ECLI:NL:RBLIM:2014:7846
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Behandeling van verzoeken inzake gezag en omgang in een familierechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 22 augustus 2014, zijn verzoeken ingediend door een vrouw en een man met betrekking tot het gezag en de omgang met hun kinderen. De rechtbank heeft eerder, op 29 oktober 2013, een beschikking gegeven en is nu geconfronteerd met de vraag of zij nog een rol heeft in de verdere behandeling van de verzoeken, nu het Gerechtshof 's-Hertogenbosch zich ook met de zaak bezighoudt. De Raad voor de Kinderbescherming heeft rapporten ingediend en verzocht om uitstel van de behandeling, omdat er een onderzoek naar de opvoedingssituatie van de kinderen gaande is. De rechtbank heeft kennisgenomen van de reacties van beide partijen op de vraag of de rechtbank nog een taak heeft in deze procedure.
De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat, heeft aangegeven dat zij geen verdere rol voor de rechtbank ziet, terwijl de man, ook vertegenwoordigd door een advocaat, van mening is dat de rechtbank wel degelijk moet beslissen over de verzoeken tot ondertoezichtstelling en gezag. De rechtbank heeft besloten om de behandeling aan te houden in afwachting van de uitkomst van de procedure bij het Hof, waarbij de belangen van de kinderen voorop staan. De rechtbank heeft vastgesteld dat het belangrijk is om het proces van omgang tussen de man en zijn kinderen niet te verstoren en heeft daarom de zaak pro forma aangehouden tot 14 november 2014. Partijen zijn verplicht om de rechtbank voor die datum te informeren over de voortgang van de procedure bij het Hof.
De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de belangen van de kinderen centraal staan en dat de uitkomst van de procedure bij het Hof van groot belang is voor de verdere behandeling van de verzoeken. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan totdat partijen de gevraagde informatie hebben verstrekt.