en met donderdag, op een willekeurige dag, in te halen (bijvoorbeeld 4 x 15 minuten, 2 x 30 minuten of eenmaal een uur).
2.9.
Op 19 november 2014 heeft [verweerder] aangekondigd dat zijn advocaat met de Afdeling HR contact zal opnemen.
2.10.
Partijen hebben op 9 december 2014 een gesprek gevoerd teneinde een passende oplossing te vinden. Dit gesprek is geëscaleerd. Naar aanleiding van dit gesprek heeft Dynafix [verweerder] geschorst met opschorting van loon, hetgeen Dynafix in een brief van eveneens 9 december 2014 heeft vastgelegd.
2.11.
Op 11 december 2014 heeft [verweerder] bij brief gericht aan Dynafix zijn bezwaren geuit ten aanzien van de schorsing.
2.12.
Op 15 december 2014 heeft wederom een gesprek tussen partijen plaatsgevonden. Bij dit gesprek waren namens Dynafix de heren [naam HR-manager], [naam leidinggevende] en [naam medewerker] aanwezig. [verweerder] heeft in dit gesprek aangegeven alsnog een van de door Dynafix geboden opties te willen accepteren.
2.13.
In de brief van 19 december 2014 van Dynafix aan [verweerder] staat als volgt vermeld:
‘Zoals afgesproken tijdens ons gesprek op 15 december zou u gaan nadenken over uw toekomst binnen Dynafix. In een telefonisch onderhoud met mevrouw M. Duijkers en ondergetekende op 17 december 2014 heeft u aangegeven dat u juridische hulp heeft ingeschakeld en dat uw advocaat uiterlijk 18 december 2014 contact zou opnemen met ondergetekende. Tot op heden hebben wij niets vernomen van uw advocaat. Wij hebben getracht op 19 december 2014 u telefonisch te benaderen om verduidelijking te krijgen over de stand van zaken, maar zonder resultaat. Zoals eerder afgesproken zal uw opschorting (en daarmee het opschorten van uw loon) voortduren tot het moment er contact heeft plaatsgevonden met uw advocaat.
Gaarne ontvangen wij van u, of uw advocaat, vóór 25 december 2014 een schriftelijke reactie op ons voorstel om de arbeidsovereenkomst middels een beëindigingsovereenkomst te beëindigen.
Bij het niet ontvangen van enige reactie gaan wij ervan uit dat u instemt met ons voorstel en zullen wij de beëindigingsovereenkomst opstellen en nodigen wij u uit op dinsdag 30 december 2014 om 10:00 uur op de daelderweg 21 te Nuth.’
2.14.
Op 22 december 2014 heeft de toenmalige gemachtigde van [verweerder] met Dynafix gebeld om mediation voor te stellen tussen partijen.

3.Het geschil en de beoordeling

Ontbinding vanwege een dringende reden ?
3.1.
Primair heeft Dynafix een ontbinding verzocht van de arbeidsovereenkomst met van [verweerder] op basis van een dringende reden. Dynafix heeft daaraan ten grondslag gelegd dat [verweerder] in voormeld gesprek van 9 december 2014 richting de directe leidinggevenden bedreigend heeft gereageerd.
3.2.
Door [verweerder] is de door Dynafix gestelde bedreiging gemotiveerd betwist. Hij heeft daartoe naar voren gebracht dat het onjuist is dat hij de heer [naam leidinggevende] in dit gesprek zou hebben bedreigd. Van bedreiging is immers sprake als er wordt gedreigd met fysiek geweld of de dood tegen een persoon. Hiervan is geen sprake geweest. De gestelde bedreiging heeft blijkbaar betrekking op het verwijt van [verweerder] dat de heer [naam HR-manager] zou lijden aan geheugenverlies, aldus [verweerder].
3.3.
Dynafix heeft desgevraagd bij de mondelinge behandeling aangegeven dat zij het als bedreigend heeft ervaren dat [verweerder] tijdens het gesprek heeft aangegeven dat hij de ruimte niet wilde verlaten en dat ze ‘de politie er maar bij moesten halen’. Voorts heeft Dynafix aangevoerd dat [verweerder] haar gezag ondermijnde. De kantonrechter is van oordeel dat de door Dynafix naar voren gebrachte feiten en/of omstandigheden ontoereikend zijn om een dringende reden voor ontbinding op te leveren. Niet is komen vast te staan dat [verweerder] zich bedreigend jegens medewerkers van Dynafix heeft opgesteld. Het primaire verzoek zal daarom worden afgewezen.
Ontbinding vanwege een verstoorde arbeidsrelatie ?
Subsidiair stelt Dynafix zich op het standpunt dat sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie, die aan [verweerder] is te wijten. Het vertrouwensverlies is volgens Dynafix ontstaan door de houding en het gedrag van [verweerder]. Dynafix heeft geen enkel vertrouwen meer in [verweerder]. Dit geldt zowel met betrekking tot de directe leidinggevende, maar ook voor het management en de directie. Het vorenstaande ligt in de risicosfeer van [verweerder], aldus Dynafix.
3.5.
[verweerder] verzet zich tegen een ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Dynafix heeft zich niet voldoende ingezet om tot een passende oplossing van het probleem te komen. Zij heeft tijdens de gesprekken een weinig constructieve houding ingenomen en de door [verweerder] aangedragen oplossingen gefrustreerd. De door Dynafix naar voren gebrachte zwaarwegende bedrijfsbelangen zijn niet zo zwaarwegend dat de door [verweerder] voorgestelde oplossingen niet zouden kunnen worden gevolgd. [verweerder] is voorts van mening dat een terugkeer nog mogelijk is. Hij heeft al eerder mediation voorgesteld en staat hier nog steeds achter, aldus [verweerder].
3.6.
De kantonrechter constateert dat partijen elkaar over en weer verwijten zich tijdens de afgelopen periode niet naar behoren te hebben gedragen.
3.7.
De kantonrechter is van oordeel dat, wat ook zij van de opstelling van [verweerder] tot dat moment, Dynafix de discussie tussen partijen onnodig op scherp heeft gesteld door [verweerder] op 9 december 2014 te schorsen en zijn loon op te schorten. Ter zitting heeft zij aangevoerd dat zij dit gedaan heeft om hem te dwingen om verder te praten. Duidelijk is dat Dynafix door het stopzetten van de loonbetaling [verweerder] heeft willen dwingen om te kiezen uit één van de door haar voorgestelde opties. Op
19 december 2014 heeft [verweerder] kenbaar gemaakt bereid te zijn één van de door Dynafix voorgestelde oplossingen alsnog te accepteren. Het had op haar weg gelegen om toen te investeren in het herstel van de relatie met [verweerder]. Dit geldt temeer omdat [verweerder] al sedert jaren in dienst is bij Dynafix en onbetwist is dat hij zijn dienstverband tot het moment van ontstaan van de discussie over het zevende uur op vrijdag (najaar 2014) naar behoren heeft verricht. [verweerder] heeft mediation voorgesteld. Naar het oordeel van de kantonrechter had Dynafix die uitgestoken hand moeten aannemen in plaats van te koersen op beëindiging van het dienstverband.
3.8.
Geoordeeld wordt dat niet is komen vast te staan dat een vruchtbare samenwerking in de toekomst niet meer mogelijk is, nu partijen nog geen mediationtraject hebben doorlopen, Dynafix een grote onderneming is en [verweerder] kenbaar heeft gemaakt, indien nodig, ook werkzaam te willen zijn voor een andere leidinggevende op een andere afdeling.
3.9.
Nu de subsidiaire grondslag voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst evenmin is vast komen te staan, zal het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst worden afgewezen.
3.10.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Dynafix veroordeeld worden in de proceskosten aan de zijde van [verweerder], die tot heden begroot worden op:
-salaris gemachtigde
€ 400,00(2 punten x € 200,00)
Totaal € 400,00

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst het verzoek van Dynafix af,
4.2.
veroordeelt Dynafix in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [verweerder] begroot op € 400,00.
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. I.M. Etman, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.
AP