ECLI:NL:RBLIM:2014:9125

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
29 oktober 2014
Publicatiedatum
28 oktober 2014
Zaaknummer
03/659342-13
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van schietpartij te Nieuwstadt

In de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan een schietpartij in Nieuwstadt op 6 april 2013, heeft de Rechtbank Limburg op 29 oktober 2014 uitspraak gedaan. De verdachte stond terecht voor het aan medeverdachten ter beschikking stellen van vuurwapens en het vervoeren van deze medeverdachten naar de plaats delict. Tijdens de zitting op 15 oktober 2014 werd de officier van justitie gehoord, evenals de verdachte en zijn raadsman, mr. M.F.E. Sprenkels. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldeed en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging.

De officier van justitie vorderde vrijspraak, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de medeplichtigheid aan poging tot moord. De verdediging steunde deze vordering en stelde dat er geen bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de strafbare feiten. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte vuurwapens ter beschikking had gesteld of dat hij op de hoogte was van de plannen van de medeverdachten. Gezien het gebrek aan bewijs heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.

De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. H.H. Dethmers, en is openbaar uitgesproken in de zitting van 29 oktober 2014. Mr. J. Iding was niet in de gelegenheid om het vonnis mede te ondertekenen, maar de beslissing tot vrijspraak werd unaniem genomen door de rechters.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03/659342-13
Datum uitspraak : 29 oktober 2014
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres].
Raadsman is mr. M.F.E. Sprenkels, advocaat te Maastricht.

1.Het onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
15 oktober 2014.
De rechtbank heeft op 15 oktober 2014 gehoord: de officier van justitie en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman.

2.De tenlastelegging

De verdachte staat terecht ter zake dat:
1.
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 6 april 2013 te Nieuwstadt, in de gemeente Echt-Susteren, ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met een vuurwapen een of meer kogels op die [slachtoffer] heeft/hebben afgevuurd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 6 april 2013 te Nieuwstadt, in de gemeente Echt-Susteren, in elk geval in het arrondissement Limburg, opzettelijk behulpzaam en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft te weten:
- het aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] ter beschikking stellen van een of meer vuurwapens en/of
- het naar en/of van de plaats misdrijf vervoeren van die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2];
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 6 april 2013 te Nieuwstadt, in de gemeente Echt-Susteren, ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet met een vuurwapen een of meer kogels op die [slachtoffer] heeft/hebben afgevuurd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks
6 april 2013 te Nieuwstadt, in de gemeente Echt-Susteren, in elk geval in het arrondissement Limburg, opzettelijk behulpzaam en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft te weten:
- het aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] ter beschikking stellen van een of meer vuurwapens en/of
- het naar en/of van de plaats misdrijf vervoeren van die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2];
meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 6 april 2013 te Nieuwstadt, in de gemeente Echt-Susteren, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon (te weten [slachtoffer]), opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel, heeft/hebben toegebracht, door deze opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, met een vuurwapen een of meer kogels in de benen van die [slachtoffer] af te vuren, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 6 april 2013 te Nieuwstadt, in de gemeente Echt-Susteren, in elk geval in het
arrondissement Limburg, opzettelijk behulpzaam en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft te weten:
- het aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] ter beschikking stellen van een of meer vuurwapens en/of
- het naar en/of van de plaats misdrijf vervoeren van die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2];
meest subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 6 april 2013 te Nieuwstadt, in de gemeente Echt-Susteren, ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg met een vuurwapen een of meer kogels in de benen van die [slachtoffer] heeft/hebben afgevuurd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 6 april 2013 te Nieuwstadt, in de gemeente Echt-Susteren, in elk geval in het arrondissement Limburg, opzettelijk behulpzaam en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft te weten:
- het aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] ter beschikking stellen van een of meer vuurwapens en/of
- het naar en/of van de plaats misdrijf vervoeren van die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2].

3.De voorvragen

Bij het onderzoek ter terechtzitting:
  • is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is;
  • is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
  • zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen;
  • zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.

4.Bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting - zoals is weergegeven in haar schriftelijk requisitoir - gevorderd dat de verdachte van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken, nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is ter zake medeplichtigheid aan poging tot moord.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich blijkens de ter terechtzitting overgelegde pleitnota op het standpunt gesteld dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijsmateriaal.
4.3
Vrijspraakoverwegingen van de rechtbank
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet wettig kan worden bewezen dat verdachte medeplichtig is geweest aan de in de tenlastelegging omschreven strafbare feiten. Ten eerste is er in het dossier geen enkele aanwijzing aanwezig voor het onderdeel in de tenlastelegging dat verdachte ten behoeve van die strafbare feiten vuurwapens ter beschikking heeft gesteld. Ten tweede ontbreekt elk bewijs dat verdachte als chauffeur van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] wist wat er die avond zou gebeuren.
Gelet op vorenstaande dient verdachte van het ten laste gelegde te worden vrijgesproken.

5.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het ten laste gelegde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.H. Dethmers, mr. J. Iding en mr. C.C.W.M. Aretz, rechters, van wie mr. H.H. Dethmers voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. N. Geene als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 oktober 2014.
Buiten staat
Mr. J. Iding is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.