ECLI:NL:RBLIM:2014:7777
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing vereffening nalatenschap van Theodorus Hubertus Feller
Op 22 augustus 2014 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, een beschikking gegeven in de zaak betreffende de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Theodorus Hubertus Feller. De heer Feller, geboren op 27 juni 1942 te Susteren en overleden op 9 juni 2014 te Sittard-Geleen, heeft zijn dochter als enige erfgenaam achtergelaten. De laatste woonplaats van de overledene was Nieuwstadt. Verzoekster heeft de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving en heeft op 23 juli 2014 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Limburg.
In het verzoekschrift verzoekt verzoekster de kantonrechter om de opheffing van de vereffening van de nalatenschap op grond van artikel 4:209 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft de bij het verzoekschrift gevoegde boedelbeschrijving bekeken, waaruit blijkt dat de schulden van de nalatenschap ongeveer € 8.700,00 bedragen, terwijl de activa slechts een totaalbedrag van ongeveer € 1.500,00 vertegenwoordigen. Gezien de geringe waarde van de baten en het ontbreken van feiten of omstandigheden die zich tegen de inwilliging van het verzoek verzetten, heeft de kantonrechter besloten om de opheffing van de vereffening te bevelen.
De kantonrechter oordeelt dat een mondelinge behandeling van de zaak niet noodzakelijk is en heeft de griffier opgedragen om deze beslissing in het boedelregister in te schrijven en bekend te maken via de website van de rechtspraak. Verzoekster wordt ontheven van de wettelijke publicatieplicht. De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Theodorus Hubertus Feller wordt bevolen, en dat het meer of anders verzochte wordt afgewezen.