2.5.In het verslag dat is opgemaakt van de bespreking van 1 december 2014 is, voor zover relevant, het navolgende opgenomen:
“Tussen mr. [eiser] , mr. [gedaagde] en (…) is integrale overeenstemming bereikt over de (financiële) afwikkeling in verband met het vertrek van mr. [eiser] bij [naam] Advocaten.
Aan mr. [gedaagde] komt voor de waarneming van de praktijk van mr. [eiser] toe een bedrag van
€ 23.958,00 inclusief BTW, exclusief BTW bedragend € 19.800,00. Dat bedrag is gebaseerd op een uurvergoeding van € 75,00 exclusief BTW en er wordt uitgegaan van 264 uren waarneming door
mr. [gedaagde] .
Mr. [eiser] en mr. [gedaagde] zullen hedenmiddag op het kantoor van mr. [eiser] de 18 toevoegingen, die genoemd zijn in de fax van mr. [gedaagde] (…), aan de hand van “Mijn RvR” bij
mr. [eiser] op kantoor nalopen.
Mocht daarbij blijken, dat die toevoegingen geheel of gedeeltelijk nog op naam staan van
mr. [gedaagde] , dan zal die een (…) mutatieformulier invullen, zodat mr. [eiser] die toevoegingen kan declareren.
Mocht bij het doorlopen van die toevoegingen blijken, dat er al toevoegingen zijn uitbetaald aan
mr. [gedaagde] , dan zal mr. [gedaagde] bewijsstukken van de betaling aan mr. [eiser] overleggen en het daarmee corresponderende bedrag betalen door middel van verrekening.
Mr. [eiser] zal de schriftelijke verklaringen van de door mr. [gedaagde] van mr. [eiser] overgenomen cliënten met mr. [gedaagde] doorlopen en mr. [gedaagde] zal nagaan voor welke van die cliënten hij werkzaamheden heeft verricht. Van de daarvoor ontvangen vergoedingen, waarvan
mr. [gedaagde] mr. [eiser] een bewijsstuk zal overleggen, zal mr. [gedaagde] 25% betalen aan
mr. [eiser] .
Gebruiksvergoeding kantoor:
(…)
Beroepsaansprakelijkheidsverzekering:
(…)
Verdeelsleutel secretaresse ( [naam secretaresse] )
Mr. [eiser] stelt dat er een schriftelijke overeenkomst is met betrekking tot de verdeelsleutel van die secretaresse over de periode augustus 2012 tot 1 april 2013. Mr. [gedaagde] betwist dat en zegt dat hij van mr. [eiser] een nota heeft ontvangen van ± € 500,00 en dat die nog betaald moet worden.
Afgesproken wordt dat mr. [eiser] de schriftelijke overeenkomst zal overleggen en dat op basis daarvan afrekening plaatsvindt, als die afwijkt van de declaratie die mr. [eiser] aan mr. [gedaagde] heeft gezonden.
Mr. [gedaagde] en mr. [eiser] zullen vanmiddag een cessieovereenkomst sluiten tot zekerheid van de betaling door mr. [eiser] van het uiteindelijk door ham aan mr. [gedaagde] verschuldigde bedrag. Die cessie betreft 18 toevoegingen en, voor zoveel nodig, de door mr. [gedaagde] reeds ter zake ontvangen vergoedingen van de Raad, die immers aan mr. [eiser] toekomen. Die cessie dient tot zekerheid voor de uiteindelijke betaling door mr. [eiser] , nadat is vastgesteld wat hij nog verschuldigd is.
Partijen zullen op zo’n korte mogelijke tijd berekenen welk bedrag mr. [eiser] aan mr. [gedaagde] en aan (…) verschuldigd is. Zodra dat bedrag vaststaat dient mr. [eiser] binnen 1 maand daarna het aan mr. [gedaagde] en (…) toekomende bedrag te betalen, bij gebreke waarvan mr. [gedaagde] van zijn cessierecht gebruik mag maken.
De Deken vraagt of dit alle geschilpunten zijn, hetgeen partijen bevestigen. Na uitvoering hiervan hebben partijen niets meer van elkaar te vorderen. (…).”