In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 26 september 2014, hebben eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J. Rubberg, een kort geding aangespannen tegen Obvion N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. B. Lynen. De eisers zijn eigenaren van een woning waarop een hypotheek rust van Obvion, en zij hebben de woning te koop gezet met bemiddeling van makelaar M. Renders. De woning is verkocht aan een derde partij, maar de verkoop is afhankelijk van toestemming van Obvion, die deze toestemming heeft geweigerd. De eisers vorderden vervangende toestemming van de voorzieningenrechter om de woning te verkopen aan de koper, maar trokken hun vordering in tijdens de mondelinge behandeling na kennisname van het verweer van Obvion. Obvion heeft vervolgens verzocht om een veroordeling in de proceskosten. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de eisers, door hun vordering in te trekken, Obvion zonder goede grond in rechte hebben betrokken en nodeloos kosten hebben veroorzaakt. De proceskosten zijn begroot op € 1.424,00, en de eisers zijn veroordeeld in deze kosten. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E.P. van Unen.