ECLI:NL:RBLIM:2015:142

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 januari 2015
Publicatiedatum
12 januari 2015
Zaaknummer
04/610145-08
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van vader en dochter voor mensenhandel met minderjarigen en kwetsbare vrouwen

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 14 januari 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vader en zijn dochter, die beiden zijn veroordeeld voor mensenhandel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met zijn medeverdachte, zich schuldig heeft gemaakt aan het werven, vervoeren en uitbuiten van minderjarige meisjes en kwetsbare vrouwen in de prostitutie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte gebruik hebben gemaakt van de kwetsbare positie van de slachtoffers, die in hun thuisland in een financieel slechte situatie verkeerden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de verdachte en zijn medeverdachte op een nauwe wijze hebben samengewerkt in de exploitatie van de slachtoffers, wat heeft geleid tot een vergaande inbreuk op hun fundamentele rechten en menselijke waardigheid. De rechtbank heeft de dagvaarding op bepaalde onderdelen nietig verklaard, maar heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 04/610145-08
Datum uitspraak : 14 januari 2015
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1],
wonende te [adresgegevens verdachte].
Raadsman is mr. J.L.E. Marchal, advocaat te Maastricht.

1.Het onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen
van 2 oktober 2013 en 9 december 2013 en 15 december 2014.
Het onderzoek werd gesloten op 31 december 2014.
De rechtbank heeft op 2 oktober 2013, 9 december 2013 en 15 december 2014 gehoord: de officier van justitie en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman.

2.De tenlastelegging

De verdachte staat terecht ter zake dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 17 februari 2009 in de gemeente Weert en/of elders in Nederland en/of Hongarije en/of elders in Europa, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens):
A.
[minderjarige 1] (geboren op [geboortedatum minderjarige 1]) en/of (de zich noemende) [minderjarige 2] (geboren op [geboortedatum minderjarige 2]) en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting (in de prostitutie) van die [minderjarige 1] en/of [minderjarige 2] en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) , terwijl die [minderjarige 1] en/of [minderjarige 2] en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (sub 2°); en/of
B.
[minderjarige 1] (geboren op [geboortedatum minderjarige 1]) en/of (de zich noemende) [minderjarige 2] (geboren op [geboortedatum minderjarige 2]) en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [minderjarige 1] en/of [minderjarige 2] en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [minderjarige 1] en/of [minderjarige 2] en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die [minderjarige 1] en/of [minderjarige 2] en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (sub 5°); en/of
C.
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van [minderjarige 1] (geboren op [geboortedatum minderjarige 1]) en/of (de zich noemende) [minderjarige 2] (geboren op [geboortedatum minderjarige 2]) en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [minderjarige 1] en/of [minderjarige 2] en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (sub 8°)
bestaande de hierboven omschreven handelingen hieruit dat verdachte en/of verdachtes mededader(s), meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- die [minderjarige 1] en/of (de zich noemende) [minderjarige 2] en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) vanuit het buitenland (Hongarije) naar Nederland heeft/hebben vervoerd en/of overgebracht en/of doen en/of laten vervoeren en/of overbrengen, en/of
- die [minderjarige 1] en/of (de zich noemende) [minderjarige 2] en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) onderdak heeft/hebben verschaft en/of - die [minderjarige 1] en/of (de zich noemende) [minderjarige 2] en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s)in een kwetsbare positie heeft/hebben gebracht en/of gehouden doordat zij de Nederlandse taal niet machtig was en niet (volledig) over haar/hun inkomsten beschikte(n) en/of
- die [minderjarige 1] en/of (de zich noemende) [minderjarige 2] en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) in een club en/of kamer heeft/hebben geplaatst of laten plaatsen, althans een club en/of kamer voor haar heeft geregeld of laten regelen, en/of
- die [minderjarige 1] en/of (de zich noemende) [minderjarige 2] en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) (telkens) heeft/hebben gebracht en gehaald en/of laten brengen en/of halen naar haar club en/of kamer en/of
- die [minderjarige 1] en/of (de zich noemende) [minderjarige 2] en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) als prostituee heeft/hebben laten werken, althans seksuele handelingen heeft/hebben laten verrichten en/of ondergaan en/of haar werktijden heeft/hebben bepaald, en/of
- die [minderjarige 1] en/of (de zich noemende) [minderjarige 2] en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) voor die prostitutiewerkzaamheden (grote) verdiensten in het vooruitzicht heeft gesteld en/of
- die [minderjarige 1] en/of (de zich noemende) [minderjarige 2] en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) onder controle heeft/hebben gehouden en/of laten houden, en/of
- die [minderjarige 1] en/of (de zich noemende) [minderjarige 2] en/of (een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s) (een groot deel van) de verdiensten uit de prostitutie aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) heeft/hebben laten afdragen;
art. 273f Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 17 februari 2009 in de gemeente Weert en/of elders in Nederland en/of Bulgarije en/of Roemenië en/of Hongarije en/of elders in Europa, tezamen en in vereniging met met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens):
A.
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of L. Molnar ([slachtoffer 3]) en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] (Judith) en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) door dwang en/of geweld en/of een of meer andere feitelijkheden of door dreiging met geweld of een of meer andere feitelijkheden en/of door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap had over die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en), heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) (sub 1°) en/of
B.
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of L. Molnar ([slachtoffer 3]) en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] (Judith) en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) heeft aangeworven en/of medegenomen, met het oogmerk die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handeling(en) met of voor een derde tegen betaling (sub 3°) en/of
C.
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of L. Molnar ([slachtoffer 3]) en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] (Judith) en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) met een van de onder A genoemde middelen heeft gedwongen dan wel bewogen hem verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) met of voor een derde (sub 9°)
bestaande de hierboven omschreven handelingen hieruit dat verdachte en/of verdachtes mededader(s), meermalen, althans eenmaal, (telkens):
- ( een) advertentie(s) heeft (laten) plaatsen om vrouwen te verwerven en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) vanuit het buitenland (Hongarije en/of Bulgarije) naar Nederland heeft/hebben vervoerd en/of overgebracht en/of doen en/of laten vervoeren en/of overbrengen, en/of de kosten voor deze reis is/zijn betaald door verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) onderdak heeft/hebben verschaft en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) in een kwetsbare positie heeft/hebben gebracht en/of gehouden doordat zij de Nederlandse taal niet machtig was en niet (volledig) over haar/hun inkomsten beschikte(n) en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) in een club en/of kamer heeft/hebben geplaatst of laten plaatsen, althans een club en/of kamer voor haar heeft geregeld of laten regelen, en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) (telkens) heeft/hebben gebracht en gehaald en/of laten brengen en/of halen naar haar club en/of kamer en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en)als prostituee heeft/hebben laten werken, althans seksuele handelingen heeft/hebben laten verrichten en/of ondergaan en/of haar werktijden heeft/hebben bepaald, en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en)voor die prostitutiewerkzaamheden (grote) verdiensten in het vooruitzicht heeft gesteld en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en)onder controle heeft/hebben gehouden en/of laten houden, en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of
[slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en)(een groot deel van) de verdiensten uit de prostitutie aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) heeft/hebben laten afdragen.
art. 273f Wetboek van Strafrecht
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.

3.De voorvragen

De raadsman heeft betoogd dat de dagvaarding op een aantal onderdelen nietig behoort te worden verklaard.
A.
Ten aanzien van het onder feit 1 onder A, B en C ten laste gelegde heeft de raadsman betoogd dat er ten aanzien van (de zich noemende) [minderjarige 2] sprake is van innerlijke tegenstrijdigheid, immers [minderjarige 2] is daadwerkelijk een bepaald persoon en nu lijkt het of de in de tenlastelegging genoemde persoon geheel iemand anders is.
De rechtbank is van oordeel dat de tenlastelegging op dit onderdeel voldoende duidelijk is om de verdachte de gelegenheid te bieden zich tegen het tenlastegelegde te verdedigen en voldoet aan de eisen die daaraan ingevolge het gesteld in artikel 261 van het Wetboek van Strafrecht dienen te worden gesteld. De rechtbank verwerpt het verweer.
B.
Ten aanzien van het onder feit 1 onder A, B en C vermelde zinsdeel “(een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s)” behoort volgens de raadsman de dagvaarding nietig te worden verklaard, gelet op de veel te ruime periode die is opgenomen. De dagvaarding betreft hierdoor een zogenaamde “catch all-dagvaarding”, waardoor niet duidelijk is waartegen verdachte zich moet verdedigen.
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de zeer ruim tenlastegelegde periode, niet duidelijk is waar de aanduiding “(een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s)” op doelt, zodat de tenlastelegging ten aanzien van de zinsnede “(een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s)” nietig zal worden verklaard.
C.
De raadsman heeft betoogd dat de feitelijke handelingen die onder feit 1 onder C en feit 2 onder C onder de negen gedachtestreepjes worden omschreven geen seksuele handelingen zijn waarnaar zij blijkens de dagvaarding wel verwijzen. Dit dient –aldus de raadsman- te leiden tot nietigheid van de dagvaarding nu er sprake is van een obscuur libel.
De rechtbank verwerpt dit verweer van de raadsman. De rechtbank leest de onder de negen gedachtestreepjes omschreven handelingen niet alleen als verfeitelijking van de onder feit 1 sub C respectievelijk feit 2 onder C genoemde seksuele handelingen, maar als een verfeitelijking van de door verdachte en/of zijn mededader(s) verrichte handelingen zoals ook omschreven onder sub A, sub B en sub C, kort gezegd alle handelingen die ten dienste staan van bevoordeling door seksuele handelingen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het op dit punt onder feit 1 onder C respectievelijk feit 2 onder C in de tenlastelegging gestelde voldoet aan de eisen die daaraan ingevolge het gestelde in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering dienen te worden gesteld. Naar het oordeel van de rechtbank is de tenlastelegging, in combinatie met het onderliggende dossier, noch in zijn geheel noch op onderdelen inconsistent en dus voldoende duidelijk om de verdachte de gelegenheid te bieden zich tegen het tenlastegelegde te verdedigen.
D.
Ten aanzien van het onder feit 2 onder A, B en C vermelde zinsdeel “(een) onbekend gebleven perso(o)n(en)” behoort volgens de raadsman de dagvaarding nietig te worden verklaard omdat, gelet op de ruime periode die is opgenomen niet duidelijk is waartegen verdachte zich moet verdedigen.
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de zeer ruim tenlastegelegde periode, niet duidelijk is waar de aanduiding “(een) onbekend gebleven perso(o)n(en)” op doelt, zodat de tenlastelegging ten aanzien van deze zinsnede nietig zal worden verklaard.
De rechtbank zijn voor het overige geen omstandigheden gebleken op grond waarvan de dagvaarding nietig behoort te worden verklaard.
Bij het onderzoek ter terechtzitting:
  • is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
  • zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen;
  • zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
4.
De beoordeling van het bewijs [1]
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 ten aanzien van [minderjarige 2] en [minderjarige 1] ten laste gelegde kan worden bewezen verklaard. Voor een derde minderjarige is geen bewijs voorhanden, zodat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de officier van justitie gesteld dat er ten aanzien van [slachtoffer 6], [slachtoffer 8], [slachtoffer 7] en [slachtoffer 4] voldoende wettig en overtuigend bewijs is van uitbuiting door middel van dwang, psychische druk, misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, misbruik van kwetsbare positie en het voordeel trekken, als bedoeld onder A en C. Ten aanzien van [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en drie onbekend gebleven personen is er geen bewijs van uitbuiting, zodat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Voor het onder B ten laste gelegde aanwerven is er voldoende wettig en overtuigend bewijs ten aanzien van [slachtoffer 4], [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en drie onbekend gebleven personen. Ten aanzien van de andere vrouwen blijkt niet dat verdachte of de medeverdachte bij het aanwerven van hen enige rol heeft gespeeld, zodat hij hiervan moet worden vrijgesproken.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van alle onderdelen van de tenlastelegging dient te worden vrijgesproken. Voor zover de door de raadsman gevoerde verweren voor de door de rechtbank te nemen beslissingen relevant zijn, zal hier in de overwegingen nader op worden ingegaan.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraakoverwegingen
Ten aanzien van feit 1.
Onder 1 is ten laste gelegd dat verdachte en/of zijn mededader(s) de minderjarige (zich noemende) [minderjarige 2] - kort gezegd - heeft gehuisvest, ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen en/of voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van die (zich noemende) [minderjarige 2].
In het dossier bevinden zich verklaringen en andere bewijsmiddelen waaruit valt af te leiden dat in de tenlastegelegde periode een meisje op de [adres 1] heeft verbleven en in de club [naam club 1] heeft gewerkt, welk meisje gebruik heeft gemaakt van een identiteitskaart op naam van [minderjarige 2], geboortedatum [geboortedatum 2]. In het dossier bevindt zich voorts een verklaring van [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2], afgelegd ten overstaan van de rechter-commissaris op 2 juni 2010, inhoudende dat [naam 1] in de zomer van 2008 haar identiteitskaart wilde lenen om een Hongaars meisje naar het buitenland te brengen, dat haar identiteitskaart even later ontvreemd was en dat zijzelf nooit in Nederland is geweest. De rechtbank leidt hieruit af dat een persoon die gebruik heeft gemaakt van de identiteitskaart van [minderjarige 2] met [naam 1] naar Nederland is gekomen, op de [adres 1] heeft verbleven en in Club [naam club 1] heeft gewerkt. Uit het dossier blijkt niet dat deze persoon ten tijde daarvan minderjarig was. Verdachte moet op grond daarvan worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde, voor zover dit betrekking heeft op [minderjarige 2].
Voorts bevinden zich in het dossier geen bewijsmiddelen waaruit valt af te leiden dat [minderjarige 1] daadwerkelijk werkzaam is geweest in de prostitutie. Op grond daarvan moet verdachte worden vrijgesproken van het onder 1B en onder 1C tenlastegelegde.
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank constateert ten aanzien van de verklaringen van [slachtoffer 8] dat deze in grote mate afwijken van de overige verklaringen in het dossier. Deze afwijking is zodanig dat de verklaringen naar het oordeel van de rechtbank onbetrouwbaar en niet bruikbaar voor het bewijs zijn. De rechtbank acht het tenlastegelegde, voor zover dit betrekking heeft op [slachtoffer 8], niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken. Gelet hierop ziet de rechtbank ook geen aanleiding om in te gaan op het voorwaardelijk verzoek van de raadsman om het aan de verklaringen van [slachtoffer 8] ten grondslag liggende dossier aan het onderhavige dossier toe te doen voegen.
De bewijsmiddelen
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierna vermelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft.
De genoemde geschriften zijn slechts gebruikt in verband met de inhoud van de overige bewijsmiddelen
Ten aanzien van de feiten 1 en 2.
Aanleiding [2] :
Bij de politieregio Limburg-Noord zijn in de periode 23 januari 2006 tot en met december 2008 diverse meldingen geregistreerd met betrekking tot mogelijk gedwongen prostitutie, waarbij in een aantal gevallen mogelijk minderjarige meisjes betrokken zijn. Volgens informatie worden deze werkzaamheden verricht vanuit de navolgende locaties:
1. [adres 1] (voormalige club [naam club 2]). Dit bedrijf staat bij de kamer van Koophandel ingeschreven als pension/kamerverhuurbedrijf.
2. Club [naam club 1], gevestigd te [vestigingsplaats], [adres 2]. Dit bedrijf staat bij de kamer van Koophandel ingeschreven als privéhuis/club escortbedrijf alsmede erotische massage.
3. Escortbedrijf [naam escortbedrijf], gevestigd te [vestigingsplaats], [adres 2]. Dit bedrijf adverteert onder andere via lokale kranten zoals de Trompetter en andere regiokranten. Tevens wordt er geadverteerd via onder andere twee internetsites genaamd: www.kinkv.nl, en www.hookers.nl.
Bovengenoemde locatie [adres 1] (voormalige club [naam club 2]) is eigendom van [verdachte], geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats], wonende te 6002 AB [adres 1].
Bovengenoemde Club [naam club 1] en Escortbedrijf [naam escortbedrijf] zijn eigendom van [medeverdachte], geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats], wonende te [adresgegevens medeverdachte].
[medeverdachte] verklaart op 17 februari 2009 [3] :
Ik ben vergunninghoudster van club [naam club 1]. Omstreeks 20.00 uur ga ik met de meisjes naar de club. Normaal blijf ik dan tot ongeveer 01.00 uur. Dan ga ik weer naar huis. De meisjes werken als zelfstandige in de club [naam club 1]. De telefoon met het nummer [XX-XXXXXXXX 1] heb ik ongeveer een jaar of iets langer. Dat kan ook twee jaar zijn. Het mobiele nummer [XX-XXXXXXXX 2] heeft waarschijnlijk in de krant gestaan. Het is dan door mij in de krant gezet. Het nummer werd gebruikt om dames voor escortservice te bestellen. Ik heb die escortservice ongeveer zes maanden geprobeerd en ben daarmee gestopt in december 2008.
[medeverdachte] verklaart op 17 februari 2009 [4] :
[slachtoffer 6]is een Hongaars meisje. Zij is heel kort bij ons geweest.
[slachtoffer 5] ken ik al drie jaar ongeveer. [slachtoffer 4] is bij ons thuis op de [adres 1]. Het is ook een Roemeens meisje.
[slachtoffer 2] is een pittige tante. Ze is 26 jaar oud. Het is een Roemeens meisje
[naam 2] is een Roemeense jongen. Hij was samen met [naam 3]. [naam 3] is nu thuis in Roemenië.
[naam 2] is [naam 2].
[slachtoffer 3] is een leuke vrouw.
[naam 4] is een idioot. Ik ken hem van vier jaar geleden. Hij kwam toen met zijn meisje naar ons. [naam 4] is een Hongaarse man.
[naam 5] is een Hongaar. [slachtoffer 6] is samen met de oudste zoon van [naam 5].
[naam 3] is het meisje van [naam 2]. Dat is een Roemeens meisje.
[naam 6] heeft ongeveer twee jaar bij ons gewerkt met tussenpozen.
[medeverdachte] verklaart op 17 februari 2009 [5] :
In de club werken de meisjes en ik ben daar alleen aanwezig. Op dit moment werken daar [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] als prostituee. Alle Hongaarse en Roemeense meisjes waar we over gesproken hebben, hebben voor korte of langere tijd in de club gewerkt als prostituee. De meisjes doen aan seksuele dienstverlening. Ook doen de meisjes drankjes serveren aan de klanten. De meisjes slapen op de [adres 1]. Zij huren daar een kamer bij pap. Ze worden door pap naar de club gebracht vanaf de [adres 1]. Ik breng ze na het werk terug naar de [adres 1].
De meisjes komen naar de bar en stellen zich aan de klant voor. Vervolgens kiest de klant een meisje uit. De klant betaalt dan aan het meisje het betreffende bedrag en gaat met haar naar de kamer. De richtprijzen zijn voor 15 minuten 50 euro, 70 euro voor een half uur en 100 euro voor een uur. In de club kost een cocktail 20 euro waarvan de helft voor het meisje. Het eerste biertje is gratis in de club om de klant binnen te houden. Normaal kost een drankje 5 euro. De verdeling van de inkomsten is op 50/50 basis voor de kamerhuur. De provisie over de gedronken drankjes gaat ook op 50/50 basis. Er wordt vanuit de club ook escort gereden. Ik rijd zelf ook wel eens met de escort. Als mijn vader niet kan dan rijd ik ook met de meisjes naar de klanten toe. Normaal rijdt mijn vader. De verdienste voor een escort is 100 euro per uur. Ik ben niet in dienstbetrekking bij mijn vader. Ik leef wel op kosten van pap. Ik ben ongeveer acht jaar geleden uitbaatster geworden van club [naam club 1] in [vestigingsplaats]. Mijn vader heeft de inkomsten van club [naam club 1].
Wij hebben voor de club geadverteerd in weekblad De Trompetter voor de regio Weert en Roermond en omstreken. Deze advertenties werden door mij in de Trompetter geplaatst. De advertenties in de Trompetter waren zowel voor de club alsook voor de escortservice. Ook mijn vader ging wel eens advertenties plaatsen bij de Trompetter.
[medeverdachte] verklaart op 18 februari 2009 [6] :
Ik heb dagelijks contact met pap via de telefoon. Als er overdag gebeld wordt voor een escort dan wordt er met de dames naar de klanten gereden, ook vanuit de [adres 1]. De condooms worden door de zaak betaald. Officieel is het zo dat de meisjes voor de huur van de kamer gelegen aan de [adres 1] 200 euro betalen per maand. Er wordt echter geen geld gevraagd door pap als ze dat niet hebben als er bijvoorbeeld geen werk is.
[medeverdachte] verklaart op 25 februari 2009 [7] :
In de maand januari hadden we nog maar twee meisjes werken. Dat waren [slachtoffer 4] en [slachtoffer 2]. Ik ben naar Brascov gegaan. Dit ligt in Roemenië. Ik wilde aldaar een advertentie in de krant gaan zetten. Dit had ik besproken met de vriend van [naam 7]. De globale inhoud van deze advertentie was dat wij meisjes zochten die legaal in Nederland wilden werken. Bij deze advertentie zou mijn gsm-nummer [XX-XXXXXXXX 1] komen te staan. Ik heb die vriend 20 euro gegeven om deze advertentie te plaatsen. [naam 7] heeft daar gewerkt in de prostitutie. Toen ik met [naam 7] in een café zat in Brascov is er een meisje naar mij toe gekomen. [naam 7] en ik hebben samen gepraat in het Roemeens. Dit meisje wilde wel naar Nederland komen om bij ons in de club legaal te gaan werken. Ik ben ongeveer 10 dagen weggeweest. Ik heb [slachtoffer 5] afgezet in Debrecen. Ik ben vanuit Brascov naar Medias gereden.
Iemand met de naam [slachtoffer 1] heeft contact met mij gezocht. [slachtoffer 1] had mij gebeld in de maand januari van dit jaar. Zij had mij gevraagd of zij bij mij mocht komen werken. Volgens mij zijn we op een dinsdagmorgen vertrokken zo rond de klok van halfzeven in de morgen. Zij vroeg aan mij of zij met mij mee terug kon naar Nederland. Wij zijn toen in de nacht van woensdag op donderdag om twee uur aangekomen. Ik ben toen met [slachtoffer 1] en haar vriend naar mijn huis in [adresgegevens medeverdachte] gereden. Ik heb mijn vader gebeld, die is toen [slachtoffer 1] en haar vriend komen ophalen en heeft hun naar de [adres 1] gebracht. Mijn vader [verdachte] heeft de reis Roemenië en Hongarije betaald.
Ten aanzien van feit 1 voorts.
Een geschrift met het opschrift ‘Registratie PL2300_08134890_BPS Limburg-Noord” houdt onder meer in [8] :
Omschrijving vrije mutatie. Periode begin 07-11-2008, 15:10:00. Gerelateerde locatie: Reuver, Stationstraat.
Kregen wij de melding dat er op station Reuver drie Hongaren zonder treinkaartje aan het reizen waren. Hadden geen geld. Ter plaatse zagen wij drie Hongaren met enkel een ID-kaart. Hadden geen geld. In overleg met VD naar Venlo. Aldaar gebeld met ene [verdachte] ([adres 1]), blijkbaar een club. Deze had de drie Hongaren al een paar weken onderdak geboden. Dit was gratis geweest. Hem uitgelegd dat er 117,90 Euro betaald moest worden voor het zwartreizen. Gaf aan direct naar Venlo te komen OM TE BETALEN.
Omschrijving vrije mutatie 11-11-2008, 09.07. Gerelateerde locatie: Reuver Stationstraat.
Op 7 november 2008, omstreeks 17.00 uur, werd aan het bureau Venlo-centrum door BE [medeverdachte] 120,00 euro betaald in verband met de boetes die alle drie de be’s hadden gekregen terzake het zwartrijden in de trein van Veolia.
Personen:
[naam 8], geboortedatum [geboortedatum 4]. Gerelateerde locatie: [adres 1];
[minderjarige 2], geboortedatum [geboortedatum 2]. Gerelateerde locatie: [adres 1]; [minderjarige 1], geboortedatum [geboortedatum minderjarige 1], gerelateerde locatie: [adres 1].
De verbalisant [verbalisant 1] verklaart op 3 maart 2009: [9]
Op 7 november 2008, omstreeks 13.16 uur werd bij de regiopolitie Limburg-Noord de melding ontvangen dat op het station in Reuver drie Hongaarse personen zonder treinkaartje aan het reizen waren. Naar aanleiding van deze melding is een patrouille van de regiopolitie ter plaatse gegaan. Ter plaatse werden een tweetal Hongaarse meisjes en een Hongaarse jongen aangetroffen. De personen waren in het bezit van een Hongaarse identiteitskaart. Het betrof de volgende personen: [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum minderjarige 1] te Debrecen (Hongarije), [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] te Debrecen (Hongarije) en [naam 8], geboren op 19 augustus 1985 te Debrecen (Hongarije). Na verder onderzoek bleek dat de drie Hongaarse personen verbleven op de [adres 1]. Door personeel van de Regiopolitie is contact opgenomen met [verdachte]. Hij deelde telefonisch mede dat hij al enige weken gratis onderdak had geboden aan de Hongaarse personen. Aan [verdachte] werd medegedeeld dat er een boete betaald moest worden voor het zwartrijden. [verdachte] gaf aan dat hij direct naar Venlo zou komen om de boete te betalen. Op 7 november 2008 omstreeks 17.00 uur verscheen op het bureau van de Regiopolitie te Venlo een persoon genaamd [medeverdachte]. Door haar is de boete van de drie Hongaarse personen betaald.
Op donderdag 26 februari 2008 is [medeverdachte] gehoord.
[medeverdachte] verklaart op 26 februari 2009 [10] :
Op 7 november 2008 ben ik gebeld door iemand. Ik moest naar het politiebureau in Venlo gaan om een boete te betalen. Deze mensen zaten zonder ticket op de trein. Ik heb de bekeuring betaald. Ik heb dat geld teruggekregen van de Hongaarse mensen die op de [adres 1] wonen.
[medeverdachte] verklaart op 2 maart 2009 [11] :
A: Ze zijn aan komen waaien. Ze hadden aan pap gevraagd of ze tijdelijk onderdak konden hebben. De meisjes die in de club werkten vertelden mij dat er weer een paar waren. Ik begreep dat er nieuwe meisjes waren. Pap was er niet blij mee.
Verbalisanten: Een van deze personen genaamd [minderjarige 1] was geboren op [geboortedatum minderjarige 1]. Zij was dus 15 jaar toen zij werd aangehouden. Wat heeft u hierover te verklaren?
A: Ze zag er niet uit als 15 jaar. Ik wist dat pap die weg wilde hebben.
[naam 1] verklaart op 2 juni 2010 [12] .
Ik wens u te vertellen dat ik eind november 2008 in Nederland ben geweest met mijn toenmalige vriendin [minderjarige 1]. We zijn met een kennis, [naam 9] vertrokken vanuit Debrecen naar Boedapest. We zijn doorgereden naar Antwerpen. Ik heb verzonnen om naar Nederland te gaan, naar Weert waar ik een kennis had die [verdachte] heet, hij had een eigen huis aan de [adres 1]. Hier woonde ook de vrouw van [verdachte]. Ze hebben drie kinderen, een van hen heet [medeverdachte]. Ik was samen met [minderjarige 1] de trein ingestapt, in de trein zijn we een meisje tegengekomen dat ik al eerder kende. Zij is samen met ons naar de politie gebracht. De politie heeft gezegd dat we een boete van 175 euro moesten betalen voor het reizen zonder kaartje en dat we onze identiteitskaart pas terug zouden krijgen als we de boete hadden betaald. Ik kon het bedrag niet betalen, daarom heb ik de politieagenten de naam van [verdachte] gegeven en het adres [adres 1], zodat ze contact met hem konden opnemen om ons te helpen door de boete voor ons te betalen. Zo’n drie uur later was de dochter van [verdachte], [medeverdachte], aangekomen, ze heeft de 175 euro aan de politie betaald. [medeverdachte] is naar het politiebureau gekomen in een Opel Vectra en hiermee heeft ze ons meegenomen naar Weert, naar [verdachte]. Toen we in Weert aankwamen vertelde ik tegen [verdachte] wat er gebeurd was en ik heb hem gevraagd ons werk en onderdak te geven om net zo veel bij elkaar te kunnen verdienen om samen met [minderjarige 1] terug te kunnen naar Hongarije. [verdachte] ging hiermee akkoord. Aan de achterkant van het huis op de begane grond woonden wij in een kamer. Ik ben 2-3 weken in het huis van [verdachte] verbleven, vervolgens zijn we met [minderjarige 1] naar huis gereisd. [verdachte] en [medeverdachte] wisten wel dat [minderjarige 1] die in mijn gezelschap verkeerde, toen nog slechts 15 jaar was, dit heb ik namelijk zelf aan hun verteld.
Vraag verbalisanten: U heeft gezegd dat zowel [verdachte] als [medeverdachte] wisten dat [minderjarige 1] slechts 15 jaar was. Heeft u en [minderjarige 1] haar identiteitskaart aan hun laten zien?
A: Ja, ze hebben het zelfs even meegenomen en al na ongeveer een uur hebben ze hem ook teruggebracht en teruggegeven aan [minderjarige 1].
[naam 4] verklaart op 28 april 2009 op vragen van de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] [13] :
Verbalisanten:: Wij verbalisanten toonden een foto van [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum minderjarige 1].
A: Zij was een van de meisjes die door [naam 10] naar [verdachte] is gebracht. Dat was volgens mij in de zomer 2008, mogelijk in september. Dit is volgens mij [naam 11]. Ik heb gezien dat [medeverdachte] haar vaker naar de club [naam club 1] heeft gebracht.
[slachtoffer 5] verklaart op 17 juni 2009 op vragen van de verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] [14] :
Verbalisanten: Wij laten [slachtoffer 5] de foto zien van [minderjarige 2].
A: Dit meisje heb ik wel gezien. Dit was in de maand augustus 2008 in Debrecen. Zij was toen in gezelschap van een manspersoon, genaamd [naam 1]. De echte naam van deze persoon is [naam 1]. Later heb ik van [medeverdachte] en [slachtoffer 3] gehoord dat deze [naam 1] met twee minderjarige meisjes naar Nederland is gekomen, waaronder degene die ik herken van de foto.
V: Hoe weet u dat deze meisjes minderjarig waren?
A: Dit is mij door [medeverdachte] verteld. Ook vertelde ze me dat een van de meisjes vervalste papieren bij zich had.
Relaas verbalisanten: Als bijlagen worden bij het proces-verbaal gevoegd: een fotokopie betreffende [minderjarige 2] en een fotokopie betreffende [minderjarige 1].
Als
bijlagenbij het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 5] zijn gevoegd fotokopieën van een foto met het opschrift [minderjarige 1], [geboortedatum minderjarige 1], en een foto met het opschrift [minderjarige 2], [geboortedatum 2]. [15]
Ten aanzien van feit 2 voorts.
[slachtoffer 1] verklaart op 17 februari 2009 [16] :
Ik woon sinds een half jaar bij mijn vriend [naam 12] in de stad Copsa Mica. Voor die tijd was ik woonachtig bij mijn ouders. Daar wonen nu nog mijn vader, moeder, broer van 22 jaar en zusje van 7 jaar en de moeder van mijn vader. Het appartement is eigenlijk een grote ruimte met badkamer en keuken. De moeder van mijn vader is gedeeltelijk verlamd en wordt bij ons verzorgd. Daardoor krijgt het gezin een uitkering. Mijn vader is afgekeurd. Hierdoor krijgt mijn vader een uitkering. Samen is dit ongeveer 12.300.000 Lei (42.000 Lei is ongeveer 1 euro). In april 2008 heb ik bij de bank op mijn naam een lening afgesloten voor een bedrag van 100.000.000 Lei. Ik moet hiervoor maandelijks een bedrag van 2.000.000 Lei terugbetalen en dit over een periode van 10 jaar. Dit geld was bedoeld voor het opknappen van het appartement van mijn ouders. Ik was de enige die een lening kon krijgen. Ik ben momenteel twee à drie maanden achter met betalen.
V: Hoe ben jij vanuit Roemenië naar Nederland gekomen?
A: Dit is geregeld door [medeverdachte]. Ik heb enkele malen telefonisch contact gehad met [medeverdachte]. In verband met taalproblemen werden wij daarbij geholpen door [naam 13], een jongen die bij [medeverdachte] werkt. Tijdens deze gesprekken vertelde [medeverdachte] mij dat zij op zoek was naar dames voor de prostitutie in Nederland en vroeg zij mij meerdere malen om in Nederland te komen werken. [medeverdachte] vertelde dat ik daar dan kon komen werken en wat ik dan moest doen. Ik moest met mannen meegaan en het met mannen doen. De mannen konden mij voor een half uur of een uur boeken, waarna ik met hun naar een kamer moest gaan om seks met hun te hebben. Ik heb besloten dit te doen. [medeverdachte] is de dochter van [verdachte]. Tijdens een van onze telefoongesprekken vertelde [medeverdachte] dat zij naar Roemenië zou komen om mij te bekijken.
Wij spraken af om elkaar te ontmoeten in een café in een dorp tussen Copsa Mica en Axente Sevr. Dit heeft vier dagen voordat wij naar Nederland vertrokken plaatsgevonden. [medeverdachte] vertelde dat zij in Nederland een club had. Daarbij was het de bedoeling dat ik in de club voor de klanten zou dansen en eventueel seks met hun zou hebben. [medeverdachte] zou mij en mijn vriend meenemen naar Nederland. Hiervoor hoefden wij niets te betalen. In Nederland zou [medeverdachte] onderdak voor mij regelen. Ik zou voor de kamer, waar ik kon wonen, 50 euro huur per week moeten betalen. Verder zou ik de helft van de verdiensten van de klant krijgen. Op 9 februari 2009, omstreeks 08.30 uur, heeft [medeverdachte] mij en mijn vriend [naam 12] met een auto opgehaald in Copsa Mica. [medeverdachte] heeft de hele rit naar Nederland gereden. In de nacht van dinsdag 10 februari op woensdag 11 februari kwamen wij omstreeks 02.30 uur bij de woning van [medeverdachte] in Nederland aan. Daar heeft zij haar vader gebeld. Deze heeft mij en mijn vriend [naam 12] opgehaald en naar de woning gebracht waar wij vanmorgen door de politie werden aangetroffen. Ik kon als prostituee in de woning van [verdachte] werken. Op de woensdag dat ik in Nederland aankwam, heb ik mijn eerste klant gehad. In totaal heb ik daar ongeveer vijf klanten gehad. De klanten belden iedere keer bij de woning van [verdachte] aan. [verdachte] kwam dan naar beneden om de deur te openen en de klanten te ontvangen. Soms betaalden de klanten aan mij en soms aan [verdachte]. Daarna gaven wij elkaar de helft van het geld. Ik heb hier ongeveer 450 euro mee verdiend.
In de woning van [verdachte] heb ik [slachtoffer 4] leren kennen. [slachtoffer 4] vertelde mij dat zij door [medeverdachte] was geholpen en dat zij vroeger in de tippelzone in Roemenië had gewerkt. [slachtoffer 4] werkt al langere tijd voor [verdachte] en [medeverdachte] in de prostitutie.
[slachtoffer 2] verklaart op 12 oktober 2009 [17] :
Ik ken [verdachte] en [medeverdachte] ongeveer 4 jaar. Een vriendin vertelde mij in Roemenië dat zij in Nederland was geweest en dat zij daar veel meer kon verdienen dan in Roemenië. Ik werkte toen in Roemenië in de prostitutie. Zij heeft mij de naam van [verdachte] gegeven. Ik heb toen telefonisch contact met [verdachte] opgenomen en hem gevraagd of hij een kamer beschikbaar had in Nederland. Thuis bij [verdachte], aan de [adres 1], heb ik een kamer gehuurd waarvoor ik 33 euro per week moest betalen aan [verdachte]. Ik werkte in club “[naam club 1]” in [vestigingsplaats]. Voor een half uur betaalde een klant 70 euro, voor een uur 100 euro. Er waren kamers in de club waar ik mijn werk kon doen. Ik heb daar vier jaar gewerkt. Aan [verdachte] betaalde ik de huur van de kamer aan de [adres 1]. Dat was 30 euro per week. Ik moest wekelijks onkosten betalen. Ik denk dat dit ongeveer 150 euro per week was. In de club leek [medeverdachte] de baas maar het zou ook kunnen dat [verdachte] de baas was. [medeverdachte] heeft mij uitgelegd hoe ik me met een klant moest gedragen.
Op de vraag of ik ook als escort werkte zeg ik dat ik wel soms met een klant vanuit de club mee naar huis ging.
[slachtoffer 2] verklaart op 17 februari 2009 [18] :
In 2007 had ik twee kinderen. Ik werkte en verdiende ongeveer 8.000.000 Ley, dat is ongeveer 200 euro per maand. Ten ik zag dat ik te weinig had in de maand om mijn kinderen te verzorgen ben ik in Roemenië in de prostitutie gegaan. Ik verdiende per klant ongeveer 500.000 Ley, ongeveer 15 à 20 euro. Ik had ongeveer 5 à 6 klanten per dag. Ergens in 2007 ben ik hiermee gestopt. Een vriendin had mij verteld dat ze hier werkte en door haar ben ik geïntroduceerd. Met hier bedoel ik de [adres 1]. Ik ben samen met deze vriendin met een touringcar vanuit Medias in Roemenië naar Duitsland gereisd. Volgens mij was de eindbestemming Frankfurt. Hier in Frankfurt werden mijn vriendin en ik door [verdachte] opgehaald. De kosten van de busreis waren 95 euro. Dit is door [verdachte] betaald omdat ik dat geld zelf niet had. Ik heb dit bedrag later terugbetaald aan [verdachte]. [verdachte] vroeg mij of ik wist wat ik in Nederland ging doen. Ik heb hem verteld dat ik wist wat ik in Nederland ging doen. Ik wist dat [verdachte] een seksclub had in Nederland genaamd [naam club 1] en dat hij ook een escortservice had. We zijn vanuit Duitsland met de auto van [verdachte] naar de [adres 1] gereden. Ik kreeg van [verdachte] op de locatie [adres 1] een kamer aangeboden. Het was volgens mij in juni 2007. Er zijn met [verdachte] afspraken over het werk gemaakt.
Omstreeks 19.30 à 20.00 uur ’s avonds gaat club [naam club 1] open. Deze club ligt in [vestigingsplaats]. [verdachte] neemt mij en de andere dames mee in de auto naar club [naam club 1] in [vestigingsplaats]. De club is tot 00.00 uur of 00.30 uur open vrijdagavond is de club tot 02.00 à 02.30 uur open. Als een klant 100 euro betaalt voor een uur dan krijgt [verdachte] de helft, als een klant 70 euro betaalt voor een half uur dan krijgt [verdachte] ook de helft. 50% van de kosten van de klant zijn voor mij en de rest voor [verdachte].
[verdachte] en [medeverdachte] werken samen in de club. [verdachte] is volgens mij de baas van de club [naam club 1] en [medeverdachte] helpt [verdachte] in de club. Als [verdachte] verhinderd is dan heb ik contact met [medeverdachte]. Voor mij is een goede week als ik drie klanten per dag heb gehad en dat betekent ongeveer 600 tot 800 euro in de week. Hier heb ik de kosten van [verdachte] al van afgehaald. [verdachte] vindt dat we bij hem moeten wonen op de [adres 1]. Het is wel eens voorgekomen dat een klant om mij vroeg, dan werd ik door [verdachte] naar een klant gebracht en dan weer terug.
[slachtoffer 2] verklaart op 18 februari 2009 [19] :
[verdachte] maakt afspraken met de klant voor de club [naam club 1] of voor de escort. Ik heb [verdachte] aangegeven dat ik liever geen klanten wilde ontvangen op de [adres 1]. Ik heb wel klanten ontvangen op de [adres 1]. Dit was slechts twee keer sinds ik bij [verdachte] werk. Als een klant naar de [adres 1] kwam voor mij dan ging ik met deze klant naar een hotel in Weert dat naast het station ligt. Ik ging dan met [verdachte] naar het hotel in Weert. De klant betaalde dan de hotelkamer in Weert en verder werden de normale tarieven gehanteerd. Als een klant naar de [adres 1] kwam en een ander meisje mooier vond dan bleef hij met die dame op de [adres 1]. De andere dames ontvingen wel op de [adres 1]. Ik stop niet met het werk omdat ik het geld nodig heb.
Het zou kunnen dat meisjes vanuit het tippelen op straat in Medias op de een of andere manier in Europa terechtkomen waarvan een aantal op de [adres 1]. Meestal doen deze dames dit uit financiële nood. Dit komt door het feit dat wij tippelen in de buurt van het Hotel Central te Medias. De meeste meisjes die ik ken hebben getippeld bij Hotel Central te Medias. Ikzelf ook. Toen ik hier naartoe kwam om bij [verdachte] te werken ongeveer juni 2007 was [slachtoffer 5] er al. Ik heb [slachtoffer 3] op de [adres 1] ontmoet. Zij werkte ook voor [verdachte]. [slachtoffer 6] is een Hongaars meisje dat bij [verdachte] gewerkt heeft.
[slachtoffer 3], gehuwd geweest met [naam 14], verklaart op 17 februari 2009 [20] :
Ik ben geboren in Debrecen, Hongarije. Ik heb op de markt gewerkt als verkoopster. Ik verdiende ongeveer 400 euro in de maand. Ik kon hier niet goed van rondkomen. Ik heb namelijk twee kinderen. Ik verdiende thuis niet goed en ik wist dat er in Nederland geld te verdienen viel in de prostitutie. Ik ben uiteindelijk met een meisje genaamd [slachtoffer 5] in contact gekomen en via haar naar Nederland gekomen. Ik wist dat ik de reiskosten en de kamerhuur zelf moest betalen. De reis werd voorgeschoten en moest ik terugbetalen. De kosten hiervan waren hetzelfde als een buskaart van Hongarije naar Nederland namelijk 170 euro. De kamer kon ik huren voor 50 euro per week. Ik wist in Hongarije dat ik het geld moest terugbetalen aan [verdachte]. Ik ben op 8 september 2008 met de auto naar Nederland gekomen, met [slachtoffer 5] en een onbekende man die chauffeur was. We zijn naar de [adres 1] gereden. [slachtoffer 5] vertelde mij dat [verdachte] mijn baas zou zijn. [slachtoffer 5] vertelde mij dat ze zelf al twee jaar gewerkt had met [verdachte]. Ik wist in Hongarije al dat ik in club [naam club 1] zou gaan werken. De baas in de club is [medeverdachte], de dochter van [verdachte]. Ik moest in de club werken van ’s avonds 19.00 uur tot ’s nachts 02.00 uur op maandag tot en met zaterdag. Als er een escort was dan werden wij opgehaald en gebracht. In totaal verbleven er zeven vrouwen op de [adres 1] met mij erbij. De Hongaarse betreffen [slachtoffer 5], [naam 15] en ikzelf, de Roemeense vrouwen [slachtoffer 4], [slachtoffer 2], [naam 6], [naam 16] en [naam 3].
[slachtoffer 3] verklaart op 18 februari 2009 [21] :
Ik bewaarde het geld van de klant en als [verdachte] kwam dan deelde ik het geld. Ik hield het geld tot op het einde van de avond. Op het einde van de avond gaf ik de helft van het geld als ik gewerkt had in de club aan [medeverdachte] en bij escort gaf ik meteen de helft aan [verdachte]. Ook van de drankjes werd de helft van het geld aangeboden aan [medeverdachte]. [medeverdachte] was altijd in de buurt en wist hoeveel geld ze moest krijgen van mij.
De meisjes die [naam 17] meenam kwamen uit Hongarije. [naam 17] is een keer gekomen samen met [slachtoffer 6]. De meisjes die [naam 17] meenam hebben hier gewerkt voor [verdachte]. [slachtoffer 6] is twee maanden geleden naar huis gekeerd. Ik heb begrepen dat als [naam 17] meisjes weet, deze meisjes dan bij [verdachte] kunnen werken. Als een meisje aan mij vraagt of ik werk weet dan geef ik ook aan dat ze rustig kunnen komen om te werken.
[slachtoffer 3] verklaart op 3 maart 2009 [22] :
Ik heb gewerkt in club [naam club 1]. De tijden waren van 19.00 uur tot en met 02.00 uur ’s nachts. De bedragen voor een half uur waren 70 euro en voor een uur 100 euro. De helft moest worden afgedragen. Dit betekent dus dat ik 35 euro moest afdragen voor een half uur en 50 euro most ik afdragen voor een uur. Ik moest 200 uur per maand betalen voor de huur op de [adres 1]. Ik ben alleen aan het einde van 2008 op de [adres 1] geweest, in de maanden oktober en november.
[slachtoffer 4] verklaart op 17 februari 2009 [23] :
Ik kom oorspronkelijk uit Roemenië. Ik ging voor het hotel staan werken. Ik deed aan betaalde seks. Als ik werkte verdiende ik tussen de 500.000 en 600.000 oude Lei (Roemeense munteenheid) per dag. Dat kwam toen neer op 15 euro per dag. Voor dat geld had ik een, maximaal twee klanten.
[verdachte] had mij op internet gezet. Dat was om geld te verdienen, anders dan lukt dat niet. De klanten die dat op internet zagen, gingen naar de club. Dat was Club [naam club 1] in [vestigingsplaats]. Het was de eerste keer dat ik naar Nederland ging. Ik was zelf al een tijdje van plan om naar Nederland te vertrekken. Ik deed het werk al dus waarom zou ik er niet meer mee kunnen verdienen. Ik heb toen tegen [naam 6] en [naam 16] gezegd dat ik met ze mee zou gaan. Zij komen uit dezelfde stad. Zij deden en doen hetzelfde werk als ik. Toen ik het tegen [naam 6] en [naam 16] had verteld hadden ze naar [verdachte] gebeld en gezegd dat er een meisje was die met hun mee wilde gaan. Zij vroegen aan [verdachte] of dat goed was. [verdachte] zei dat het geen probleem was en dat ik met ze mee mocht. [naam 16] en [naam 6] vertelden dat ik een uur bij een klant moest blijven en dat ik moest doen wat ik moest doen en dat het geld dan voor mij zou zijn. Ik zou in Nederland naar Weert gaan. Dat was in Roemenië al duidelijk. Vanmorgen waren er nog twee Roemenen in het huis. Dat waren [naam 12] en zijn vriendin [slachtoffer 1]. Op dit moment zijn er drie Roemeense vrouwen die in de prostitutie werken. Ikzelf, [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1]. Wij werken in de club [naam club 1]. Ik ben een of twee keer bij een klant langs gegaan. [verdachte], de baas brengt mij. Er wordt gebeld en ik neem op of [verdachte]. Ik wordt dan naar hem toe gebracht en na twee of drie uur komt [verdachte] mij dan halen. Ik betaal alleen de wekelijkse bijdrage aan huur. Dat is 50 euro per week. Een uur escort kost 100 euro per uur en als ik drie uur blijf dan krijg ik 300 euro. Het gebeurt wel eens dat de klant het teveel geld vindt, dan wordt er onderhandeld. [medeverdachte], de dochter van [verdachte], spreekt dan bijvoorbeeld af dat er 75 euro wordt betaald. Ik heb maar een klant. Die anderen hebben meerdere klanten. Club [naam club 1] is van [medeverdachte], de dochter van [verdachte]. Per avond verdien ik minstens 50 euro en maximaal 150 euro. Ik ben dit jaar sinds een maand in Nederland. Ik heb ongeveer 700 of 800 euro verdiend.
Vorig jaar was ik van 10 mei 2008 tot 17 december 2008 in Nederland. Toen verbleef ik ook in Weert, op hetzelfde adres. Toen heb ik maximaal 5000 euro verdiend. Er was ook een ander meisje, [slachtoffer 2]. De werkvergunning heb ik via [medeverdachte]. Ik moest haar hier 35 euro voor betalen. [verdachte] had [medeverdachte] verteld dat zij dat voor mij moest regelen. Voor het gebruik van de kamer in club [naam club 1] betaal ik niets, maar van wat ik verdien betaal ik de helft aan [verdachte]. Als een klant 100 euro aan mij betaalt, geef ik 50 euro aan [verdachte]. Het is dus fiftyfifty, de helft voor mij en de helft voor [verdachte]. [verdachte] en [medeverdachte] houden zich beiden bezig met ons. Ik kwam in mei 2008 in Nederland. Binnen een week hadden [verdachte] en [medeverdachte] geregeld dat ik een vergunning had waar ik mee kon werken. Ik heb voor de eerste vergunning 25 of 30 euro betaald en voor de tweede 35 euro. De vergunningen heb ik samen met [medeverdachte] in Eindhoven gehaald. Voor de reis naar Nederland moest ik [verdachte] 150 euro betalen. Ik heb dat geld voor de reis naar Nederland en de twee vergunningen geleend van [verdachte]. Ik heb dat geld nu terugbetaald aan [verdachte].
De werktijden zijn van 20.00 tot 03.00 uur. Soms ook escort. De hele dag zeg ik tegen [verdachte] dat ik geen geld heb en vraag aan hem of hij mij op escort stuurt. Soms is er een escort in Roermond of zo en dan wordt het laat. Ook tot 07.00 uur, dat zou kunnen. Als een klant om 06.00 uur naar [verdachte] belt dan ga ik. Ik ben als escort naar Weert, Roermond, Horn en Haelen gegaan. Niet te ver weg omdat het anders te ver rijden is voor [verdachte]. Ik betaal [verdachte] iedere zaterdag 50 euro voor de kamer die ik bewoon. [medeverdachte] werkt in de club [naam club 1].
Als ik de keus had gehad zou ik meer willen verdienen dan fiftyfifty. Daar heb ik nooit met [verdachte] over gesproken. Misschien als ik beter Nederlands of Duits zou spreken dan zou ik met [verdachte] gaan onderhandelen.
[slachtoffer 4] verklaart op 18 februari 2009 [24] :
Ik ben in mei 2008 vanuit Roemenië naar Nederland gekomen met een personenauto. De bestuurder was een Roemeense man. [naam 16], [naam 6] en die man reisden mee. Begin dit jaar ben ik met de Eurolines naar Nederland gekomen.
[verdachte] reed ons vanuit het huis naar de club. Soms reed ook [medeverdachte].
[slachtoffer 5] verklaart op 10 juni 2009 [25] :
Ik ben weduwe. Ik heb een kind, een zoon. Mijn werkgever is [verdachte]. Ik heb drie jaar voor hem gewerkt. Ik verdien tussen de twee en drieduizend euro per maand met die baan. Ik ben op 1 december 2006 naar Nederland gekomen. Ik ben met de bus gekomen, met [naam 18], [naam 19] en [naam 20]. Ik heb in Nederland gewoond in [adres 1]. Het door mij verdiende geld heb ik naar huis meegenomen en ik heb mijn moeder en mijn kind en mezelf onderhouden.
De laatste keer dat ik naar Hongarije ben gegaan, ben ik met de auto samen met [medeverdachte], de dochter van [verdachte], naar Hongarije gegaan. Ik moet [verdachte] een heleboel geld betalen. Dit in verband met het feit dat hij mij geholpen heeft met het ongeluk van mijn man.
[slachtoffer 5] verklaart op 11 juni 2009 [26] :
Eigenaar van Club [naam club 1] te [vestigingsplaats] is volgens mij [medeverdachte]. Ik weet dat de club op haar naam staat. Zij ontvangt de gasten, bedient de gasten, stelt de meisjes voor aan hen, neemt het geld in ontvangst. Ik werkte in de club al prostituee.
Toen ik daar werkte werkten er [naam 6], [naam 16], [naam 15], [slachtoffer 2], [slachtoffer 4], [naam 21], [slachtoffer 3], [naam 22], [naam 23], [slachtoffer 6], [naam 3], [naam 24]. Zij komen uit Roemenië en Hongarije. Zij slapen allemaal op de [adres 1] bij [verdachte]. Ik betaalde 50 euro per week aan [verdachte] voor die kamer. Alleen [verdachte] en [medeverdachte] brachten de dames naar de club. Op het eind van de avond kreeg het meisje de verdiensten uitbetaald door [medeverdachte]. De verdiensten gingen op 50/50 basis. Ik had maandelijks een totaalomzet van meer dan 5000 euro. Van de geschonken drankjes kreeg ik de helft. Vanuit de club wordt ook escort gereden. [verdachte] rijdt dan. De verdiensten voor een escort was hetzelfde als in de club. Dit ging alleen voor een vol uur. De klant betaalde dan aan mij. Het bedrag werd tussen [verdachte] en mij aan het einde van de avond verrekend.
[slachtoffer 6] verklaart op 2 juni 2010 [27] :
Het was in 2008 dat ik naar Weert, Nederland, ben gegaan omdat een kennisje van me, [naam 4], mij opzocht in mijn woning in Pusztamonostori en zei dat hij goed betalend werk voor me wist in Nederland. [naam 4] zei dat ik als prostituee zou moeten gaan werken in een bar. Mijn schoonvader, [naam 25] heeft mij en [naam 4] meegenomen naar Nederland. Uiteindelijk kwamen we in Weert aan. [naam 4] wist het adres. We werden ontvangen door een meneer en een mevrouw. Deze man heet [verdachte]. Er was ook een vrouw, volgens mij de dochter van deze [verdachte] en voor zover ik weet heet ze [medeverdachte]. Voor mij was duidelijk dat ik als prostituee zou gaan werken. De bar was niet aan het huis, elke avond werden we met de auto gebracht en gehaald, of door [verdachte] of door [medeverdachte]. In de bar moesten we van 8 uur ’s avonds tot 4 uur in de ochtend werken. Ik heb wel gehoord dat de locatie “[naam club 1]” wordt genoemd. Ik heb nooit in het huis van [verdachte] gewoond, we zijn gelijk naar een ander huis gegaan niet ver van het huis van [verdachte]. Dit was een simpel herenhuis. [medeverdachte] heeft uitgelegd hoeveel ik moest vragen voor de seksuele handelingen en dus was een half uur 70 euro voor gewone gemeenschap. Een heel uur kostte de klant 100 euro. De klant heeft nooit aan ons betaald, maar aan [medeverdachte]. Wij meisjes kregen nooit rechtstreeks geld van de klant, het was altijd [medeverdachte] die het geld in ontvangst nam. Gemiddeld had ik drie klanten per nacht en na sluitingstijd kreeg ik de helft van het tot dan verdiende geld. Het was of [verdachte] of [medeverdachte] die het geld aan mij betaalde. Van mijn verdiende geld moest ik 100 euro betalen aan [verdachte] voor het wonen en de onkosten. Ik heb ongeveer twee maanden gewerkt in de door [verdachte] en [medeverdachte] gerunde bar. Ik werkte elke dag, een rustdag hadden we niet. Ik heb niet bijgehouden hoeveel ik verdiende, maar gemiddeld was mijn opbrengst zo’n 2 à 3 duizend euro.
Ik deed ook escortdiensten hetgeen betekende dat [verdachte] na telefonische afspraak ons of vanuit de reeds genoemde bar of vanuit zijn huis in Weert naar de woning van de klant toe bracht. Bij escortdiensten moest de klant 120 euro betalen aan [verdachte]. Toen we klaar waren en op weg waren terug, betaalde [verdachte] ons altijd de helft van het bedrag.
Op 21 november 2008 was ik gecontroleerd tijdens een prostitutiecontrole in seksclub [naam club 1]. Ik was daar door de politie aangetroffen. Mijn werknaam was [slachtoffer 6]. Tussen de zomer van 2008 en het begin van 2009 heb ik in de bar van [verdachte] gewerkt.
Voor het eerst was ik via een man [naam 4] genaamd naar Weert gegaan en op de foto die de officier van justitie me getoond heeft, herken ik duidelijk [naam 4]. Dus op basis hiervan is het [naam 4] die me voor het eerst bemiddeld had naar Weert, bij [verdachte].
[slachtoffer 3] verklaart op 12 maart 2009 [28] :
[slachtoffer 6] is samen met andere meisjes door [naam 17] naar Nederland gebracht. Dat was vorig jaar tegen Kerstmis 2008. Ik ben eerder in september naar Weert gekomen. Zij heet met de voornaam eigenlijk [slachtoffer 6].
[slachtoffer 3] verklaart op 17 maart 2009 [29] :
Verbalisant: Tijdens het verhoor van getuige [minderjarige 2] verklaarde zij dat zij een foto in haar gsm had van [slachtoffer 6], zijnde haar vriendin die momenteel in een privéhuis in Duitsland tewerkgesteld was door haar pooier [naam 25].
Verbalisant: Met [slachtoffer 6] wordt bedoeld: [slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum 5] te Oroszlany (Hongarije).
[slachtoffer 7] verklaart op 3 april 2008 [30] :
Toen ik nog in Hongarije woonde hebben financiële problemen mij ertoe gedwongen om seksuele diensten te verlenen om te overleven. Toen ik daar werkte heb ik [naam 26] ontmoet. In februari 2007 besloot [naam 26] vanwege overlevingsproblemen naar het buitenland te gaan waar ik als prostituee zou gaan werken. Ik noem hem [naam 26] in plaats van [naam 26]. In april 2007 werd het idee geboren om naar Nederland te gaan omdat [naam 26] daar een vriend had die wiens vriendin daar als prostituee werkte. Wij zijn naar Weert gegaan waar ik in een seksclub werkte; ons appartement was het huis van de eigenaar. Ik werkte ook als escort en er werd van mij verwacht om ook naar het huis van de klant te gaan om seks te leveren. Als ik van een van deze werkzaamheden terugkwam moest ik 50% aan de eigenaar van de club geven en de overblijvende 50% aan [naam 26]. Voor mij bleef geen geld over. Maar [naam 26] wilde die 100 euro van onze kamer niet betalen. Nadat wij daar twee maanden hadden verbleven zei [verdachte], de eigenaar, tegen ons dat wij moesten vertrekken als wij niet betaalden. In juli-augustus 2007 reden wij tweeën naar Londen. Op 3 of 4 januari 2008 ging [naam 26] terug naar Hongarije, ik ging naar Nederland. In Nederland ben ik teruggegaan naar [verdachte]. Het geld dat ik verdiende kon ik houden en het lukte me om geld terug te sturen naar mijn zoon in Hongarije.
[slachtoffer 7] verklaart [31] :
Over de beschrijving van ons verblijf in Nederland kan ik toevoegen dat ik denk dat ik 100 euro kreeg voor één uur, en 60 of 70 euro voor een half uur. Dit werd altijd van de klanten door [verdachte] geïnd, en hij gaf 50% van onze dagelijkse verdiensten terug wanneer we klaar met werken waren.
[slachtoffer 7] verklaart op 2 oktober 2012 [32] :
Ik ben in drie fases naar Nederland geweest. De eerste keer heb ik er 1-1,5 maand doorgebracht. De tweede keer ben ik er zo’n 2-3 maanden gebleven, de derde keer ben ik uit vrije wil teruggegaan. Ik ben al in 2007 en 2008 naar Nederland geweest in Weert. Ik verbleef ook in de woning van [verdachte]. In 2009 was ik uit vrije wil naar Nederland gegaan. Toen was ik dakloos, had geen geld en ik was genoodzaakt om dit werk te doen om in mijn levensonderhoud te voorzien. De keren daarvoor kende ik [naam 26], ik wist van hem dat hij pooier was. Ik was dakloos, mijn leven zag er uitzichtloos uit. Dit was de enige manier om voor mezelf te zorgen, daarom dacht ik dat het niets uitmaakte of ik hier in Debrecen langs de weg moest staan of in Nederland. Bovendien belemmerde de politie het werk van prostituees al in grote mate in Debrecen. [naam 26] wist dat je dit werk in Nederland kon doen, zodoende ben ik met hem meegegaan. Naar Nederland.
De tweede keer ging het als volgt. [naam 26] stond aan de deur bij [verdachte] die hem opnieuw toegelaten heeft. [naam 26] heeft vanuit Weert geld naar zijn zus gestuurd om haar naar Weert af te laten reizen om aldaar als hoer aan de slag te gaan. [medeverdachte] heeft dit bedrag gegeven, maar ik moest het aan [medeverdachte] terugbetalen met mijn werk.
Tijdens mijn tweede keer is het voorgekomen dat [verdachte] mij voor escort weg had gebracht en ik er lange tijd moest blijven.
Voor de kamer moesten wij 50 euro per week, per persoon, betalen. Met [verdachte] werkte ik op 50-50% basis, hetgeen betekende dat als ik 300 euro verdiende op een avond hij daar de helft van kreeg, dus moest ik hem 150 euro geven. De klant betaalde altijd of aan [verdachte] of aan [medeverdachte]. Zij gaven mij altijd de helft van mijn verdiensten en dat gaf ik weer aan [naam 26] en ik moest hiervan nog de kamerhuur ook nog eens aan [verdachte] betalen. De klant betaalde altijd rechtstreeks aan [verdachte]. Aan [medeverdachte] werd alleen in de bar betaald. Als het meisje op escort was, betaalde de klant voor dat uur aan [verdachte]. Mocht de klant meer tijd willen, dan werd de extra tijd direct aan het meisje betaald, hetgeen het meisje daarna aan [verdachte] gaf.
[medeverdachte] of [verdachte] heeft ons meegenomen naar de gemeente waar wij een stickerachtig iets in ons paspoort kregen en een roze, plastic pasje met onze pasfoto erop. Ik moest 50-60 euro hiervoor betalen welk bedrag [verdachte] had voorgeschoten en ik later van mijn werk aan hem terug moest betalen.
[naam 4] verklaart op 27 april 2009 op vragen van de verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 3] [33] :
In de periode van 2000 tot 2006 heb ik in Nederland bij [verdachte] verbleven.
V: Wij toonden aan de verdachte een foto van [slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum 6] en vragen: Wie is de persoon op deze foto?
A: dat is een Roemeens meisje, genaamd [naam 10]. Toen ik bij [verdachte] verbleef werkte zij in de club bij [verdachte] als prostituee. Ik heb haar in 2009 gezien. Ik heb haar daar twee keer gezien in het huis van [verdachte]. Ik heb gehoord dat zij een jaar of drie bij [verdachte] werkt. In de periode 2008 en 2009 heb ik gezien dat [slachtoffer 5] met twee meisjes uit Hongarije is aangekomen bij het huis van [verdachte]. Ze kwamen met de bus uit Hongarije. Deze meisjes kwamen daar om in de club als prostituee te werken. Ik heb gezien dat zij daar in de club [naam club 1] te [vestigingsplaats] als prostituee werkten.
Wij toonden aan de verdachte een foto van [slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum 5], roepnaam/artiestennaam [slachtoffer 6], en vroegen wie de persoon op de foto is.
A: Dat is [slachtoffer 6]. Ik weet dat [slachtoffer 6] ook bij [verdachte] in Nederland in de prostitutie heeft gewerkt. Toen ik tussen 2008 en 2009 twee keer in Nederland was heb ik haar bij [verdachte] ontmoet.
V: Wie heeft [slachtoffer 6] naar Nederland gebracht?
A: Dat is gebeurd door [naam 17] of [naam 25]. Toen ik in Nederland was, dat was een paar maanden geleden, ik denk rond november 2008, heb ik gezien dat [naam 25] met [slachtoffer 6] bij [verdachte] kwam om haar te laten werken in de prostitutie. Ik heb vaker gezien dat [slachtoffer 6] hierna vaker naar de club [naam club 1] te [vestigingsplaats] is gebracht. Ook heeft [naam 25] ze wel naar de club gebracht.
De transcriptie van een tapgesprek van 1 februari 2009, 04:06:06 tot en met 04:07:47, tussen beller [verdachte] en gebelde [medeverdachte]: [34]
[afkorting 1]= [verdachte]
[afkorting 2]=[medeverdachte]
(…)
[afkorting 1]=Waar ben je?
[afkorting 2]=Onder.
[afkorting 1]=Ja maar die andere zijn er niet geloof ik.
[afkorting 2]=Ja die heb ik net gebeld. [naam 7] is hier die heeft voor mij de deur open gemaakt.
[afkorting 1]=[naam 7] ja, maar die andere?
[afkorting 2]=Nee die was in de stad zei ze ja in haar appartement natuurlijk. Die zei ik om er nu aan dat is netjes.
[afkorting 1]=Ja ik ben bloedgiftig maar ik zal me nu stil houden maar dat ene dat wil ik er het liefst uitstampen.
[afkorting 2]=Doe dat maar als die wijven er zijn.
[afkorting 1]=Ja dat ik houd me nu stil
[afkorting 2]=Ja,
[afkorting 1]=Want dat dat gaat niet he die gaan en staan waar at ze willen. Eerst die wijven hier dan krijgen ze een tik terug.
(…)
De transcriptie van een tapgesprek van 20 januari 2009, 03:59:43 tot en met 04:00:15, tussen beller [verdachte] en gebelde [slachtoffer 6] [35] :
[afkorting 1]= [verdachte]
[afkorting 3]=[slachtoffer 6]
[afkorting 1]: [verdachte]
[afkorting 3]: [slachtoffer 6]
[afkorting 1]: Ja kom hé
[afkorting 3]: Wat
[afkorting 1]: [slachtoffer 6] jij komt niet?
[afkorting 3]: .. onverstaanbaar
[afkorting 1]: Nu direct
[afkorting 3]: .. onverstaanbaar
[afkorting 1]: Nu! Nu! Je komt!
[afkorting 3]: ..onverstaanbaar.
[afkorting 1]: ja ja.
[medeverdachte] verklaart op 18 februari 2009 [36] :
Verb: De verdachte werd geconfronteerd met een geluidsfragment opgenomen op 1 februari 2009 omstreeks 04:06 uur van de lijn [XX-XXXXXXXX 3].
V: Welke stemmen hoort u in dit opgenomen geluidsfragment?
A: Dit is een gesprek tussen mij en pap.
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: Ik bel hier met pap omdat ik toen op de [adres 1] was aangekomen. Dit vond plaats vlak voordat ik met [slachtoffer 5] naar Roemenië ben gereden. Ik ben die zondag vertrokken. Pap maakte zich boos in dit gesprek omdat de meisjes maar deden wat ze wilden.
V: Wat is daaraan verkeerd dan?
A In principe niets. Maar wij moeten wel weten wanneer ze niet beschikbaar is om te werken.
Verweren van de raadsman
De verdediging heeft zich ter terechtzitting van 2 oktober 2013 bij pleidooi op het volgende standpunt gesteld.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde.
Ten aanzien van [minderjarige 1] is er geen wettig en overtuigend bewijs voorhanden. Immers [minderjarige 1] zelf verklaart dat er geen seksuele handelingen zijn verricht. Er zijn ook geen bewijsmiddelen voorhanden waaruit het tegendeel blijkt. Nu het bewijs ontbreekt ten aanzien van het verrichten van seksuele handelingen is evenmin het bewijs geleverd voor het huisvesten “met het oogmerk van uitbuiting”. Van het onder feit 1 sub A ten laste gelegde moet verdachte worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 1 sub B ten laste gelegde.
Er is geen bewijs voorhanden voor dwang dan wel misleiding, hetgeen een vereiste is voor bewezenverklaring. Hiervoor moet eveneens vrijspraak volgen.
Vrijspraak van het onder A en B tenlastegelegde leidt voorts eveneens tot vrijspraak van het onder 1 sub C ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde.
a. De raadsman heeft, met verwijzing naar de wetsgeschiedenis, betoogd dat er sprake moet zijn van uitbuiting wil er sprake zijn van strafwaardig handelen dat onder de reikwijdte van het tenlastegelegde artikel 273f lid 1 sub 3 van het Wetboek van Strafrecht te brengen is. Er moet sprake zijn van enige onvrijheid als bedoeld onder de term ‘ertoe brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen’. Hiervan is in deze zaak geen sprake. Vanwege het ontbreken van de hiervoor juridisch vereiste dwang of misleiding moet verdachte ten aanzien van [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] worden vrijgesproken.
b. Met betrekking tot feit 2 onder A moet verdachte ten aanzien van alle genoemde personen en ook onbekend gebleven personen worden vrijgesproken, omdat er bij al deze personen geen sprake is geweest van dwang- of misleidingsmiddelen bij het werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen.
c. Ten aanzien van feit 2 onder B gaat het om het verbod op werven et cetera, met het oogmerk de betreffende persoon in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen. Ook hier moet sprake zijn van dwang in ruime zin dan wel misleiding, vereist voor het ‘ertoe brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen’. Daarvan is geen sprake en ook anderszins is er geen wettig en overtuigend bewijs voor een oogmerk daartoe.
d. Bij het onder feit 2 sub C ten laste gelegde gaat het om het dwingen of bewegen door dwang/geweld/één of meer andere feitelijkheden/dreiging met geweld of één of meer andere feitelijkheden/afpersing/fraude/misleiding/misbruik vanuit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht/misbruik van een kwetsbare positie tot het bevoordelen van verdachte uit de opbrengst van die seksuele handelingen. Sinds 2000 is de exploitatie van prostitutie niet strafbaar of anderszins verboden. Kenmerkend voor mensenhandel is uitbuiting. De feitelijke uitwerkingen in het ten laste gelegde zijn niet in verband te brengen met dwingen of bewegen, middels dwang in ruime zin dan wel misleiding. De verdeling van de opbrengst is voorts op vrijwillige basis afgesproken en er is op geen enkele wijze sprake geweest van een bevoordeling met misbruik van enige dwangsituatie of misleidingssituatie.
Verdachte moet daarom ook hiervan worden vrijgesproken.
Ter terechtzitting van 15 december 2014 heeft de raadsman bij dupliek nog aangevoerd dat artikel 273f lid 1 sub 3e Sr slechts gericht kan zijn op ofwel het strafwaardige “aanwerven of meenemen of ontvoeren” ofwel in het strafwaardige “ertoe brengen” en dat in beide en in elk geval in een van beide elementen sprake moet zijn van onvrijheid of dwang.
Overwegingen van de rechtbank
Samenwerking verdachte en [medeverdachte]
heeft verklaard dat zij vergunninghoudster is van club [naam club 1] in [vestigingsplaats]. De meisjes werkten in de club als prostituee en huurden in het huis van verdachte, haar vader, aan de [adres 1] een kamer. Verdachte kreeg de inkomsten van club [naam club 1] en [medeverdachte] leefde op kosten van haar vader. Zowel verdachte als [medeverdachte] hebben voor de club in weekblad De Trompetter advertenties geplaatst. [medeverdachte] heeft dagelijks contact met haar vader over de gang van zaken gehad. Zowel vanuit de club als vanuit het pand aan de [adres 1] werden dames naar klanten gereden. [slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte haar vanuit het pand [adres 1] naar de club reed, maar dat [medeverdachte] dat ook wel eens deed. Uit de verklaringen van diverse dames blijkt voorts dat met verdachte afspraken over het werk in de club werden gemaakt en dat de dames zowel door verdachte als door [medeverdachte] naar de club werden gebracht. Het in de club verdiende geld werd aan [medeverdachte] gegeven en het uit escort verdiende geld aan verdachte. Op het eind van de avond werden de verdiensten uit de club door [medeverdachte] aan de meisjes uitbetaald en het bij de escort verdiende geld door verdachte. Uit deze feiten en omstandigheden blijkt een zodanige nauwe samenwerking en taakverdeling tussen verdachte en zijn dochter [medeverdachte] dat er naar het oordeel van de rechtbank sprake is van medeplegen.
Ten aanzien van feit 1
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de minderjarige [minderjarige 1] in oktober of november 2008 naar Nederland is gekomen en verblijf heeft gehad in het pand aan de [adres 1]. Uit de verklaringen van [naam 1] en [slachtoffer 5] blijkt dat verdachte en [medeverdachte] wisten dat [minderjarige 1] minderjarig was. [naam 4] heeft verklaard dat hij heeft gezien dat [medeverdachte] [minderjarige 1] vaker naar club [naam club 1] heeft gebracht. Uit de bewijsmiddelen blijkt voorts dat de meisjes naar club [naam club 1] werden gebracht om als prostituee te werken en hun inkomsten (deels) moesten afdragen aan verdachte en/of zijn dochter. De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat ook [minderjarige 1], ondanks dat er geen bewijs voorhanden is dat zij daadwerkelijk seksuele handelingen heeft verricht, op het adres [adres 1] is gehuisvest of opgenomen met de bedoeling in de club van de dochter van verdachte te gaan werken. Hiermee is –gelet op de overige bewijsmiddelen- het bewijs voor “het oogmerk van uitbuiting in de prostitutie” naar het oordeel van de rechtbank geleverd. De rechtbank acht ten aanzien van [minderjarige 1] het onder 1 sub A ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen en verwerpt het verweer van de raadsman.
Ten aanzien van feit 2
Uit de verklaringen van alle in de tenlastelegging onder feit 2 vermelde personen blijkt dat zij zich voorafgaand aan hun komst naar Nederland in een zwakke financiële situatie bevonden. Van hun inkomsten in het thuisland konden zij veelal niet rondkomen, waardoor zij zich genoodzaakt zagen in de prostitutie te gaan werken. Zij bevonden zich daardoor in een kwetsbare positie. Door verdachte en [medeverdachte] zijn aan de meisjes – rechtstreeks dan wel door tussenkomst van anderen – veel grotere inkomsten dan zij hadden in de thuissituatie in het vooruitzicht gesteld, indien zij voor hen in Nederland in de prostitutie zouden komen werken. De onder feit 2 vermelde meisjes bevonden zich in een kwetsbare positie, waardoor zij in hun vrijheid tot de keuze om zich al dan niet te prostitueren werden belemmerd. Er was derhalve geen sprake van vrijwilligheid. Naar het oordeel van de rechtbank hebben verdachte en [medeverdachte] misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van de meisjes. Door dit misbruik hebben verdachte en zijn mededader [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], [slachtoffer 4], [slachtoffer 5], [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen als onder A is ten laste gelegd.
Door de raadsman is betoogd dat ook bij het aanwerven en/of medebrengen met het oogmerk een ander in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen, als tenlastegelegd onder 2B sprake moet zijn van enige onvrijwilligheid.
Wat er ook zij van dit verweer van de raadsman, de rechtbank heeft bij haar overwegingen ten aanzien van feit 2 onder A al overwogen dat de betreffende meisjes zich in hun thuisland in een kwetsbare positie bevonden en dat de ‘keuze’ die hen werd gegeven geen daadwerkelijke keuze was, hetgeen een bepaalde mate van onvrijwilligheid impliceert. Reeds om die reden verwerpt de rechtbank het door de raadsman gevoerde verweer.
Ten aanzien van het onder d vermelde verweer overweegt de rechtbank dat prostitutie en het exploiteren van een seksinrichting in Nederland weliswaar niet is verboden, maar dat dit anders is indien er sprake is van uitbuiting en misbruik van een kwetsbare positie zoals de rechtbank in de onderhavige zaak bewezen acht.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
in de periode van 1 oktober 2008 tot en met 1 december 2008 in de gemeente Weert en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander:
A.
[minderjarige 1] (geboren op [geboortedatum minderjarige 1]) heeft gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting in de prostitutie van die [minderjarige 1], terwijl die [minderjarige 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
bestaande de hierboven omschreven handelingen hieruit dat verdachte en verdachtes mededader,
- die [minderjarige 1] onderdak hebben verschaft;
2.
in de periode van 1 januari 2006 tot en met 17 februari 2009 in de gemeente Weert en elders in Nederland en/of Bulgarije en/of Roemenië en/of Hongarije en/of elders in Europa, tezamen en in vereniging met een ander:
A.
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en L. Molnar ([slachtoffer 3]) en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] (Judith) en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] door misbruik van een kwetsbare positie heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7]
en
B.
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en L. Molnar ([slachtoffer 3]) en [slachtoffer 4] heeft aangeworven en/of medegenomen, met het oogmerk die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
en
C.
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en L. Molnar ([slachtoffer 3]) en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] (Judith) en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] met het van onder A genoemde middel heeft bewogen hem verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] met of voor een derde,
bestaande de hierboven omschreven handelingen hieruit dat verdachte en verdachtes mededader:
- advertenties hebben (laten) plaatsen om vrouwen te werven en/of
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] vanuit het buitenland naar Nederland hebben vervoerd en/of overgebracht en/of doen en/of laten vervoeren en/of overbrengen, en/of de kosten voor deze reis zijn betaald door verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] onderdak hebben verschaft en/of
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] in een club en/of kamer hebben geplaatst, en/of
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] telkens hebben gebracht en gehaald en/of laten brengen en/of halen naar haar club en/of kamer en/of
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] als prostituee hebben laten werken, en/of
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] voor die prostitutiewerkzaamheden (grote) verdiensten in het vooruitzicht hebben gesteld en/of
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] onder controle hebben gehouden en/of laten houden, en/of
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] (een groot deel van) de verdiensten uit de prostitutie aan verdachte en verdachtes mededader(s) hebben laten afdragen.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie

5.1
De strafbaarheid
Het bewezenverklaarde is strafbaar.
5.2
De kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op de navolgende strafbare misdrijven.
Ten aanzien van feit 1:
mensenhandel, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 2:
mensenhandel, meermalen gepleegd door twee of meer verenigde personen.
De misdrijven onder 1 en 2 zijn strafbaar gesteld bij artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals het artikel luidde ten tijde van de bewezenverklaring.

6.De strafbaarheid van verdachte

De verdachte is strafbaar voor het bewezenverklaarde nu geen omstandigheid aannemelijk is geworden die verdachtes strafbaarheid opheft.

7.De oplegging van straf en/of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie jaren met aftrek van voorarrest.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich, gelet op het pleidooi voor vrijspraak, onthouden van een standpunt over de gevorderde straf.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft zich samen met zijn mededader over een langere periode meermalen schuldig gemaakt aan mensenhandel. Mensenhandel is een vergaande manier van uitbuiting waarbij inbreuk wordt gemaakt op fundamentele rechten als de menselijke waardigheid en de persoonlijke vrijheid van -in dit geval- vrouwen. De lichamelijke en geestelijke integriteit van de vrouwen wordt daarbij geheel ondergeschikt gemaakt aan geldelijk gewin.
Verdachte en zijn mededader hebben geprofiteerd van een aantal vrouwen die om hen moverende redenen werkzaam waren in de prostitutie en hebben zich verrijkt door hun werkzaamheden. Zij hebben misbruik gemaakt van de omstandigheid dat de betrokken vrouwen in hun thuisland in een financieel slechte situatie verkeerden en vervolgens na hun komst naar Nederland in een voor hen vreemd land verbleven en zich daar in een financieel zwakke situatie bevonden. Als gevolg van die situatie waren de vrouwen in belangrijke mate van verdachte en zijn mededader afhankelijk.
Voorts heeft verdachte gedurende een aantal maanden een minderjarige onderdak verleend met het oogmerk haar in de prostitutie te laten werken. Dit rekent de rechtbank verdachte in het bijzonder zwaar aan.
De rechtbank acht de rollen van verdachte en zijn mededader ten aanzien van de strafbare handelingen redelijk gelijkwaardig. De rechtbank vindt dan ook, gelet op de ernst van de feiten, in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de officier van justitie geëist, op zijn plaats. Zij zal daarbij rekening houden met het feit dat de rechtbank minder bewezen heeft verklaard dan waar de eis van de officier van justitie op is gebaseerd en de omstandigheid dat verdachte geen dwangmiddelen heeft gebruikt in de vorm van fysiek geweld of bedreiging. De rechtbank houdt voorts in het voordeel van verdachte rekening met het lange tijdsverloop sedert het plegen van de feiten. Op grond hiervan acht de rechtbank ruimte aanwezig om de door de officier van justitie gevorderde straf aanzienlijk te matigen. Op grond van het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht houdt de rechtbank rekening met de straf die zou zijn opgelegd bij gelijktijdige bestraffing van deze zaak met de zaak waarvoor verdachte eerder is veroordeeld. Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte voor de thans bewezen verklaarde feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een jaar dient te worden opgelegd.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 10, 27, 57, 63 en 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Nietigheid dagvaarding
- verklaart de dagvaarding nietig ten aanzien van het onder feit 1 vermelde zinsdeel “(een) onbekend gebleven minderjarig(e) meisje(s)” en het onder feit 2 vermelde zinsdeel “(een) onbekend gebleven perso(o)n(en)”;
Bewezenverklaring
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
  • spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5.2 is omschreven;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Straffen
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van een (1) jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf.
Vonnis gewezen door mrs. E.H.M. Druijf, G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe en Y.J.C.A. Roeffen, rechters, van wie mr. E.H.M. Druijf voorzitter, in tegenwoordigheid van P.J.T. Frijns, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting op 14 januari 2015.
Mr. E.H.M. Druijf is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De vindplaatsvermeldingen, voorkomend in de hierna opgenomen bewijsmiddelen en de motivering van de bewezenverklaring, verwijzen naar de doorlopende paginanummering in de voor eensluidend afschrift gewaarmerkte kopie van het in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde verbalisanten van de politie Limburg-Noord, Vreemdelingenpolitie opgemaakte proces-verbaal, genummerd 003/09 d.d. 01 juli 2009 en de als bijlagen daarbij gevoegde schriftelijke bescheiden, welke alle wettige bewijsmiddelen zijn als bedoeld in artikel 344, eerste lid jo artikel 339, eerste lid onder 5º van het Wetboek van Strafvordering.
2.Raam proces-verbaal d.d. 01 juli 2009, pag. 18 en 19
3.Proces-verbaal 1e verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 17 februari 2009, pag. 903-907 (beneden)
4.Proces-verbaal 2e verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 17 februari 2009, pag. 912-914 (beneden)
5.Proces-verbaal 3e verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 17 februari 2009, pag. 918-922 (beneden)
6.Proces-verbaal 4e verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 18 februari 2009, pag. 938-944 (beneden)
7.Proces-verbaal 5e verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 25 februari 2009, pag. 983-985 (beneden)
8.Geschrift met het opschrift ‘Registratie PL2300_08134890_BPS Limburg-Noord” Mutatie 1734-1737.
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 maart 2009, pag. 1875-1886 (beneden)
10.Proces-verbaal 6e verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 26 februari 2009, pag. 1013-1020 (beneden)
11.Proces-verbaal 7e verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 2 maart 2009, pag. 1062-1080 (beneden)
12.Geschrift, zijnde een proces-verbaal van verhoor getuige van de Nationale Recherche Dienst Regio Észak-alföld Debrescen (Hongarije) d.d. 2 juni 2010.
13.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 28 april 2009, pag. 1307-1317
14.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 juni 2009, pag. 527-529
15.Geschriften, zijnde fotokopieën van een foto met het opschrift [minderjarige 1], [geboortedatum minderjarige 1], en een foto met het opschrift [minderjarige 2], [geboortedatum 2], pag. 534 en 535.
16.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 17 februari 2009, pag. 1321-1326
17.Proces-verbaal verhoor getuigen door de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Roermond d.d. 12 oktober 2009.
18.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 17 februari 2009, pag. 1156-1164
19.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 18 februari 2009, pag. 1166-1173.
20.Proces-verbaal d.d. 17 februari 2009, pag. 577-582.
21.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 18 februari 2009, pag. 587-594.
22.Proces-verbaal van verhoor d.d. 3 maart 2009, pag. 595-598.
23.Proces-verbaal van verhoor d.d. 17 februari 2009, pag. 1340-1355
24.Proces-verbaal van verhoor d.d. 18 februari 2009, pag. 1356-1362.
25.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 10 juni 2009, pag. 436-441.
26.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 11 juni 2009, pag. 463-470.
27.Geschrift, zijnde een proces-verbaal van verhoor van de Nationale Recherche Dienst Regio Észak-alföld Debrescen (Hongarije) d.d. 2 juni 2010.
28.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 12 maart 2009, pag. 603-606.
29.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 maart 2009, pag. 1984-1985.
30.Geschrift, zijnde een getuigenverklaring d.d. 3 april 2008, pag. 1204-1205.
31.Geschrift, zijnde een getuigenverklaring (ongedateerd), pag. 1243-1247.
32.Geschrift, zijnde een proces-verbaal van verhoor getuige van de Militaire Eenheid, nationale Recherche Dienst, Hoofdafdeling Internationale Misdaadbestrijding, Afdeling Misdaadbestrijding, te Debrecen (Roemenië), d.d. 2 oktober 2012.
33.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 27 april 2009, pag. 1294-1298.
34.Transcriptie van een tapgesprek van 1 februari 2009, 04:06:06 tot en met 04:07:47 uur, pag. 188 beneden
35.Transcriptie van een tapgesprek van 20 januari 2009, 03:59:43 tot en met 04:00:15 uur, pag. 192 beneden
36.Proces-verbaal 4e verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 18 februari 2009, pag. 936-945.