ECLI:NL:RBLIM:2014:9640

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 november 2014
Publicatiedatum
10 november 2014
Zaaknummer
C/03/197159 KG ZA 14-568
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in kort geding wegens gebrek aan vereisten

In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 7 november 2014 uitspraak gedaan. Eiseres, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Brand Bierbrouwerij BV, gevestigd te Wijlre, heeft gedaagde, een café, gedagvaard. De dagvaarding was echter niet in overeenstemming met de vereisten van artikel 111 lid 2 sub g van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), waardoor deze nietig werd verklaard. Gedaagde is niet verschenen op de zitting van 6 november 2014, waar alleen de advocaat van eiseres en een bedrijfsjurist van Heineken aanwezig waren.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding niet voldeed aan de vereisten, omdat de wijze waarop gedaagde in het geding moest verschijnen niet correct was vermeld. Dit gebrek in de dagvaarding leidde tot de conclusie dat er geen verstek verleend kon worden tegen gedaagde, zoals bepaald in artikel 121 lid 1 Rv. Ondanks het gebrek in de dagvaarding, was het duidelijk dat gedaagde het exploot had ontvangen, zoals blijkt uit een brief van 5 november 2014.

De voorzieningenrechter heeft Brand Bierbrouwerij in de gelegenheid gesteld om het gebrek in de dagvaarding te herstellen. Dit houdt in dat eiseres contact moet opnemen met de griffie om een nieuwe datum te bepalen waarop gedaagde opnieuw kan worden gedagvaard. De kosten voor dit herstel komen voor rekening van Brand Bierbrouwerij. De voorzieningenrechter heeft verder iedere beslissing aangehouden, wat betekent dat er op een later moment opnieuw naar de zaak gekeken zal worden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/197159 KG ZA 14-568
Vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van 7 november 2014
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BRAND BIERBROUWERIJ BV,
gevestigd te Wijlre, gemeente Gulpen-Wittem,
eiseres,
advocaat mr. Y.J.M.L. Dijk,
tegen:
[gedaagde],
handelend onder de naam
CAFÉ [naam],
wonend [adres],
[woonplaats],
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna Brand Bierbrouwerij en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding van 13 oktober 2014
  • de brief van 5 november 2014 aan de zijde van [gedaagde]
- de mondelinge behandeling van 6 november 2014, waarbij namens Brand Bierbrouwerij mr. Y.J.M.L. Dijk en S. Schippers, als bedrijfsjurist van Heineken, zijn verschenen en [gedaagde] niet is verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Bij voormeld exploot van dagvaarding is [gedaagde] gedagvaard om:
“op donderdag 6 november 2014, des voormiddags te 09.30uur, niet in persoon, maar vertegenwoordigd door een advocaat te verschijnen ter openbare civiele terechtzitting van de Edelachtbare Voorzieningenrechter bij de rechtbank Limburg, locatie Maastricht, rechtdoende in kort geding, alsdan en aldaar zitting houdende in het gerechtsgebouw aan het St. Annadal 1 te Maastricht.”
2.2.
De dagvaarding voldoet niet aan het vereiste van artikel 111 lid 2 sub g Rv, nu de wijze waarop [gedaagde] in het geding moet verschijnen niet conform artikel 225 lid 1 Rv is vermeld. De dagvaarding lijdt aan een gebrek dat nietigheid meebrengt, zodat ingevolge artikel 121 lid 1 Rv geen verstek tegen [gedaagde] zal worden verleend.
2.3.
Nu het, gelet op de inhoud van de brief van 5 november 2014, vast staat dat het exploot van dagvaarding [gedaagde] - ondanks voornoemd gebrek - wel heeft bereikt, zal de voorzieningenrechter (conform artikel 121 lid 2 Rv) Brand Bierbrouwerij in de gelegenheid stellen tot herstel van het gebrek. Brand Bierbrouwerij dient hiertoe contact op te nemen met de griffie voor het bepalen van een nieuwe datum waartegen [gedaagde] kan worden gedagvaard. Een en ander dient plaats te vinden op kosten van Brand Bierbrouwerij.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
verklaart de dagvaarding nietig,
3.2.
beveelt dat de nader te bepalen terechtzitting door Brand Bierbrouwerij zal worden aangezegd bij exploot, met herstel van het in r.o. 2.2. vermelde gebrek in de dagvaarding,
3.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Henzen en in het openbaar uitgesproken.
Type: NG