Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 oktober 2014
- de mondelinge behandeling.
2.Het geschil
3.De beoordeling
600,00
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, heeft de kantonrechter op 28 oktober 2014 een vonnis gewezen in een kort geding. Eiseres, TARGOS HORECA B.V., vertegenwoordigd door mr. B.M.M. Hepkema, vorderde een betaling van gedaagden, die bestond uit een hoofdsom van € 7.566,47 inclusief BTW, vermeerderd met contractuele rente en kosten. De gedaagden, bestaande uit een vennootschap onder firma en twee natuurlijke personen, hebben ter zitting erkend dat zij de vordering van eiseres niet konden voldoen vanwege hun financiële situatie. Gedaagde sub 2 deed een aanbod om uiterlijk op 15 januari 2015 een bedrag van € 5.000,00 te betalen, wat door eiseres werd geaccepteerd onder de voorwaarde dat de vordering zou herleven indien dit bedrag niet tijdig werd betaald.
De kantonrechter heeft de erkende vordering van eiseres toegewezen, met inachtneming van de gemaakte afspraken. Gedaagden werden als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.153,78. De rechter heeft verder bepaald dat gedaagden hoofdelijk moeten betalen, wat betekent dat als één van hen betaalt, de anderen zijn gekweten. De rechter heeft ook de contractuele rente van 2% per maand vastgesteld, te rekenen vanaf de vervaldata van de respectieve facturen tot de dag van volledige betaling.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met de bepaling dat eiseres geen recht kan ontlenen aan het vonnis indien gedaagden tijdig aan hun betalingsverplichting voldoen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. P.E. de Kort en is openbaar gemaakt op dezelfde datum als de uitspraak.