Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
- is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is;
- is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
- zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De oplegging van straf en/of maatregel
8.De benadeelde partij
9.Het beslag
10.De wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van
- stelt als algemene voorwaarden dat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en,
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- zich gedurende maximaal die proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die hem zullen worden gegeven door of namens de Reclassering Nederland, ook als dat inhoudt een behandeling bij FPP De Horst of soortgelijke ambulante forensische zorg, gedurende maximaal de periode van de proeftijd, zolang de Reclassering Nederland dit noodzakelijk acht;
- gedurende
- wijst toede vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2], tot een bedrag van
€ 100,00; - veroordeelt verdachte om tegen bewijs van betaling aan voornoemde benadeelde partij, [slachtoffer 2], te betalen een bedrag van € 100,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 14 juni 2013 tot de dag der algehele voldoening;
- wijst afde vordering voor het
overige; - legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen een som geld ten bedrage van € 100,00, subsidiair 2 dagen hechtenis, ten behoeve van de voornoemde benadeelde partij [slachtoffer 2], met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van de benadeelde partij niet opheft;
- veroordeelt verdachte tevens tot betaling aan de Staat van de wettelijke rente over voormeld bedrag vanaf 14 juni 2013 tot de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 100,00 ten behoeve van voornoemde benadeelde partij daarmede de verplichting van verdachte om dit bedrag aan voornoemde benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemde benadeelde partij komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst toede vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 7], tot een bedrag van
€ 204,03; - veroordeelt verdachte om tegen bewijs van betaling aan voornoemde benadeelde partij, [slachtoffer 7], te betalen een bedrag van € 204,03, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 21 juni 2013 tot de dag der algehele voldoening;
- wijst afde vordering voor het
overige; - legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen een som geld ten bedrage van € 204,03, subsidiair 4 dagen hechtenis, ten behoeve van de voornoemde benadeelde partij [slachtoffer 7], met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van de benadeelde partij niet opheft;
- veroordeelt verdachte tevens tot betaling aan de Staat van de wettelijke rente over voormeld bedrag vanaf 21 juni 2013 tot de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 204,03 ten behoeve van voornoemde benadeelde partij daarmede de verplichting van verdachte om dit bedrag aan voornoemde benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemde benadeelde partij komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst toede vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 12], tot een bedrag van
€ 100,00; - veroordeelt verdachte om tegen bewijs van betaling aan voornoemde benadeelde partij, [slachtoffer 12], te betalen een bedrag van € 100,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 6 juli 2013 tot de dag der algehele voldoening;
- wijst afde vordering voor het
overige; - legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen een som geld ten bedrage van € 100,00, subsidiair 2 dagen hechtenis, ten behoeve van de voornoemde benadeelde partij [slachtoffer 12], met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van de benadeelde partij niet opheft;
- veroordeelt verdachte tevens tot betaling aan de Staat van de wettelijke rente over voormeld bedrag vanaf 6 juli 2013 tot de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 100,00 ten behoeve van voornoemde benadeelde partij daarmede de verplichting van verdachte om dit bedrag aan voornoemde benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemde benadeelde partij komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst toede vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 17], tot een bedrag van
€ 100,00; - veroordeelt verdachte om tegen bewijs van betaling aan voornoemde benadeelde partij, [slachtoffer 17], te betalen een bedrag van € 100,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 25 juli 2013 tot de dag der algehele voldoening;
- wijst afde vordering voor het
overige; - legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen een som geld ten bedrage van € 100,00, subsidiair 2 dagen hechtenis, ten behoeve van de voornoemde benadeelde partij [slachtoffer 17], met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van de benadeelde partij niet opheft;
- veroordeelt verdachte tevens tot betaling aan de Staat van de wettelijke rente over voormeld bedrag vanaf 25 juli 2013 tot de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 100,00 ten behoeve van voornoemde benadeelde partij daarmede de verplichting van verdachte om dit bedrag aan voornoemde benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemde benadeelde partij komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil;
bewaringten behoeve de rechthebbende van de inbeslaggenomen nog niet teruggegeven bromfiets, kleur zwart, SYM Av05w 2011 [kenteken], voorwerpnummer 392813.