Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[naam] ,
1.De procedure
- de verzoekschriften van 29 oktober 2015
- het aanvullend verzoekschrift van 23 november 2015
- de mondelinge behandeling ter zitting van 8 december 2015.
2.De feiten
Geachte mevrouw [verzoekster] ,
Rechtbank Limburg
Op 16 december 2015 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een verstekbeschikking uitgesproken in een arbeidsrechtelijke zaak. De verzoekster, werkzaam als verkoopmedewerker, had een arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar met de verwerende partij. Na een incident op 21 september 2015, waarbij verzoekster werd aangesproken over een kasverschil, heeft zij haar werkzaamheden gestaakt. Op 4 oktober 2015 ontving zij een ontslagbrief, waarin werd gesteld dat het ontslag op staande voet was gegeven wegens agressieve verbale communicatie. Verzoekster betwistte de rechtsgeldigheid van het ontslag en verzocht om vernietiging van de opzegging en doorbetaling van het loon. Tijdens de zitting op 8 december 2015 was verzoekster aanwezig, maar de verwerende partij verscheen niet.
De kantonrechter oordeelde dat verzoekster tijdig had verzocht om vergoeding wegens onregelmatige opzegging en dat de verwerende partij geen dringende reden had aangetoond voor het ontslag. De kantonrechter kende verzoekster een vergoeding toe van € 3.968,25 bruto wegens onregelmatige opzegging, evenals een billijke vergoeding van € 500,00 bruto. Daarnaast werd de verwerende partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die op € 478,00 werden begroot. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte werd afgewezen.