Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Deze bestuursrechtelijke maatregel kan volgens de raadsman, gelet op de aard en zwaarte daarvan - waarbij kan worden gedacht aan de aanzienlijke financiële consequenties en de ontwrichtende werking op het gezinsleven - worden aangemerkt als een ‘criminal charge’ in de zin van artikel 6, eerste lid, van het EVRM. Dit brengt met zich dat de officier van justitie in het kader van ne bis in idem niet kan worden ontvangen in de vervolging van verdachte. De raadsman verwijst naar, onder meer, jurisprudentie inzake het alcoholslotprogramma.
ABRvS, 5 januari 2005, ECLI:NL:RVS:2005:AR8730) overweegt de rechtbank dat de sluiting van een woning geen verdergaande strekking heeft dan het beëindigen van de overtreding van artikel 2, aanhef en onder b en c van de Opiumwet en niet is gericht op toevoeging van verdergaand leed of nadeel. Dat de sluiting van de woning aanzienlijke financiële en emotionele consequenties voor betrokkenen kan hebben, doet daaraan niet af. Het betreft een herstelsanctie, waarvan er vele zijn in het bestuursrecht. Voor toepassing van deze ordemaatregel is ook niet vereist dat de betrokkene een verwijt kan worden gemaakt. De rechtbank is gezien hetgeen zij hiervoor heeft overwogen, van oordeel dat de sluiting van een woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet als aan de orde in het geval van de verdachte, geen ‘criminal charge’ is in de zin van artikel 6, eerste lid, van het EVRM. Het verweer van de raadsman dat er sprake is van schending van het ne bis in idem beginsel wordt verworpen. De officier van justitie kan dan ook worden ontvangen in zijn vervolging van de verdachte.
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De oplegging van straf
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is tenlastegelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5.2 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
- bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van
- veroordeelt verdachte tot
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,