ECLI:NL:RBLIM:2015:1472
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Wöretshofer
- G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe
- I.P. de Groot
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in een mensenhandelzaak wegens gebrek aan rechtsmacht
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 23 februari 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel. De rechtbank heeft het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de strafvervolging, omdat er geen rechtsmacht voor Nederland bestond. De verdachte, die niet de Nederlandse nationaliteit bezit en niet in Nederland woonachtig was ten tijde van de feiten, had de verweten gedragingen gepleegd in Duitsland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de slachtoffers ook geen Nederlandse nationaliteit bezaten en niet in Nederland woonden. Hierdoor was er geen grond voor de toepassing van de Nederlandse strafwet, zoals bepaald in de artikelen 2 tot en met 8c van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft het preliminaire verweer van de verdediging gehonoreerd, wat leidde tot de gedeeltelijke nietigheid van de dagvaarding. De rechtbank concludeerde dat Nederland geen rechtsmacht had over de zaak, en verklaarde het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging. Deze uitspraak is gedaan na een zitting op 9 februari 2015, waar de officier van justitie en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, aanwezig waren. Het vonnis is ondertekend door de rechters en griffier en is openbaar uitgesproken.