Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
- is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is;
- is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
- zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen;
- zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
4.De beoordeling van het bewijs
- de toegangspoort die toegang gaf tot het terrein van woningstichting [naam woningstichting] te Venlo op 12 november 2013 gesloten was en dat door twee beveiligers toegangscontroles werden uitgevoerd;
- na een telefoongesprek een groep van ongeveer 10 personen naar de woningstichting is gegaan;
- omstreeks 12.00 uur in het gebouw van de woningstichting een gesprek heeft plaatsgevonden tussen [naam medeverdachte 2] en [broer medeverdachte 2] enerzijds en [naam benadeelde partij 1] en [medewerker woningstichting] anderzijds;
- [naam medeverdachte 2] in dit gesprek heeft verzocht om toekenning van een nieuwe standplaats en [medewerker woningstichting] in dit gesprek heeft aangegeven dat er geen standplaatsen waren;
- [broer medeverdachte 2], toen [medewerker woningstichting] aangaf dat er geen standplaatsen waren, zei dat ze iedereen zouden verzamelen en later zouden terugkomen;
- de groep vervolgens is vertrokken, waarbij er vanuit de groep bedreigingen zijn geuit aan het adres van de zich bij de poort bevindende beveiligers.
Het verzamelen voor de toegangspoort
- de omstreeks 12.00 uur verzamelde groep personen na het gesprek tussen [naam medeverdachte 2] en [broer medeverdachte 2] enerzijds en [medewerker woningstichting] en [naam benadeelde partij 1] anderzijds naar het woonwagenkamp is teruggereden;
- vervolgens op het woonwagenkamp is overlegd en besloten werd dat de woningstichting met een oplossing voor de standplaatsproblematiek van [naam medeverdachte 2] moest komen;
- vervolgens naar de woningstichting werd gebeld;
- het er in dit telefoongesprek harder aan toe ging en dat er werd verzocht om een gesprek waarbij iedereen aanwezig kon zijn;
- vervolgens door een groep woonwagenbewoners naar de woningstichting is gegaan;
- zich omstreeks 14.00 uur een groep van 16 personen voor de toegangspoort verzamelde en dat verdachte onderdeel uitmaakte van deze groep;
- de toegangspoort op dat moment gesloten was, er tegen de verzamelde groep werd gezegd dat de woningstichting gesloten was, dat er geen gesprekken meer zouden plaatsvinden en de groep niet naar binnen mocht;
- meerdere personen uit de groep zich op enig moment lijken te keren tegen beveiliger [naam benadeelde partij 2] en vervolgens door meerdere personen uit de groep werd geduwd en getrokken aan de op dat moment gesloten toegangspoort.
Dat de woningstichting op 12 november 2013 niet meer in gesprek wilde, was naar het oordeel van de rechtbank in ieder geval duidelijk toen verdachten zich omstreeks 14.00 uur verzamelden voor de toegangspoort van de woningstichting. Immers, de toegangspoort was nog steeds, zoals al de hele dag, afgesloten. Voorts werd door [naam benadeelde partij 1] op dat moment medegedeeld dat de woningstichting gesloten was en dat er geen gesprekken konden plaatsvinden. Een mededeling, die kennelijk ook de groep heeft bereikt, immers [broer medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij omstreeks 14.00 uur hoorde dat niemand naar binnen mocht. De verklaring van [naam medeverdachte 4] rijmt op dit punt dus geenszins met de situatie die de verdachten omstreeks 14.00 uur aantroffen.
Het forceren van de toegangspoort
- [maan medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 5] zich hebben gebukt ter hoogte van de toegangspoort, waarna zij en [naam medeverdachte 3] als eersten zijn begonnen met het duwen en trekken aan de toegangspoort;
- [naam medeverdachte 11], [naam medeverdachte 8], [naam medeverdachte 9], [naam medevedachte 6], [naam medeverdachte 10] en [naam medeverdachte 4] daarna ook mee duwen tegen de poort;
- [broer medeverdachte 2], [naam medeverdachte 2], [naam medeverdachte 7] en [naam medeverdachte 12] niet duwen tegen de toegangspoort.
De openlijke geweldpleging tegen goederen en [naam benadeelde partij 1] en [naam benadeelde partij 2] op het
- [naam medeverdachte 5] op het moment dat door de groep tegen de toegangspoort wordt geduwd met zijn tot vuist gebalde hand in de richting van het hoofd van [naam benadeelde partij 1] slaat en hem daarbij ook raakt, waardoor [naam benadeelde partij 1] pijn heeft ondervonden;
- alle verdachten zich na het forceren van de toegangspoort het terrein van de woningstichting op verplaatsen in de richting van de toegangshal van het kantoor van de woningstichting.
- [naam medeverdachte 5] beveiliger [naam benadeelde partij 2] voor de ingang van het kantoor van de woningstichting met een paal heeft geslagen, waardoor [naam benadeelde partij 2] letsel heeft opgelopen en pijn heeft ondervonden;
- [naam medeverdachte 5] met een paal tegen de ruit van de toegangshal van de woningstichting heeft geslagen, waardoor deze ruit werd vernield.
- nadat de toegangspoort is geforceerd: [maan medeverdachte 1] de hals van [naam benadeelde partij 1] vastgrijpt en hem op de op het terrein van de woningstichting bevindende bank duwt;
- [naam medeverdachte 10] en [broer medeverdachte 2] meerdere malen [naam benadeelde partij 1] met kracht in het gezicht slaan en schoppen, terwijl [naam benadeelde partij 1] door [maan medeverdachte 1] op de bank wordt gedrukt;
- [naam medeverdachte 9], [naam medeverdachte 7] en [naam medeverdachte 2] voorbij lopen terwijl [naam benadeelde partij 1] op de bank door [naam medeverdachte 10] en [broer medeverdachte 2] wordt geslagen en door [maan medeverdachte 1] op de bank wordt geduwd;
- [maan medeverdachte 1] als laatste bij [naam benadeelde partij 1] wegloopt en met een voorwerp in de richting van de toegangshal van de woningstichting rent;
- [naam benadeelde partij 1] letsel heeft opgelopen ten gevolge van het gepleegde geweld.
De openlijke geweldpleging tegen goederen op het terrein van de woningstichting en tegen [naam benadeelde partij 3], [naam benadeelde partij 4] en [naam benadeelde partij 5] in de toegangshal van het kantoor van de woningstichting
- [naam benadeelde partij 3] in de glazen toegangshal werd geslagen en getrapt door meerdere zich daar bevindende personen;
- [naam medeverdachte 4] en [naam medeverdachte 7] op het terrein van de woningstichting tierden en schreeuwden.
- alle personen die zich op enig moment in de glazen toegangssluis bevonden, als groep hebben opgetreden en gelijktijdig geweld hebben gebruikt tegen de aldaar aanwezige beveiligers en leden van de mobiele eenheid;
- [naam medeverdachte 10] zich op enig moment in de glazen toegangssluis bevond en aldaar [naam benadeelde partij 4] meerdere malen met een tot vuist gebalde hand sloeg;
- [maan medeverdachte 1] zich op enig moment in de glazen toegangshal van de woningstichting bevond en daar met een paal in de richting van [ME lid] heeft geslagen;
- [naam medeverdachte 3] en [naam medeverdachte 12] zich op enig moment in de glazen toegangshal van de woningstichting moeten hebben bevonden, omdat zij naar eigen zeggen zijn geslagen door leden van de mobiele eenheid en de mobiele eenheid slechts geweld kan hebben gebruikt tegen personen die zich in de glazen toegangssluis van de woningstichting bevonden;
- [naam medeverdachte 3] en [naam medeverdachte 12] zelf aldus - gelet op de eerder genoemde vaststellingen - een fysieke bijdrage hebben geleverd aan het geweld tegen de zich in de glazen toegangssluis bevindende beveiligers en leden van de mobiele eenheid;
- in de toegangssluis een folderrek stond dat is vernield;
- [naam medeverdachte 4] een verlichtingspaaltje uit de grond heeft getrokken en daarmee in de richting van de toegangssluis heeft gegooid en dat ME’er [ME lid 2] door deze paal werd geraakt;
- [naam medeverdachte 8] geweld heeft gebruikt tegen de zich op het terrein van de woningstichting bevindende tuinbank.
De openlijke geweldpleging tegen goederen tijdens de terugtocht naar de parkeerplaats
- heeft de omstreeks 14.00 uur bij de toegangspoort van de woningstichting verzamelde groep opgeruid door “Gaan we erdoor? Gaan we erdoor?” tegen de groep te roepen;
- is vervolgens, nadat door andere leden van de groep de toegangspoort werd opengeduwd, samen met de rest van de groep het terrein van de woningstichting opgelopen;
- heeft [naam benadeelde partij 1] vervolgens meermalen geslagen en schoppende bewegingen gemaakt terwijl deze door [maan medeverdachte 1] op de tuinbank die zich op het terrein van de woningstichting bevond, werd geduwd;
- beweegt zich vervolgens in de richting van de ingang van de toegangshal van de woningstichting, terwijl voor hem zichtbaar moet zijn geweest dat aldaar meerdere personen uit de groep de confrontatie met leden van de beveiliging en de mobiele eenheid aangingen.
- is samen met [naam medeverdachte 5] en [naam medeverdachte 3] begonnen met het duwen tegen en trekken aan de toegangspoort en heeft samen met andere leden van de groep de toegangspoort open geduwd;
- heeft beveiliger [naam benadeelde partij 1] vervolgens bij zijn nek vastgegrepen en hem tegen de zich op het terrein van de woningstichting bevindende tuinbank geduwd en geduwd gehouden, terwijl [naam benadeelde partij 1] vervolgens door meerdere personen uit de groep werd geslagen en geschopt;
- heeft in de glazen toegangshal met een ijzeren staaf in de richting van ME’er [ME lid] geslagen.
- is samen met de rest van de groep het terrein opgegaan, nadat door andere leden van de groep de toegangspoort werd opengeduwd;
- terwijl [naam benadeelde partij 1] door meerdere personen uit de groep wordt geslagen op het bankje, staat [naam medeverdachte 2] op korte afstand toe te kijken;
- als de personen [naam benadeelde partij 1] los laten, op [maan medeverdachte 1] na, en richting de toegangsdeur van de sluis rennen, rent ook [naam medeverdachte 2] richting toegangsdeur van de sluis, terwijl op dat moment voor hem reeds zichtbaar moet zijn geweest dat aldaar meerdere personen uit de groep verwikkeld waren in een gewelddadige confrontatie met leden van de mobiele eenheid en van de beveiliging.
- is samen met [naam medeverdachte 5] en [maan medeverdachte 1] begonnen met het duwen tegen en trekken aan de toegangspoort en heeft samen met andere leden van de groep de toegangspoort open geduwd, terwijl hij daarbij grijpt naar het hoofd van beveiligingsmedewerker [naam benadeelde partij 2];
- is samen met de rest van de groep het terrein opgegaan in de richting van de toegangshal van de woningstichting, terwijl hij op dat moment moet hebben waargenomen dat de mobiele eenheid zich daar bevond en hij is dus welbewust een bijna zekere confrontatie aangegaan met de zich daar bevindende mobiele eenheid;
- bevond zich in de toegangshal en heeft daar een fysieke bijdrage geleverd aan het geweld dat tegen de zich daar aanwezig beveiligers en ME’ers werd gebruikt.
- heeft samen met andere leden van de groep tegen de toegangspoort geduwd, waardoor deze werd vernield en open werd geduwd;
- heeft vervolgens het terrein van de woningstichting betreden;
- tierde en schreeuwde toen zij zich op het terrein van de woningstichting bevond;
- heeft geweld gebruikt tegen een verlichtingspaaltje door dit paaltje uit de grond te trekken en heeft daarmee in de richting van de toegangssluis gegooid, waardoor ME’er [ME lid 2] werd geraakt;
- heeft geweld gebruikt door tegen de zich naast de tuinbank bevindende paal of lamp en tegen het onbekende voorwerp aan de voorzijde van de toegangspoort te schoppen.
- is samen met [naam medeverdachte 3] en [maan medeverdachte 1] begonnen met het duwen tegen en trekken aan de toegangspoort en heeft samen met andere leden van de groep de toegangspoort open geduwd, terwijl hij daarbij meermaals met een vuist slaat in het gezicht van beveiligingsmedewerker [naam benadeelde partij 1];
- is vervolgens het terrein opgerend, waarbij hij slaat in de richting van het hoofd van beveiligingsmedewerker [naam benadeelde partij 2];
- beweegt vervolgens in de richting van de toegangshal van de woningstichting;
- heeft beveiliger [naam benadeelde partij 2] in de glazen toegangshal van de woningstichting met een (verlichtings)paal die op het terrein van de woningstichting uit de grond was getrokken, geslagen;
- heeft met diezelfde paal tegen de ruit van de toegangshal van de woningstichting geslagen, waardoor deze ruit werd vernield.
- heeft samen met andere leden van de groep tegen de toegangspoort geduwd, waardoor deze werd vernield en open werd geduwd;
- is samen met de rest van de groep het terrein opgegaan in de richting van de toegangshal van de woningstichting, terwijl voor hem zichtbaar moet zijn geweest dat zich aldaar op dat moment de mobiele eenheid bevond.
- heeft volgens haar eigen verklaring mogelijk wat geroepen tegen de beveiliger bij de poort, op het moment dat er over en weer gebekvecht werd;
- is samen met de rest van de groep, na een aarzeling van enkele seconden, het terrein opgegaan, nadat door andere leden van de groep de toegangspoort werd opengeduwd, terwijl op dat moment de gewelddadigheden gepleegd tegen [naam benadeelde partij 1] voor haar duidelijk zichtbaar moeten zijn geweest;
- verlaat vervolgens kort daarop het terrein en loopt vervolgens het terrein weer op achter [naam medeverdachte 4] aan, die zich dan bewapend heeft met een door haar uit de grond getrokken verlichtingspaaltje;
- tierde en schreeuwde toen zij zich op het terrein van de woningstichting bevond.
- heeft samen met andere leden van de groep tegen de toegangspoort geduwd, waardoor deze werd vernield en open werd geduwd;
- is samen met de rest van de groep het terrein opgegaan in de richting van de toegangshal van de woningstichting, terwijl voor hem zichtbaar moet zijn geweest dat zich aldaar op dat moment de mobiele eenheid bevond;
- heeft samen met andere leden van de groep tegen de toegangspoort geduwd, waardoor deze werd vernield en open werd geduwd;
- is samen met de rest van de groep het terrein opgegaan;
- beweegt vervolgens in de richting van [naam benadeelde partij 1] en staat erbij te kijken terwijl [naam benadeelde partij 1] door meerdere personen uit de groep wordt belaagd;
- beweegt vervolgens verder naar voren in de richting van de toegangshal van de woningstichting, terwijl voor hem zichtbaar moet zijn geweest dat zich aldaar op dat moment de mobiele eenheid bevond.
- heeft samen met andere leden van de groep tegen de toegangspoort geduwd, waardoor deze werd vernield en open werd geduwd;
- betreedt het terrein en richt zich meteen in de richting van [naam benadeelde partij 1];
- heeft [naam benadeelde partij 1] geslagen terwijl deze door [maan medeverdachte 1] op de tuinbank die zich op het terrein van de woningstichting bevond, werd geduwd;
- heeft ME’er [naam benadeelde partij 4] in de glazen toegangshal van de woningstichting meerdere malen geslagen.
- heeft het perceel betreden nadat door andere leden van de groep de toegangspoort werd vernield door daar tegen te duwen;
- bevond zich op enig moment in de toegangshal en heeft daar een fysieke bijdrage geleverd aan het geweld dat tegen de zich aldaar bevindende beveiligers en ME’ers werd gebruikt.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
De strafbaarheid van verdachte
7.De oplegging van straf
8.De benadeelde partijen
- tandartskosten € 13,50
- eigen risico zorgverzekering € 350,00
- immateriële schade € 1.500,00
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd.
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5.2 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar.
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van een
- stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
- wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij woningstichting [naam woningstichting] gedeeltelijk toe tot het bedrag van € 4.880,67 ter zake van materiële schade en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van betaling te betalen aan de benadeelde partij [naam woningstichting];
- wijst af de overige gevorderde materiële schade ten bedrage van € 398.684,16;
- legt aan de verdachte de verplichting op om ten behoeve van het slachtoffer woningstichting [naam woningstichting], aan de Staat te betalen een bedrag van € 4.880,67 als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 58 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
- bepaalt dat indien verdachte en/of (één van) zijn mededader(s) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 4.880,67 ten behoeve van de benadeelde partij, daarmee de verplichting van verdachte om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte en/of (één van) zijn mededaders aan de benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemd slachtoffer komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.
- wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot het bedrag van € 363,50 ter zake van materiële schade en € 1.000,00 ter zake van immateriële schade en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van betaling te betalen aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 1];
- bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 12 november 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij af ten aanzien van de gevorderde immateriële schade voor zover deze meer beloopt dan € 1.000,00;
- legt aan de verdachte de verplichting op om ten behoeve van het slachtoffer
- bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële en immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 12 november 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat indien verdachte en/of (één van) zijn mededader(s) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.363,50 ten behoeve van de benadeelde partij, daarmee de verplichting van verdachte om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte en/of (één van) zijn mededader(s) aan de benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemd slachtoffer komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.
- wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe tot het bedrag van € 250,00 ter zake van immateriële schade en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van betaling te betalen aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 4];
- bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 12 november 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij af ten aanzien van de gevorderde immateriële schade voor zover deze meer beloopt dan € 250,00;
- legt aan de verdachte de verplichting op om ten behoeve van het slachtoffer
- bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 12 november 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat indien verdachte en/of (één van) zijn mededader(s) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 250,00 ten behoeve van de benadeelde partij, daarmee de verplichting van verdachte om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte en/of (één van) zijn mededader(s) aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemd slachtoffer komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.