Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
- is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is;
- is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
- zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen;
- zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
4.De beoordeling van het bewijs
de rechtbank begrijpt: op de brommer). We kwamen uit de richting van de Schaesbergerweg en naderden de rotonde op de Euregioweg. We wilden rechtdoor de Heerlenseweg oprijden. Ik reed ongeveer 50 meter achter[slachtoffer] en ik zag dat[slachtoffer] de rotonde op reed. Ik hoorde een klap. Ik zag dat[slachtoffer] tegen de scheidingsverhoging lag.”
kunnenwaarnemen, geen voorrang te verlenen waardoor een aanrijding is ontstaan waarbij de bestuurder van die bromfiets ten val is gekomen. Dit handelen is aan verdachte toe te rekenen. Hoewel er geen sprake is van aanmerkelijke onvoorzichtigheid is naar het oordeel wel sprake van onvoldoende oplettendheid aan de kant van verdachte en is door zijn handelen concreet gevaar ontstaan.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De oplegging van straf en/of maatregel
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5.2 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
zes maanden;
twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.