Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
Vonnis van de kantonrechter van 25 februari 2015
[eiser]
de besloten vennootschap NILWIK B.V.
De procedure
Het geschil
De beoordeling
de gestelde kennelijke onredelijkheid van de opzegging
de ‘openstaande uren’ althans de geldelijke compensatie daarvan
niet opgenomen zijnen per 1 februari 2014 dus ‘openstonden’. De redelijkheid gebiedt dan dat (ook) deze uren in geld uitgekeerd worden op dezelfde wijze als dit met reguliere niet-opgenomen vakantie het geval is, omdat niet in te zien valt waarom zij op zo’n moment zouden moeten vervallen. Hier doet zich dan een geval voor van ‘incidentele’ uitbetaling uit praktische noodzaak.
‘de buitengerechtelijke incassokosten’
de proceskosten
De beslissing
€ 33 386,52 brutote voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 1 februari 2014 tot de datum van algehele voldoening.