ECLI:NL:RBLIM:2015:10416
Rechtbank Limburg
- Wraking
- F. Oelmeijer
- M.B.T.G. Steeghs
- V.P. van Deventer
- Rechtspraak.nl
Wraking van kantonrechter in verkeershandhavingzaak
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg op 26 november 2015 een verzoek tot wraking behandeld van verzoeker tegen mr. M.P.F. van Dooren, kantonrechter in de rechtbank Limburg. Het wrakingsverzoek is ingediend naar aanleiding van een zitting op 30 juli 2015, waar verzoeker een beroepszaak had tegen een beslissing van de officier van justitie. Tijdens deze zitting heeft de kantonrechter aan verzoeker meegedeeld dat hij zekerheid moest stellen voordat zijn beroep in behandeling kon worden genomen. Verzoeker interpreteerde deze mededeling als een aanwijzing van vooringenomenheid van de kantonrechter, omdat hij meende dat de kantonrechter hem al op voorhand 'schuldig' had verklaard.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de criteria voor rechterlijke onpartijdigheid. Het subjectieve criterium, dat kijkt naar de persoonlijke overtuiging van de verzoeker, werd niet als voldoende onderbouwd beschouwd. De wrakingskamer concludeerde dat de kantonrechter verzoeker enkel had gewezen op een wettelijke verplichting en dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor partijdigheid. De wrakingskamer oordeelde dat verzoeker de mededeling van de kantonrechter verkeerd had geïnterpreteerd en dat er geen gronden waren voor het aannemen van partijdigheid.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, waarbij werd benadrukt dat de kantonrechter zijn oordeel niet vooraf had gevormd en dat verzoeker het recht had om zijn zaak te bepleiten. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is op dezelfde dag uitgesproken.