ECLI:NL:RBLIM:2014:7791
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het wrakingsverzoek in een strafzaak met onderzoekswensen
In deze zaak heeft verzoeker, gedetineerd te Roermond, op 13 augustus 2014 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters van de meervoudige kamer die zijn strafzaak behandelen. Dit verzoek volgde op de afwijzing van vijf onderzoekswensen, die volgens verzoeker cruciaal waren om zijn onschuld aan te tonen. De raadsman voegde ter zitting een zesde onderzoekswens toe en betoogde dat de afwijzing van deze verzoeken een gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid bij verzoeker heeft doen ontstaan. De rechters van de meervoudige kamer hebben aangegeven niet in het wrakingsverzoek te berusten en zijn niet verschenen bij de behandeling van het verzoek. De wrakingskamer heeft het verzoek op 20 augustus 2014 behandeld, waarbij verzoeker en zijn raadsman aanwezig waren, maar de rechters en de officier van justitie niet. De wrakingskamer heeft beoordeeld of er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechters in gevaar zouden kunnen brengen. De wrakingskamer concludeert dat de afwijzing van de onderzoekswensen niet onbegrijpelijk was en dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid bestond. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 25 augustus 2014 door de wrakingskamer, bestaande uit drie rechters, met de griffier aanwezig. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.