Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
Vervolgens vond er een dactyloscopisch onderzoek plaats, waarbij de vingerafdruk van [alias 2], aangetroffen op de drinkbeker die op 9 februari 2006 op Schiphol werd veiliggesteld, werd vergeleken met de vingerafdrukken van [naam verdachte]. De conclusie van het onderzoek was dat de vingerafdruk op de beker gelijk was aan de vingerafdruk van de middelvinger van de rechterhand van [naam verdachte]. [6]
4.De strafbaarheid
5.De strafoplegging
Op deze manier werden over een langere periode personen en bedrijven opgelicht. Het persoonlijk financieel gewin van verdachte en zijn medeverdachten stond daarbij voorop. Verdachte wordt door zijn in Oostenrijk veroordeelde medeverdachten aangeduid als de spil in en het brein van de organisatie, die ook de grootste winsten opstreek en bepaalde wat de anderen voor hun bijdrage kregen.
6.De benadeelde partij
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3.3 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
een gevangenisstraf van 58 maanden;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij J. [naam aangever 1], [adres 2](Duitland) van een bedrag van EUR 81.274,59;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij J. [naam aangever 1] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer J. [naam aangever 1] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 365 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij J. [naam aangever 1] vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam aangever 4], [adres 3], 99098 Erfurt (Duitsland) van een bedrag van € 25.000,00;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [naam aangever 4]