Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Procesverloop
3.Het standpunt van de rechter
4.De beoordeling van het verzoek
zodrade daaraan ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden (behandeling door mr. Schelfhout) aan hem bekend zijn geworden.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. Th.M. Schelfhout, rechter bij de Rechtbank Limburg, naar aanleiding van een eerder door hem ingediend beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Roermond. Het beroep was ongegrond verklaard en verzoeker had hiertegen verzet aangetekend. De wrakingsgrond was dat de rechter hem in eerdere zaken onrecht had aangedaan. De wrakingskamer heeft op 24 september 2014 beslist dat het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. De wrakingskamer oordeelde dat de enkele stelling dat de rechter eerdere zaken van verzoeker had behandeld, geen grond voor wraking oplevert. Bovendien was de stelling van verzoeker dat de rechter hem onrecht had aangedaan niet onderbouwd. De wrakingskamer concludeerde dat verzoeker niet had aangetoond dat er redenen waren om aan de onpartijdigheid van de rechter te twijfelen. De beslissing om het verzoek tot wraking buiten behandeling te stellen, werd genomen door de meervoudige kamer van de wrakingskamer, bestaande uit drie rechters, en is uitgesproken op dezelfde datum.