Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verdere verloop van de procedure
31 juli 2013 waarbij bepaald is dat een comparitie van partijen zal plaatsvinden.
27 september 2013 foto’s in het geding gebracht.
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil
12 februari 2012 geleden en te lijden schade, nader op te maken bij staat, met daarover verschuldigde wettelijke rente vanaf 13 februari 2012 dan wel vanaf een door de rechter nader te bepalen datum tot het moment van algehele voldoening;
Toen zij die bewuste nacht lawaai hoorde, heeft zij het raam aan de voorzijde van de bovenverdieping opengemaakt om zich te oriënteren waar het lawaai vandaan kwam. Zij heeft geprobeerd om de politie te bellen, maar dat lukte niet omdat zij vergat de ‘0’ in te toetsen. Twee inbrekers kwamen achter elkaar de trap opgelopen naar de bovenverdieping. Het geld dat voorhanden was, bevond zich in een kluis op de bovenverdieping. Omdat zij niet beschikte over de sleutel van de kluis, zag zij geen andere mogelijkheid dan uit het raam te springen toen een vuurwapen op haar werd gericht.
4.De beoordeling
(1) de veiligheidsmaatregelen als geheel aan de achterzijde van het pand. Meer concreet wijst [eiseres] erop dat:
[eiseres] heeft haar stelling dat de kluis een aanzienlijke hoeveelheid geld bevatte in het licht van de herhaalde gemotiveerde betwisting door Straver niet toereikend onderbouwd, zodat die stelling gepasseerd wordt.
heeft bij repliek aangevoerd dat andere vestigingen van Mediq Apotheek zijn overvallen. Welke dat zijn geweest, wanneer dat geweest is en hoe die overvallen verlopen zijn, heeft zij niet gesteld. Ter comparitie spreekt zij nog over één overval, waarbij zij erkent dat het niet om een nachtapotheek gaat. Een nadere toelichting op die overval heeft zij niet gegeven, zodat er vanuit gegaan wordt dat zij doelt op inbraak in de apotheek in Heer waarnaar Straver verwijst bij conclusie van dupliek. [eiseres] heeft de in dat processtuk omschreven feiten – hierboven weergegeven onder 4.8.3 – aangaande die inbraak niet betwist, zodat er vanuit gegaan wordt dat die door Straver correct zijn omschreven.
redelijkerwijsin verband met de arbeid gevergd kan worden. Welke maatregelen in concreto van de werkgever verlangd mogen worden, hangt af van de omstandigheden van het geval. Daarbij zijn van belang de aard van de werkzaamheden, de kenbaarheid van het gevaar, de kans op verwezenlijking en de ernst van de gevolgen, alsmede de mate van bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen.
De achterzijde van het pand is niet bedoeld voor klanten. Het pand bevat aan die kant geen aanduiding waaruit blijkt dat er sprake is van een apotheek. Het pand ligt aan de achterzijde niet afgelegen en in het donker, maar naast een woonwijk en is de hele nacht aan de buitenzijde verlicht. Kortom, het is geen plek die bij voorbaat uitnodigt om in te breken.
Voor zover [eiseres] met haar opmerking dat de achterzijde van het pand vrij toegankelijk is, bedoelt dat men het parkeerterrein op kan lopen, klopt dit. Straver heeft ter comparitie erkend dat het hek in de praktijk altijd open stond. Het pand is echter niet vrij toegankelijk in de zin dat onbevoegden ‘zo maar’ het pand binnen kunnen lopen. De toegang tot de aanbouw was deugdelijk beveiligd, zoals ook [eiseres] erkent. Het platte dak van de aanbouw ligt op drie meter vanaf de grond. Dit betekent dat er moeite voor gedaan moet worden om het te betreden. De ramen die er waren, konden niet open en waren van dubbel glas voorzien.