ECLI:NL:RBLIM:2015:2229

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 maart 2015
Publicatiedatum
18 maart 2015
Zaaknummer
04/060357-02
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 18 maart 2015 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], die momenteel verblijft op de Forensisch Psychiatrische afdeling van Vincent van Gogh in Venray. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar toegewezen. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld op basis van verschillende stukken, waaronder adviezen van deskundigen en eerdere vonnissen. De terbeschikkinggestelde is gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis Niet Anders Omschreven (NAO) en er is een hoog recidiverisico vastgesteld indien de terbeschikkingstelling zou worden beëindigd. De rechtbank heeft de noodzaak van verlenging onderbouwd met de conclusie dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen dit vereist. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met een jaar verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 04/060357-02
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 18 maart 2015
op de vordering inzake de terbeschikkingstelling
[terbeschikkinggestelde],geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans verblijvende op de Forensisch Psychiatrische afdeling van Vincent van Gogh, 5803 DM Venray, D'n Herk 5,
hierna te noemen: [terbeschikkinggestelde].

1.De stukken

De rechtbank heeft gezien:
  • de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Limburg d.d. 28 januari 2015, ingekomen ter griffie op 28 januari 2015, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] met een jaar;
  • het met redenen omklede advies d.d. 22 januari 2015 afkomstig van drs. H.J. van der Lugt, hoofd van de inrichting, drs. M. Sikkens, hoofd behandeling, drs. L.M. Kriekaert, hoofd behandelzaken en drs. E.A.M. Schouten, psychiater, allen verbonden aan het Forensisch Psychiatrisch Centrum “de Oostvaarderskliniek” te Almere, betreffende de verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] met een jaar;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen over de periode van 20 mei 2014 tot en met december 2014 omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [terbeschikkinggestelde];
  • het vonnis van deze rechtbank d.d. d.d. 25 april 2003, waarbij de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is opgelegd aan [terbeschikkinggestelde];
  • het arrest van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch d.d. 2 februari 2004, waarbij het beroepen vonnis van de toenmalige rechtbank Limburg d.d. 25 april 2003 is bevestigd;
  • de beslissing van de rechtbank Limburg d.d. 10 juli 2014 waarbij de hervatting van de verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] is gelast;
  • de beslissing van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 20 november 2014 waarbij de beslissing van de rechtbank Limburg d.d. 10 juli 2014 is bevestigd;
  • het persoonsdossier van [terbeschikkinggestelde].

2.De procesgang

Bij vonnis van de toenmalige rechtbank Roermond d.d. 25 april 2003 is [terbeschikkinggestelde] ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. Dit vonnis is door het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch bevestigd. De termijn van de terbeschikkingstelling is gaan lopen op 8 maart 2007. De terbeschikkingstelling is laatstelijk op 8 april 2014 door deze rechtbank verlengd. De vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling is behandeld in openbare raadkamer van deze rechtbank van 4 maart 2015. Ter terechtzitting zijn gehoord officier van justitie mr. L. Geuns, [terbeschikkinggestelde], zijn raadsvrouw,
mr. A.M.A. Kok-Verheijde, advocaat te Tegelen en de deskundige A.G. Posthuma, psycholoog en hoofd behandeling bij het Forensisch Psychiatrisch Centrum “De Oostvaarderskliniek” te Almere.

3.Het standpunt van de inrichting en de deskundige

Voornoemd verlengingsadvies vermeldt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende:
[terbeschikkinggestelde] is gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis Niet Anders Omschreven (NAO) met antisociale, narcistische, borderline en afhankelijke trekken). Bij uitbreiding van het verlofkader naar transmuraal en bij overplaatsing naar FPA Van Gogh Instituut te Venray wordt het recidiverisico ingeschat als aanvaardbaar laag/matig. [terbeschikkinggestelde] zal binnen het FPA-milieu langzaam aan en stapsgewijs uitbreiding van vrijheden krijgen. [terbeschikkinggestelde] is zich meer dan ooit bewust van het gevaar en de consequenties van een onttrekking/zich niet houden aan de afspraken. Hij realiseert zich dat hij het zonder hulp niet redt. Gedurende langere tijd zullen controle en toezicht, dichter op de huid dan voorheen en voor [terbeschikkinggestelde] voldoende merkbaar, noodzakelijk zijn. In geval van hypothetisch onvoorwaardelijk ontslag is het recidiverisico hoog. Waar binnen de klinische context en binnen een situatie waarin voldoende aanpassing zal worden getoond is [terbeschikkinggestelde] geneigd binnen een situatie waarin onvoldoende overzicht bestaat en waarin hij zelf verantwoordelijkheid moet tonen, impulsief/onnadenkend en voornamelijk in eigen belang te handelen. Prosociale copingvaardigheden zijn ontoereikend bij aanhoudende stresserende omstandigheden. [terbeschikkinggestelde] is niet geneigd zelf hulp te gaan zoeken en kan zich anderzijds maar moeilijk laten aanspreken op zijn gedrag in een dergelijke situatie. Het sociale netwerk is betrokken maar niet in staat grenzen stellend op te treden. Binnen korte tijd recidiveert [terbeschikkinggestelde] in een dergelijke situatie in alcoholmisbruik en zullen financiële problemen zich opstapelen. Hiermee zal de situatie verder destabiliseren, zal boosheid/agressie toenemen en zal alcoholmisbruik de nog aanwezige controle verder ondermijnen, waarmee de kans op herhaling van een delict, gelijkend op het indexdelict aanwezig is. Op basis van de ervaringen in een minder gestructureerde situatie, is de koers inmiddels gericht op verblijf binnen de FPA. Binnen het FPC worden de risico’s voldoende afgedekt en de verwachting is dat dit ook mogelijk zal blijken binnen FPA-setting. Op basis van de ervaringen binnen de FPA kan in een later stadium in kaart worden gebracht in hoeverre een hernieuwde voorwaardelijke beëindiging van de maatregel tot de mogelijkheden behoort. Ten tijde van dit advies (d.d. 22 januari 2015) bestaat de noodzaak tot behoud van de titel. Vanuit de geschetste koers en op basis van de ervaringen in het resocialisatieverloop in de afgelopen periode wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege te verlegen voor de duur van één jaar.
In aanvulling op het verlengingsadvies heeft deskundige A.G. Posthuma, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende verklaard:
De hervatting van de verpleging van overheidswege heeft [terbeschikkinggestelde] goed gedaan. Ik heb de indruk dat hij ontspannen is en meer volwassen. Plaatsing op de FPA is op dit moment passend. Op termijn zal hij naar een meer open afdeling kunnen worden overgeplaatst. Via de weg der geleidelijkheid kan dan worden toegewerkt naar een proefverlof. Dit moet worden besproken met de Vincent van Goghkliniek. Als zich daarbij problemen voordoen is er in elk geval nog het vangnet van de verpleging van overheidswege. Gelet daarop dient de terbeschikkingstelling met een jaar te worden verlengd.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie persisteert bij zijn vordering d.d. 28 januari 2015. Hij vordert dat de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd wordt nu aan alle wettelijke criteria voor verlenging is voldaan en gelet op het advies van de kliniek.

5.Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw

[terbeschikkinggestelde] heeft ter zitting, zakelijk weergegeven, onder meer als volgt verklaard:
De Vincent van Goghkliniek is een goede plek voor mij. Ik vind het best dat stapsgewijs wordt toegewerkt naar uitbreiding van vrijheden. Dat is beter voor mij. Ik gebruik medicatie tegen alcoholgebruik en antidepressiva. Sinds ik weer onder het regime van de dwangverpleging val voel ik mij weer ontspannen. De druk is van de ketel. Ik heb twee kinderen bij mijn vriendin. Hoewel ik blij ben met mijn gezin brengt dat ook spanningen met zich mee in die zin dat ik het moeilijk vind om de kinderen ergens op aan te spreken. Twee weken geleden heb ik eindelijk schoon schip gemaakt in die zin dat ik mijn financiële situatie op tafel heb gegooid. Ik schaamde mij daarvoor. Daardoor durfde ik het niet aan te kaarten. Ik ben blij dat ik dat nu wel heb gedaan en dat ik hulp krijg om dat probleem op te lossen. Nu ik het in de kliniek heb verteld ben ik eindelijk de stress daarover kwijt. Het is alsof ik mijn leven heb terug gekregen doordat ik open ben geweest naar de kliniek over mijn schulden en doordat ik niet bij mijn gezin woon. Ik sta achter het standpunt van de kliniek. Ik heb structuur en duidelijkheid nodig. Geleidelijk aan hoop ik weer vrijheden te verwerven. In Venray ben ik in de behandeling nu bij stap drie en een half van de vijf. Als ik dat heb afgerond mag ik verloven aanvragen en daar heb ik zin in.
De raadsvrouw deelt mee dat [terbeschikkinggestelde] zich kan vinden in de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar.

6.De beoordeling

De officier van justitie heeft de vordering tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling ingediend binnen de daarvoor in artikel 509o, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn. De officier van justitie is derhalve ontvankelijk in zijn vordering.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de vordering, gehoord de deskundige, de officier van justitie, [terbeschikkinggestelde] en zijn raadsvrouw, het volgende.
Bij vonnis van de toenmalige rechtbank Roermond d.d. 25 april 2003, hetwelk door het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch bij arrest van 2 februari 2004 is bevestigd, is aan [terbeschikkinggestelde] de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege opgelegd ingevolge een veroordeling wegens doodslag, een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank dient thans te beoordelen of het gevaar voor de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen vereist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd.
De rechtbank verenigt zich met het verlengingsadvies van De Oostvaarderskliniek te Almere en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige A.G. Posthuma, optredend namens voormelde inrichting en onderschrijft de conclusies van deze adviezen.
Uit het advies en de daarop gegeven toelichting volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [terbeschikkinggestelde] is gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis NAO en dat er sprake is van een hoog recidiverisico indien de terbeschikkingstelling beëindigd zou worden dan wel in geval van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Gelet op het vorenstaande, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank is derhalve evenals de kliniek en de officier van justitie van oordeel dat verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met een termijn van een jaar geïndiceerd is. De vordering van de officier van justitie kan en zal derhalve worden toegewezen.

7.Toepasselijke wetsartikelen

Wetboek van Strafrecht: artikel 38d, 38e;
Wetboek van Strafvordering: artikel 509o, 509q, 509t.

8.De beslissing

De rechtbank:
- verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor de duur van
een jaar.
Aldus gegeven door mr. E.H.A.F.M. Krol, mr. J. Iding en mr. C.C.W.M. Aretz, van wie mr. J. Iding voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. C.B. Lenssen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 maart 2015.
Mr. E.H.A.F.M. Krol en mr. C.C.W.M. Aretz zijn niet in de gelegenheid om deze beschikking mede te ondertekenen.