ECLI:NL:RBLIM:2014:7746
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in kort geding wegens vermeende partijdigheid
In deze zaak heeft verzoeker op 30 juli 2014 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. P.H.J. Frénay, de rechter die belast was met de behandeling van een kort geding. Dit kort geding betrof een verzoek om vervangende toestemming in een geschil tussen verzoeker en een derde partij. De rechter heeft op 31 juli 2014 laten weten niet in het wrakingsverzoek te berusten en heeft aangegeven dat hij, indien verzoeker zijn verzoek nader zou onderbouwen, bereid was daarop schriftelijk te reageren. De behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 4 augustus 2014, waarbij verzoeker niet verscheen, terwijl de rechter wel aanwezig was. De wrakingskamer heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en op dezelfde dag uitspraak gedaan.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat wraking een middel is dat partijen in staat stelt om het recht op onpartijdigheid van de rechter af te dwingen, zoals vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoeker beoordeeld, die stelde dat de rechter niet onpartijdig was vanwege zijn vragen tijdens de zitting. De wrakingskamer heeft echter geconcludeerd dat de rechter een processuele beslissing heeft genomen en dat er geen objectieve gronden waren voor de vrees dat de rechter niet onpartijdig zou zijn.
De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat een volgend verzoek tot wraking van mr. Frénay, dat op dezelfde gronden berust, niet in behandeling zal worden genomen. Dit besluit is genomen omdat verzoeker zonder bericht niet is verschenen op de zitting van 4 augustus 2014, ondanks dat hij op de hoogte was gesteld van de zitting. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.