ECLI:NL:RBLIM:2015:1616
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Smaadschrift in clubverband met betrekking tot Stichting 4 x 4 Limburg
In deze zaak, behandeld door de politierechter in de Rechtbank Limburg op 25 februari 2015, staat de verdachte terecht voor smaadschrift in clubverband. De tenlastelegging betreft het opzettelijk verspreiden van geschriften die de eer en goede naam van de benadeelden, waaronder de Stichting 4 x 4 Limburg, zouden hebben aangetast. De verdachte heeft in de periode van 1 november 2011 tot en met 9 oktober 2013 op zijn internetsite teksten geplaatst die als grievend zijn beoordeeld. Tijdens de zittingen op 1 oktober 2014 en 11 februari 2015 heeft de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.W. Pieters, zijn standpunt toegelicht, evenals de officier van justitie.
De politierechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat de politierechter bevoegd is om van het tenlastegelegde kennis te nemen. De verdediging heeft aangevoerd dat de voorzitter van de Stichting 4 x 4 Limburg, de heer [benadeelde 1], niet gemachtigd was om namens de stichting aangifte te doen. De politierechter oordeelt dat de klacht niet rechtsgeldig is ingediend, omdat er geen bestuursbesluit is dat de heer [benadeelde 1] machtigt om de klacht in te dienen. Dit leidt tot de conclusie dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de strafvervolging ten aanzien van de Stichting 4 x 4 Limburg.
De politierechter heeft geoordeeld dat de verdachte wel degelijk opzettelijk de eer en goede naam van de heer [benadeelde 2] heeft aangetast door de publicatie van bepaalde teksten. De verdachte wordt gedeeltelijk vrijgesproken van de tenlastelegging, maar is schuldig bevonden aan het aantasten van de eer en goede naam van de heer [benadeelde 2]. De politierechter legt een taakstraf op van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard, omdat de immateriële schade moeilijk vast te stellen is zonder verdere onderbouwing.