ECLI:NL:RBLIM:2015:1958

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 maart 2015
Publicatiedatum
9 maart 2015
Zaaknummer
3794359 CV EXPL 15-698
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel in betekeningsexploot sluit niet aan bij veroordeling door het hof en is bovendien nietig wegens het niet vermelden van de betekeningsdatum

In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, heeft de Rechtbank Limburg op 9 maart 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Wikkelbedrijf [naam] B.V. en [naam] Beheer B.V. Wikkelbedrijf vorderde dat Beheer zou worden verboden om over te gaan tot executie van een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, waarin Beheer was veroordeeld tot het verwijderen van zaken uit een loods. Wikkelbedrijf stelde dat het betekeningsexploot dat Beheer had laten betekenen niet voldeed aan de wettelijke vereisten, omdat de datum van betekening ontbrak. Dit leidde tot de nietigheid van het betekeningsexploot.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het bevel dat Beheer had gedaan niet aansloot bij de veroordeling in het arrest van het hof. Het hof had immers bepaald dat Wikkelbedrijf zaken moest verwijderen uit de loods, maar het bevel sprak over gebruik door gerequireerde, wat verwarring schepte. De voorzieningenrechter concludeerde dat Beheer ten onrechte aannam dat Wikkelbedrijf verplicht was om haar spullen te verwijderen, en dat het hof ervan uitging dat de loods deels door beide partijen werd gebruikt.

Uiteindelijk werd Beheer veroordeeld tot het staken van de executie van het arrest en tot betaling van de proceskosten aan Wikkelbedrijf. De voorzieningenrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P.E. de Kort.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 3794359 CV EXPL 15-698
Vonnis in kort geding van 9 maart 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WIKKELBEDRIJF [naam],
gevestigd te Landgraaf,
eisende partij,
gemachtigde: mr. J.P.C.M. van Riet,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam] BEHEER B.V.,
gevestigd te Schinveld, gemeente Onderbanken,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. D.M. Gijzen.
Partijen zullen hierna Wikkelbedrijf en Beheer genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding van 28 januari 2015;
  • een akte overlegging producties van de zijde van Beheer;
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 26 februari 2015.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Voor wat betreft de relevante feiten tot dusverre verwijst de voorzieningenrechter in de eerste plaats naar de feiten zoals die zijn opgenomen onder rechtsoverweging 3.1 van het arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 19 augustus 2014 met registratienummer HD 200.131.704/01 (partijen genoegzaam bekend en verder te noemen: het arrest), met Beheer als appellante en Wikkelbedrijf als geïntimeerde.
2.2.
Beheer heeft de grosse van dat arrest laten betekenen aan Wikkelbedrijf. Het betekeningsexploot vermeldt niet de datum van betekening.
2.3.
Bij dat betekeningsexploot is aan Wikkelbedrijf bevel gedaan om:

aan de inhoud van de voormelde titel te voldoen en mitsdien BINNEN TWEE DAGEN na heden zaken van gerequireerde opgeslagen in de loods gelegen op het bedrijventerrein gelegen aan de [adres] te Landgraaf te verwijderen,voor zover die loods in gebruik is geweest en is bij gerequireerde,(onderstreping door de voorzieningenrechter)
op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,-- (zegge: vijfhonderd euro) per dag of dagdeel dat gerequireerde daarmee vanaf twee dagen na heden;”(waarachter kennelijk de frase “in gebreke blijft” per abuis is weggevallen).

3.De vordering en het geschil

3.1.
Bij voormeld exploot van dagvaarding vordert Wikkelbedrijf om Beheer
-bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
-“te verbieden, zulks op straffe van een dwangsom van
€ 1.000,00 per dag of dagdeel, over te gaan tot executie van het arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 19 augustus 2014 met registratienummer HD 200.131.704/01, zulks binnen één dag na betekening van in deze te wijzen vonnis, alsmede gedaagde te veroordelen tot het staken en gestaakt houden van die executie, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of dagdeel dat zij vanaf één dag na betekening van dit vonnis in gebreke mocht blijven”.
3.2.
Wikkelbedrijf voert - kort gezegd - aan dat Beheer, door voornoemd arrest aan haar te betekenen, er kennelijk - doch ten onrechte - van uitgaat dat bij het arrest het gebruik van de gehele loods aan Beheer is toegekend met uitsluiting van Wikkelbedrijf en dat Beheer meent dat Wikkelbedrijf dwangsommen verbeurt.
3.3.
Beheer heeft gemotiveerd verweer gevoerd, waarop hierna voor zover nodig zal worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gestelde spoedeisende belang is als zodanig niet betwist en wordt aannemelijk geacht.
4.2.
Het dictum van het arrest luidt, voor zover thans van belang:

veroordeelt Wikkelbedrijf [naam] B.V. tot het verwijderen van zaken van Wikkelbedrijf [naam] B.V., opgeslagen in de loods gelegen op het bedrijventerrein gelegen aan de [adres] te Landgraaf,voor zover die loods in gebruik is geweest en is bij [naam] Beheer b.v.(onderstreping door de voorzieningenrechter)
, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,= (zegge: vijfhonderd euro) per dag of dagdeel dat Wikkelbedrijf [naam] B.V. daarmee vanaf twee dagen na betekening van dit arrest in gebreke mocht blijven;”.
4.3.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat het betekeningsexploot waarmee Beheer de tenuitvoerlegging van het arrest heeft aangevangen nietig is wegens het ontbreken van de door artikel 45 lid 3 Rv vereiste datum. Bovendien luidt de veroordeling in het arrest tot het verwijderen van zaken voor zover de loods in gebruik is geweest bij Beheer, terwijl in het bevel en het exploot gesproken wordt over gebruik bij gerequireerde, derhalve Wikkelbedrijf. Het bevel sluit daarmee niet aan op de veroordeling.
4.4.
Daarnaast geldt het volgende. Door dit vonnis te laten betekenen met bevel zoals onder 2.3 vermeld, gaat Beheer er kennelijk van uit dat het onder 4.2. geciteerde onderdeel van het dictum van het arrest impliceert dat Wikkelbedrijf gehouden is haar spullen uit de
geheleloods te ontruimen, hetgeen Beheer ter zitting ook expliciet heeft bevestigd. Die uitleg zou echter slechts dan juist zijn indien met de frase “voor zover die loods in gebruik is geweest en is bij [naam] Beheer B.V.” ook de
geheleloods bedoeld was.
Dit laatste ligt echter reeds daarom niet voor de hand omdat dan geen reden aanwezig zou zijn geweest voor de specificering zoals onderstreept onder 4.2.
Onder rechtsoverweging 3.1 stelt het hof voorts als vaststaand feit vast, dat Beheer na het aangaan van de huurovereenkomst
(een deel) van een loods(onderstreping door de voorzieningenrechter)
is blijven gebruiken voor de stalling van (dure) voertuigen en als opslag”.
In rechtsoverweging 3.14 van het arrest overweegt het hof: “
Ten aanzien van de verplaatsing van zaken, waar Beheer ook een voorziening voor vraagt, is door Wikkelbedrijf geen specifiek verweer gevoerd. De gevraagde voorziening acht het hof slechts toewijsbaar voor zover het zaken betreft die door Wikkelbedrijf mogelijk zijn opgeslagenin het deel van de loods in kwestie(onderstreping door de voorzieningenrechter)
die bij Beheer in de periode van 2007 tot en met 2012/2013 in gebruik is geweest.
4.5.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter blijkt uit het bovenstaande voldoende duidelijk dat het hof ervan uitgegaan is dat de betreffende loods deels door Wikkelbedrijf en deels door Beheer wordt gebruikt, en ziet de veroordeling erop dat Wikkelbedrijf zaken die zich van harentwege in het door Beheer gebruikte deel van de loods bevinden daaruit dient te verwijderen.
4.6.
In het voorgaande ziet de voorzieningenrechter grond tot toewijzing van de gevorderde staking van de tenuitvoerlegging van het arrest. Bij een verdergaande veroordeling - of een verbod voor de toekomst - bestaat thans onvoldoende belang.
4.7.
Beheer zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Wikkelbedrijf tot de datum van dit vonnis begroot op € 799,84, bestaande uit € 600,00 aan salaris gemachtigde, € 116,00 aan griffierecht en € 83,84 aan explootkosten.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Beheer tot het staken en gestaakt houden van de executie van het arrest, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of dagdeel dat zij vanaf één dag na betekening van dit vonnis daarmee in gebreke mocht blijven, tot een maximum van € 50.000,00;
5.2.
veroordeelt Beheer tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Wikkelbedrijf tot de datum van dit vonnis begroot op € 799,84,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort en is in het openbaar uitgesproken.
type: RK